Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 27 april 2006
gepubliceerd op 26 mei 2006

Ministerieel besluit betreffende de overdracht van een gedeelte van de bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging inzake de declassering van de material resources van het Ministerie van Landsverdediging, alsmede inzake de eindbestemming die aan de gedeclasseerde material resources moet gegeven worden

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2006007150
pub.
26/05/2006
prom.
27/04/2006
ELI
eli/besluit/2006/04/27/2006007150/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2006. - Ministerieel besluit betreffende de overdracht van een gedeelte van de bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging inzake de declassering van de material resources van het Ministerie van Landsverdediging, alsmede inzake de eindbestemming die aan de gedeclasseerde material resources moet gegeven worden


De Minister van Landsverdediging, Gelet op de programmawet van 19 juli 2001, inzonderheid op artikel 41;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 23 december 2002, 27 maart 2003 en 5 februari 2004;

Gelet op het ministerieel besluit van 18 januari 2002 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het gunnen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake diverse uitgaven, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 december 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 1986 tot vaststelling van de opdracht van een gedeelte der bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging inzake de afkeuring van de bevoorradingsgoederen, van het materieel en van de goederen van het militair domein, alsmede inzake de eindbestemming die aan de afgekeurde bevoorradingsgoederen en materieel moet worden gegeven;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 2005, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « Declassering » : de operatie waarbij material resources als onherstelbaar, overtollig en/of verouderd worden verklaard en opgenomen worden in een inventaris voor vervreemding.Het declasseren van material resources gebeurt ofwel door afdanking, ofwel door uit- omloopname; 2° « Uitomloopname » : de operatie waarbij een reeks material resources als overtollig en/of verouderd worden verklaard.Dit wil zeggen dat de karakteristieken niet meer overeenstemmen met de door het Ministerie van Landsverdediging bepaalde normen. De uitomloop- name is onafhankelijk van de staat waarin de material resources zich bevinden; 3° « Afdanking » : de operatie waarbij een defecte material resource, per afzonderlijk stuk, om technische en/of economische redenen onherstelbaar verklaard wordt.Het doel van de afdanking is het verwijderen uit de logistieke keten van material resources die niet meer in goede staat zijn en die niet meer hersteld zullen worden. HOOFDSTUK II. - Declassering van de material resources roerende goederen van het Ministerie van Landsverdediging Afdeling 1. - Declassering

van de material resources door uitomloopname

Art. 2.Er wordt aan de volgende autoriteiten overdracht van bevoegdheid gegeven om door uitomloopname, binnen de perken van hun beheersverantwoordelijkheden, een reeks material resources te declasseren tot beloop van de vermelde bedragen die de totale waarde tegen aankoopprijs weergeven, exclusief belasting over de toegevoegde waarde : 1° wanneer de totale waarde van het te declasseren materieel het bedrag 825.000 EUR niet overschrijdt : - de Sectiechefs van de Systems Division van de algemene directie material resources; - de Sectiechefs van de Division CIS & Infra van de algemene directie material resources; 2° wanneer de totale waarde van het te declasseren materieel het bedrag 1.650.000 EUR niet overschrijdt : - de chef van de Systems Division van de algemene directie material resources; - de chef van de Division CIS & Infra van de algemene directie material resources; 3° wanneer de totale waarde van het te declasseren materieel 3.300.000 EUR niet overschrijdt : de directeur-generaal material resources; 4° wanneer de totale waarde van het te declasseren materieel groter is dan 3.300.000 EUR : de Chef Defensie. Afdeling 2. - Declassering van material resources door afdanking

Art. 3.De rekenplichtigen die verantwoording aan het Rekenhof verschuldigd zijn, mogen de niet toegewezen material resources waarvan zij het beheer hebben, door afdanking niet declasseren, behalve in het geval voorzien in artikel 5.

Art. 4.Binnen de perken van hun bevoegdheden is aan de hierna vermelde autoriteiten bevoegdheid verleend om door afdanking, per afzonderlijk stuk, de material resources te declasseren die om economische of technischer edenen niet meer hersteld worden : 1° Voor de material resources waarvoor zij de beheersverantwoordelijkheid dragen : - de Sectiechefs van de Systems Division van de algemene directie material resources; - de Sectiechefs van de Division CIS & Infra van de algemene directie material resources; 2° Voor de artikelen waarvoor hun door de in 1° vermelde beheersautoriteiten bevoegdheid tot afdanking werd toegewezen : de korpscommandanten van de aangeduide eenheden of een door de korpscommandant aangeduide autoriteit. Afdeling 3. - Declassering van niet toegewezen material resources

waarvan de bewaringsduur beperkt is

Art. 5.De niet toegewezen material resources die in het bezit zijn van de aan de controle van het Rekenhof onderworpen inrichtingen en die na het verstrijken van de voorgeschreven bewaringsduur onbruikbaar zijn geworden, moeten door de commandanten van de betrokken inrichtingen gedeclasseerd worden. De vervaldatum van die material resources moet worden vastgesteld door de bij artikel 4 aangewezen autoriteiten, bij de levering, in functie van de door de leveranciers gewaarborgde bewaringstermijn en wordt in de numerieke registers van de desbetreffende material resources ingeschreven. HOOFDSTUK III. - Eindbestemming van de gedeclasseerde material resources - roerende goederen

