gepubliceerd op 28 september 2002
Ministerieel besluit tot vaststelling van het normaal bedrag van de honoraria van de personen opgeroepen in strafzaken wegens hun kunde of hun beroep
18 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het normaal bedrag van de honoraria van de personen opgeroepen in strafzaken wegens hun kunde of hun beroep
De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 16 juni 1919 waarbij aan de regering machtiging wordt verleend om aan de bepalingen betreffende de gerechtskosten in strafzaken, in burgerlijke zaken en in handelszaken, wijzigingen toe te brengen, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken vastgesteld bij het koninklijk besluit van 28 december 1950, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 juni 1999 tot vaststelling van het normaal bedrag van de honoraria der personen opgeroepen in strafzaken wegens hun kunde of hun beroep;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 26 juli 2002;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 6 september 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de volgende omstandigheden : Overwegende dat een beroep tot nietigverklaring werd ingesteld voor de Afdeling Administratie van de Raad van State;
Overwegende dat deze situatie een rechtsonzekerheid doet ontstaan die uiterst schadelijk is voor alle betrokkenen;
Overwegende dat de gerechtelijke deskundigenonderzoeken noodzakelijk zijn in strafzaken en moeten worden bezoldigd;
Overwegende dat de goede werking van Justitie moet worden gewaarborgd;
Overwegende dat dit besluit zo spoedig mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 25 september 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Medische expertises Afdeling 1. - Onderzoek van lijken
Artikel 1.Er wordt toegekend : 1° voor het uitwendig onderzoek van een foetus of van een lijk : 58,82 EUR;2° voor het uitwendig onderzoek van een foetus of van een lijk, ingeval het onderzoek plaats heeft meer dan twee dagen na het overlijden : 121,22 EUR;3° voor de lijkschouwing, daaronder begrepen het uitwendig onderzoek uitgevoerd op het ogenblik van de lijkschouwing, de diverse afnames voor microscopische, toxicologische en andere onderzoeken, en het sluiten van het lichaam, per deskundige : 359,77 EUR;4° ingeval de lijkschouwing wordt gelast meer dan twee dagen na het overlijden : 474,51 EUR;5° voor de afnames van bloed, van urine of andere substanties verricht buiten het kader van de lijkschouwing, per aard van de afname : 17,58 EUR;6° voor het gebruik van een door de deskundige zelf verstrekte venule : 6,72 EUR;7° voor de lijkschouwing van een foetus van minder dan zes maanden, daaronder begrepen het uitwendig onderzoek : 116,85 EUR.
Art. 2.Er wordt toegekend, voor de speciale onderzoeken verricht in het kader van een lijkschouwing, voor de voorbereiding en de gedetailleerde dissectie van anatomische delen : 1° hart : coronarografie (N400) : 235,80 EUR; gedetailleerde dissectie : 88,20 EUR; 2° hoofd : invriezing : 52,86 EUR; gedetailleerde dissectie : 88,20 EUR; 3° hersenen : formalisatie : 52,86 EUR; gedetailleerde dissectie : 88,20 EUR; 4° dissectie onder een versterkingsscherm : 88,20 EUR;5° andere organen : de gedetailleerde dissectie dient te worden verantwoord in het gerechtelijk geneeskundig verslag : 88,20 EUR.
Art. 3.Wanneer de deskundige zich ter plaatse begeeft om tot een uitwendige schouwing of tot een lijkschouwing over te gaan en deze taak door een omstandigheid onafhankelijk van zijn wil niet kan vervullen, wordt het honorarium op 19,24 EUR vastgesteld. Afdeling 2. - Plaatsopneming
Art. 4.Voor een plaatsopneming en beschrijving ervan, op vordering van het parket of de politie op vraag van het parket, deelneming aan opsporingen, onderzoeken en ondervragingen, voor het opzoeken van sporen en vlekken, wordt 44,06 EUR toegekend.
Ieder supplementair uur wordt vergoed overeenkomstig het uurtarief bepaald in artikel 45 van dit besluit. Afdeling 3. - Onderzoek van zieken en gewonden
Art. 5.Er wordt toegekend : 1° voor een lichamelijk onderzoek : 29,36 EUR;2° voor een klinisch onderzoek met summiere anamnese : 57,08 EUR;3° voor een deskundig onderzoek, bestaande uit een klinische studie en het onderzoek van de dossiers : 296,31 EUR;4° voor een meer diepgaand onderzoek, bestaande onder meer uit de schatting van de graad van werkongeschiktheid, moet de kostenstaat worden opgemaakt naar eer en geweten, overeenkomstig het uurtarief bepaald in artikel 45 van dit besluit.
Art. 6.Er wordt toegekend : 1° aan de arts die zich voor het verrichten van een opdracht ter plaatse heeft begeven en hij de taak door een omstandigheid onafhankelijk van zijn wil niet heeft kunnen vervullen : 18,95 EUR;2° aan de arts die zijn opdracht niet heeft kunnen uitvoeren omdat de te onderzoeken persoon geen gevolg heeft gegeven aan zijn oproeping : 13,20 EUR. Afdeling 4. - Vaststelling van de staat van dronkenschap
Art. 7.Er wordt toegekend voor een klinisch onderzoek met of zonder aderpunctie : 21,98 EUR. Afdeling 5. - Laboratoriumonderzoeken
Art. 8.Er wordt toegekend : 1° voor de afname van bloed op een levend persoon : 12,15 EUR;2° voor het gebruik van een door de deskundige zelf verstrekte venule : 6,72 EUR;3° voor het beschrijvend onderzoek van de overtuigingsstukken andere dan ingewanden : voor het eerste voorwerp : 31,70 EUR;voor elk van de volgende voorwerpen : 7,85 EUR.
Art. 9.Er wordt toegekend voor de volgende bijzondere onderzoeken : 1° histologisch onderzoek met beschrijving van de letsels : 107,94 EUR;2° microscopische opsporing van spermatozoïden : 107,94 EUR;3° vaststelling van de aard van vlekken andere dan bloed- en spermavlekken : 107,94 EUR;4° diverse microscopische onderzoeken die niet in de drie vorige onderzoeken voorkomen : 107,94 EUR. Indien voor de gevolgtrekkingen verscheidene voorwerpen, monsters of organen aan een gelijksoortig onderzoek moeten worden onderworpen, zijn de honoraria sub 1° tot 4°, vastgesteld als volgt : voor het onderzoek van het tweede stuk : 90,00 EUR; van het derde stuk : 71,91 EUR; en voor elk volgend stuk : 53,94 EUR.
Art. 10.Er wordt toegekend voor de bijzondere onderzoeken, ongeacht het aantal voorwerpen, monsters of organen : 1° voor de aanvullende kleuringen en/of extra histo-chemische onderzoeken, volgens de aard ervan : 107,94 EUR;2° voor de histologische onderzoeken door bevriezing : 107,94 EUR;3° voor de histo-chemische onderzoeken door immuno-histo-chemie, per opzoeking : 50,81 EUR, met een maximum van 126,52 EUR. Afdeling 6. - Geestesonderzoeken
Art. 11.Er wordt toegekend : A. Voor expertises uitgevoerd krachtens de wet tot bescherming van de maatschappij : 1° voor het onderzoek van een persoon met studie van het dossier, summier geestesonderzoek en bondig verslag : 97,11 EUR;2° voor het onderzoek van een persoon met studie van het dossier, het onderzoek naar de erfelijkheid en de sociale en medische antecedenten, het somatisch onderzoek, daaronder begrepen de grondige neurologische en geestesonderzoeken, de uitwerking van een uitvoerig verslag met beschrijving, bespreking en samenvatting van het geval : 300,29 EUR; Wanneer de geneesheer een psychologisch onderzoek heeft verricht met een volledige reeks testen : 122,07 EUR extra; 3° voor het onderzoek van een persoon door een psycholoog, waarbij het onderzoek bestaat uit de studie van het dossier, de diverse gepaste onderzoeken en een volledige reeks testen, met opmaak van een uitvoerig verslag, beschrijving en bespreking : 218,41 EUR;4° voor het nemen en het lezen van een electro-encefalogram met verslag : 123,62 EUR; B. Voor prestaties geleverd krachtens de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke : 1° voor het bijstaan van de zieke tijdens het bezoek van de vrederechter of de rechter, evenals tijdens de terechtzitting (deze bepaling kan worden toegepast op grond van artikel 7, § 3, en van andere artikelen) : 58,64 EUR;2° voor het schriftelijk verslag betreffende de geestestoestand van de zieke (deze bepaling kan worden toegepast op grond van artikel 7, § 3, en van andere artikelen) : 58,64 EUR;3° voor