Art. 6.Behoudens de bepalingen van artikelen 7 en 8, is aan de in artikelen 2, 4 en 5 vermelde autoriteiten bevoegdheid opgedragen om een eindbestemming te bepalen of voor te stellen van de material resources die zij hebben gedeclasseerd.

Art. 7.Gedeclasseerde material resources die ter uitvoering van het Programma van Wederzijdse Bijstand werden ontvangen, dienen terug ter beschikking van de betrokken NAVO-landen te worden gesteld.

Art. 8.Gedeclasseerde material resources die met behulp van de kredieten van de Bondsrepubliek Duitsland werden aangekocht, dienen opnieuw aan het Duitse Ministerie van Financiën te worden overgemaakt.

Art. 9.Mits toepassing van de bepalingen van artikel 6, zullen de gedeclasseerde material resources die met Belgische kredieten werden aangekocht of definitief ter beschikking van België kunnen blijven, inclusief de gedeclasseerde material resources die zich buiten het Belgisch grondgebied bevinden : 1° ofwel opnieuw in gebruik genomen worden;2° ofwel vernietigd of gedemilitariseerd worden om veiligheidsredenen;3° ofwel vervreemd worden overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 12 van dit besluit.

Art. 10.De gedeclasseerde material resources kunnen door de Sectie Verkoopdienst van de Division Procurement van de algemene directie material resources vervreemd worden op de wijze zoals voorgeschreven in de programmawet van 19 juli 2001 en volgens de bepalingen voorgeschreven in het ministerieel besluit van 18 januari 2002 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het gunnen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake diverse uitgaven.

Art. 11.Vervreemden van gedeclasseerd materieel binnen het kader van de programmawet van 19 juli 2001 is eveneens mogelijk : 1° in uitvoering van internationale samenwerkingsakkoorden met betrekking tot het gezamenlijk aankopen, produceren en beheer van material resources, mits nauwgezet toepassen van de in deze akkoorden vervatte bevoegdheidsclausules;2° in het kader van samenwerkingsprogramma's;3° in het kader van een programma hulp aan derde landen.

Art. 12.Na gunstig voorafgaandelijk advies van de Sectie Verkoopdienst van de Division Procurement alsmede van de autoriteiten vermeld in de artikelen 2, 4 en 5 van dit besluit, kunnen gedeclasseerde material resources die zich buiten het Belgisch grondgebied bevinden, tevens : 1° ofwel ter plaatse door de militaire autoriteit worden verkocht zo de kosten voor hun terugbrenging naar België te hoog zijn in verhouding van hun handelswaarde op dat ogenblik;2° ofwel ter plaatse worden vernield, wanneer het materiaal resources zijn die tegelijk aan de twee volgende voorwaarden voldoen : a) totaal kunnen vernield worden zonder dat er herbruikbare resten overblijven en zonder overtreding van de burgerlijke en militaire reglementeringen inzake milieuverontreiniging;b) bij verkoop vermoedelijk minder opleveren dan de kosten voor eventuele behandeling en vervoer. HOOFDSTUK IV. - Declassering en eindbestemming van de material resources - onroerende goederen - van het Ministerie van Landsverdediging

Art. 13.De bepalingen van de hoofdstuken II en III zijn niet van toepassing op de material resources van het type « onroerende goederen ». De Minister van Landsverdediging beslist om, overeenkomstig de wetgeving betreffende de organisatie van de comptabiliteit van federale Staat, door tussenkomst van de administratie van de de Federale Overheidsdienst Financiën die bevoegd is voor de Domeinen, over te gaan tot de vervreemding van de onroerende goederen van het militair domein. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling

Art. 14.Het ministerieel besluit van 24 juli 1986 tot vaststelling van de opdracht van een gedeelte der bevoegdheden van de Minister van Landsverdediging inzake de declassering van de bevoorradingsgoederen van het materieel en van de goederen van het militair domein alsmede inzake de eindbestemming die aan de afgekeurde bevoorradingsgoederen en materieel moet worden gegeven, wordt opgeheven.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2006.

Brussel, 27 april 2006.

A. FLAHAUT.

^