het uitvoerig schriftelijk verslag betreffende de geestestoestand van de zieke, dat de resultaten bevat van het onderzoek naar de erfelijkheid en naar de medische en sociale antecedenten, van het somatisch en neurologisch onderzoek en van het onderzoek naar de geestestoestand van betrokkene, voor zover die onderzoeken door de aangewezen geneesheer persoonlijk zijn verricht (deze bepaling kan worden toegepast op grond van artikel 7, § 3, en van andere artikelen) : 117,35 EUR;4° aan de wetsdokter die door de Procureur des Konings werd gevorderd om overeenkomstig de wet van 26 juni 1990 (art.9, § 2) schriftelijk advies te geven over de geestestoestand van een zieke : 43,96 EUR. C. Voor de expertises verricht door psychologen in het kader van seksueel misbruik of verkrachting van minderjarigen : 1°. Ingeval een psychologisch onderzoek werd gedaan (zelfs met tekeningen) met deelname aan het verhoor wordt een forfaitaire vergoeding van 206,42 EUR toegekend; 2°. voor het onderzoek van een persoon door een psycholoog, waarbij het onderzoek bestaat uit de studie van het dossier, de diverse gepaste onderzoeken en een volledige reeks testen, met opmaak van een uitvoerig verslag, beschrijving en bespreking : 218,41 EUR. Afdeling 7. - Bijzondere onderzoeken
Art. 12.Er wordt toegekend, in het kader van een onderzoek, op bevel van onderzoek aan het lichaam : 1° voor de studie van het strafdossier : deze prestatie wordt aangerekend naar eer en geweten volgens het uurtarief bepaald in artikel 45 van dit besluit;2° voor de gedetailleerde anamnese : deze prestatie wordt aangerekend naar eer en geweten volgens het uurtarief bepaald in artikel 45 van dit besluit;3° voor een algemeen medisch onderzoek en onderzoek aan het lichaam : 115,40 EUR, verhoogd tot 172,19 EUR ingeval een set seksuele agressie wordt gebruikt;4° voor de monsternemingen, per aard : 17,63 EUR;5° voor het onderzoek van kledingstukken of overtuigingsstukken : voor het eerste voorwerp, 35,15 EUR;voor elk van de volgende voorwerpen : 8,70 EUR; 6° voor de opmaak en de uitwerking van het verslag : deze prestatie wordt aangerekend naar eer en geweten volgens het uurtarief bepaald in artikel 45 van dit besluit.
Art. 13.Voor de studie van röntgenfoto's, per geröntgende persoon, wordt 20,03 EUR toegekend.
Art. 14.Een verhoging van 50 percent wordt toegestaan aan de specialisten in de gerechtelijke geneeskunde voor de prestaties vermeld in de artikelen 1.1°, 1.2°, 1.5°, 5.1°, 5.2°, 7, 8.1° en 8.2° van dit besluit.
Art. 15.Alle prestaties die niet in onderhavig hoofdstuk zijn omschreven, worden vergoed overeenkomstig de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
De deskundige moet op zijn kostenstaat het nummer van de nomenclatuur, dat overeenstemt met de verrichte prestatie, vermelden. HOOFDSTUK II. - Toxicologische expertises Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 16.Behalve in uitzonderlijke gevallen die moeten worden gerechtvaardigd, omvatten de honoraria alle kosten, inzonderheid die voor de reagentia, foto's, bibliografische opzoekingen, de materialen, de archivering van de overtuigingsstukken en het opstellen en tikken van het verslag.
De vastgestelde bedragen zijn die welke over het algemeen moeten worden toegepast, behalve ingeval de deskundige in de uitoefening van zijn opdracht bijzondere moeilijkheden verantwoordt, hetgeen hogere honoraria rechtvaardigt.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder organisch materiaal monsters van menselijke en dierlijke oorsprong en over het algemeen alle materialen die grote hoeveelheden organische stoffen bevatten.
Art. 17.Voor de in dit hoofdstuk niet vermelde bijzondere ontledingen of opsporingen, worden de honoraria vastgesteld overeenkomstig de tarieven bepaald in artikel 45 van dit besluit.
Art. 18.Behoudens de omschreven uitzonderingen, ingeval een enkele vordering de herhaling van prestaties bedoeld in artikel 20 meebrengt, hetzij op verschillende stalen van eenzelfde inbeslagneming of op monsters van eenzelfde lijk, worden de honoraria voor de 2e, 3e, 4e en volgende prestaties respectievelijk verminderd met 15, 30 en 50 percent.
Art. 19.Ingeval een college van deskundigen-toxicologen is aangewezen, brengt elke deskundige zijn eigen prestaties in rekening.
Voor het gezamenlijk nazicht van de resultaten en voor de uitwerking van het verslag wordt aan elke deskundige 131,53 EUR toegekend. Afdeling 2. - Honoraria voor toxicologische expertisen
Art. 20.Er wordt toegekend : 1° voor het beschrijvend onderzoek van de in de vordering vermelde overtuigingsstukken, voor het eerste stuk : 31,70 EUR;voor elk van de volgende stukken : 7,85 EUR; 2° voor de voorbereiding van het organisch materiaal met het oog op verdere bewerkingen : 63,46 EUR;3° voor de mineralisatie van het organisch materiaal : 135,09 EUR;4° voor de behandeling van het organisch materiaal om de fracties eruit af te zonderen die organische vergiffen zouden kunnen bevatten met het oog op de identificatie ervan : 174,83 EUR;5° a) voor het opsporen van een bepaald vluchtig vergif in het organisch materiaal : 174,83 EUR;b) voor de algemene opsporing van vluchtige vergiffen in het organisch materiaal : 445,21 EUR;6° a) voor het opsporen van een bepaald mineraal vergif : 174,83 EUR;b) voor de algemene opsporing van de minerale vergiffen : 445,21 EUR;7° a) voor het opsporen van een bepaald organisch vergif : 174,83 EUR; b) voor de algemene opsporing van organische vergiffen : 1.073,31 EUR; dit honorarium mag slechts eenmaal worden aangerekend, ongeacht het aantal afnames van eenzelfde lijk; 8° voor het doseren van een door de deskundige geïdentificeerd mineraal of organisch vergif : 135,09 EUR;9° voor het bepalen van het koolmonoxidegehalte in het bloed : 270,28 EUR;10° voor het bepalen van het alcoholgehalte : a) in een bloedstaal, daaronder begrepen de studie van het dossier en de berekening van het alcoholgehalte op het ogenblik van de feiten : 85,09 EUR;b) in postmortaal bloed : 190,69 EUR. Afdeling 3. - Honoraria voor het opsporen van verdovende middelen,
hormonen en andere stoffen
Art. 21.Er wordt toegekend, voor het opsporen in urine van stoffen bedoeld door de wetgeving op de verdovende middelen, zoals cannabis, opiumhoudende stoffen en morfinomimetische derivaten, cocaïne, psychostimulerende en/of anorexigene amines, daaronder begrepen hun derivaten : 1° bij middel van oriënterende immunochemische testen : 67,36 EUR voor de opsporing van 1 tot 7 verdovende middelen;2° voor de bevestiging, zo nodig, door middel van een chromatografische techniek gekoppeld aan een spectrometrische detectie voor de opsporing van 1 tot 4 verdovende middelen : 215,49 EUR.
Art. 22.Er wordt toegekend, voor het opsporen van stoffen met hormonale of met anti-hormonale of met beta-adrenergische of met productiestimulerende werking in organisch materiaal : 1° door middel van een voorafgaande immunochemische test : 67,36 EUR per groep van stoffen, per staal voor de eerste 10 stalen;vanaf het 11e staal 26,96 EUR per groep van stoffen; 2° door middel van een chromatografische techniek, gekoppeld aan een spectometrische detectie, ter bevestiging van een voorafgaande positieve immunochemische reactie : 161,62 EUR per staal en per groep van stoffen;3° door middel van chromatografische techniek, gekoppeld aan een spectrometrische detectie : 215,49 EUR per staal en per groep van stoffen.In dit laatste geval moeten deze groepen expliciet in de vordering zijn aangegeven.
Alleen de honoraria omschreven in 1° en 2° van dit artikel zijn cumuleerbaar.
Art. 23.Er wordt toegekend voor de ontleding van poeders of andere farmaceutische vormen zoals de inhoud van spuiten; 1° voor het beschrijvend onderzoek van de overtuigingsstukken vermeld in de vordering : 35,23 EUR voor het eerste overtuigingsstuk : 8,72 EUR voor elk van de volgende overtuigingsstukken;2° voor de voorbereiding van de stalen met het oog op de verdere bewerkingen : 12,12 EUR per staal en eventueel per groep van stoffen;3° voor het opsporen van vergiffen : 161,62 EUR per staal en per groep van stoffen;4° voor het doseren van de geïdentificeerde vergiffen op voorwaarde dat zulks uitdrukkelijk is bevolen door de vorderende magistraat : 161,62 EUR per staal en per groep van stoffen.
Art. 24.De degressieve tarifering, zoals bepaald in artikel 18 van dit besluit is niet van toepassing op artikel 22, 2° en 3° en op artikel 23, 2° en 4°. HOOFDSTUK III. - Ballistische expertises Afdeling 1. - Algemene bewerkingen
Art. 25.Er wordt toegekend : I. voor het volledig onderzoek van een wapen, daaronder begrepen het uiteennemen, het schoonmaken, het weer ineenzetten, het meten, het opnemen van kruitresten en het nagaan van de werking : 50,57 EUR;
II. voor het onderzoek van alle munitie van eenzelfde kaliber, daaronder begrepen het meten en de identificatie van het merk : 17,97 EUR;
III. voor het onderzoek van afgevuurde projectielen, daaronder begrepen het meten en de identificaties van alle aard, inzonderheid die van de munitie : - voor het projectiel of projectielen afkomstig van de eerste patroon : 43,32 EUR; - voor het projectiel of de projectielen van iedere volgende patroon : 18,74 EUR;
IV. voor het onderzoek van afgevuurde hulzen, daaronder begrepen het meten en de identificaties van alle aard, inzonderheid die van de munitie : - voor de eerste huls : 8,20 EUR; - voor iedere volgende huls : 3,48 EUR;
V. voor het onderzoek van kledingstukken, daaronder begrepen het macroscopisch en microscopisch onderzoek, het opnemen van de kogelsporen, van de verbranding, van de rooksporen en de kruitincrustaties, voor het eerste kledingstuk : 23,48 EUR. Voor ieder volgend kledingstuk en dit per persoon : 8,20 EUR;
VI. voor de bepaling door middel van schietproeven van de kracht, van de juistheid en van de precisie van een gebruikt wapen, daaronder begrepen het leveren van de munitie en de schietschijven van alle aard, per wapen, voor de kracht : 31,25 EUR;
Voor de juistheid en de precisie, per wapen : 15,68 EUR;
VII. voor de studie en het opnemen van de kogelbanen in de ruimte, daaronder begrepen de opmetingen ongeacht het aantal gebruikte wapens : - voor de eerste kogelbaan : 25,27 EUR; - voor iedere extra kogelbaan : 12,54 EUR;
VIII. voor de bepaling van een schotafstand door schietproeven, daaronder begrepen het leveren van de munitie en de schietschijven van alle aard en de analyse van de resultaten : a) in geval van munitie met een enkel projectiel : - voor de eerste schotafstand : 41,11 EUR; - voor iedere extra schotafstand : 11,73 EUR; b) in geval van munitie met meervoudige projectielen : - voor de eerste schotafstand : 58,74 EUR; - voor iedere extra schotafstand : 17,60 EUR. Afdeling 2. - Bijzondere bewerkingen met het oog op de identificatie
van de gebruikte wapens
Art. 26.Er wordt toegekend : I. voor de opsporingen ter identificatie van het type en het merk van een gebruikt wapen, indien dit wapen niet aanwezig is : door het onderzoek van de opgenomen mechanische kenmerken op de hulzen en/of op de projectielen per te identificeren wapen; alle bewerkingen en onkosten zijn in dit bedrag begrepen : 110,60 EUR;
II. voor de opsporingen ter identificatie van wapens waarover betwisting bestaat : a) voor het schieten met het oog op het bekomen van vergelijkingshulzen en projectielen, daaronder begrepen het leveren van munitie : per litigieus wapen : 23,48 EUR;b) voor de eigenlijke identificatie, daaronder begrepen het vergelijkend microscopisch onderzoek en het opsporen van de al dan niet overeenstemmende kenmerken tussen de vergelijkingselementen, per litigieus element : 72,23 EUR; - voor de eerste huls met betrekking tot een litigieus wapen : 52,86 EUR; - voor iedere volgende huls : 26,43 EUR; c) voor de identificatie door ontwikkeling op tinnen blad : per litigieus projectiel : 58,74 EUR;d) met het oog op de voorlegging van het positief identificatiebewijs : - door microvergelijking, te weten juxtapositie op een enkele microfoto van een litigieus element en een vergelijkingselement : 2,98 EUR; - door uitsnijding en manuele bedekking van twee microfoto's (vergelijkingselement en litigieus element) : 29,36 EUR; - door aftekening van de gemeenschappelijke kenmerken op twee microfoto's (vergelijkingselement en litigieus element) : 35,23 EUR. Er wordt maar een enkele vergoeding toegekend per geïdentificeerd wapen, ongeacht het aantal geleverde microfoto's. De microfoto's mogen echter worden meegerekend.
Art. 27.De extra kosten worden afzonderlijk geregeld. HOOFDSTUK IV. - Expertises inzake genetisch onderzoek
Art. 28.Voor het beschrijvend onderzoek van de overtuigingsstukken vermeld in de vordering wordt toegekend, voor het eerste stuk : 34,47 EUR, voor elk van de volgende stukken : 8,54 EUR.
Art. 29.Voor het onderzoek van voorafgaande oriënteringstesten wordt 105,81 EUR toegekend.
De voorafgaande oriënteringstesten kunnen, zo nodig, verricht worden op ieder spoor aanwezig op het overtuigingsstuk, ten einde vast te stellen met welk spoor het beste onderzoeksresultaat kan worden bekomen. Het bedrag omschreven in het eerste lid van dit artikel mag derhalve worden aangerekend telkens een spoor wordt getest.
De voorafgaande testen omvatten, naargelang het geval, het opsporen van bloed en de vaststelling van de aard ervan, van sperma en het microscopisch onderzoek van spermatozoïden, van speeksel, van urine en van fecale stoffen.
Art. 30.Voor de extractie en het doseren van DNA wordt 84,33 EUR toegekend per staal.
Art. 31.Voor elk genetisch onderzoek van een staal wordt 358,69 EUR toegekend. Dit bedrag zal slechts eenmaal per overtuigingsstuk worden aangerekend, behalve wanneer de vordering uitdrukkelijk en op verantwoorde wijze opdraagt dat verscheidene of alle sporen op eenzelfde overtuigingsstuk moeten worden onderzocht. HOOFDSTUK V. - Expertises inzake verkeer
Art. 32.De honoraria van de deskundigen inzake verkeer worden forfaitair vastgesteld, rekening houdend met hun indeling in groepen en de aard van de ongevallen.
Onder "voertuig" dient te worden verstaan het enkelvoudig vervoermiddel zoals de fiets, de bromfiets, de motorfiets, de automobiel, de tractor, de landbouwtractor, de vrachtwagen, de kampeerauto.
Onder "voertuig met aanhangwagen" dient te worden verstaan het geleed voertuig zoals de automobiel + aanhangwagen, de trekker + oplegger, de vrachtwagen + aanhanger of het landbouwwerktuig.
Art. 33.De verkeersongevallen waarin voertuigen of voertuigen met aanhangwagen betrokken zijn, worden ingedeeld in de volgende groepen : - groep 1 : een voertuig of een voertuig met aanhangwagen tegen een vaste hindernis; - groep 2 : een voertuig of een voertuig met aanhangwagen tegen een voetganger, fietser of bromfietser; - groep 3 : - een motorfiets tegen een motorfiets; - een motorfiets tegen twee fietsers of twee bromfietsers; - een voertuig, uitgezonderd een tweewieler, tegen twee fietsers of bromfietsers; - een voertuig tegen een voertuig uitgezonderd een tweewieler; - een voertuig, uitgezonderd een tweewieler, tegen een voertuig met aanhangwagen. - groep 4 : - drie voertuigen tegen elkaar, uitgezonderd fietsers of bromfietsers; - twee voertuigen en een voertuig met aanhangwagen tegen elkaar; - twee voertuigen met aanhangwagen tegen elkaar; - groep 5 : de uitzonderlijke verkeersongevallen zoals een trein, tram of autobus tegen een voertuig of een voertuig met aanhangwagen; de kettingbotsingen; de vliegtuigongevallen.
Art. 34.De prestaties verricht in het kader van een deskundig onderzoek inzake verkeersongevallen worden forfaitair vastgesteld op : 13 uren voor die omschreven in groep 1; 15 uren voor die omschreven in groep 2; 22 uren voor die omschreven in groep 3; 25 uren voor die omschreven in groep 4.
De prestaties verricht in het kader van een deskundig onderzoek zoals omschreven in groep 5, worden aangerekend naar eer en geweten.
Al deze prestaties, in rekening gebracht volgens het uurtarief bepaald in artikel 45 van dit besluit, bevatten : - de vaststellingen en opmetingen ter plaatse; - het technisch onderzoek van de voertuigen; - het opstellen van een voorafgaand verslag; - de studie van het dossier; - het opstellen en het verbeteren van het deskundig verslag; - de opmaak van het fotografisch dossier met commentaar; - de opmaak van het plan; - de neerlegging van het deskundig verslag.
Art. 35.De verplaatsingskosten, de kosten voor het typen van het verslag, het maken van foto's en fotokopieën worden afzonderlijk in rekening gebracht met toepassing van artikel 45 van dit besluit.
Art. 36.De facturen en onkostennota's met betrekking tot de eventuele tussenkomst van derden waarop een beroep is gedaan, worden met een behoorlijke verantwoording in rekening gebracht.
Art. 37.De administratieve verzendingskosten ingevolge het tegensprekelijk karakter van een vonnis, geregeld in de artikelen 962 tot 992 van het Gerechtelijk Wetboek worden aan de deskundigen die deze uitgaven deden, terugbetaald.
Er wordt toegekend voor : - een bij ter post aangetekende brief : 6,32 EUR; - een gewone brief : 2,66 EUR; - de verzending van een voorafgaand verslag : 2,66 EUR; - de verzending van een definitief verslag : 2,66 EUR. Een kopie van de betrokken briefwisseling dient te worden gevoegd bij het deskundig verslag. HOOFDSTUK VI. - Expertises inzake onderzoek van vezels en haren
Art. 38.Voor het beschrijvend onderzoek en de bewaring van overtuigingsstukken wordt toegekend : - voor het eerste stuk : 34,47 EUR; - voor elk van de volgende stukken : 8,54 EUR.
Art. 39.Voor de monsternemingen en de voorbereidende opzoekingen van vezels en haren op overtuigingsstukken wordt 23,24 EUR toegekend.
Hetzelfde bedrag wordt toegekend voor monsternemingen in een voertuig.
Dit bedrag dekt inzonderheid de kostprijs van de volgende twee prestaties : - het afzonderen van vezels en haren op overtuigingsstukken door middel van een zelfklevend transparant blad : 7,80 EUR; - het voorbereidend onderzoek van de monsternemingen (binoculair onderzoek), onderzoek, classificatie, selectie op grond van een macroscopisch onderzoek van de kleur, de lengte en de doorsnede; bewaring van de vezels en de haarmonsters, per transparant blad : 7,59 EUR.
Art. 40.Voor het microscopische onderzoek wordt toegekend : Voor de vaststelling van de morfologische kenmerken, zoals lengte, doorsnede, kleur, afmeting, concentratie en verdeling van de pigmenten (haar), structuur van het merg (haar), onderzoek van de ontglanzers (vezels), aanduiding van het weven en de fabricage van de vezel, oppervlaktekarakteristieken, enz... : 31,28 EUR per staal.
Art. 41.Voor de aanvullende onderzoeken wordt toegekend : 1° Voor macroscopisch onderzoek van een schubafdruk : 18,34 EUR per staal;2° voor meting van de medullaire index : voor het macroscopisch onderzoek : 18,34 EUR per staal;3° voor onderzoek van de doorsnede van een vezel/haar door middel van microtomie : voor onderzoek van de specifieke morfologische kenmerken : 23,14 EUR per staal;4° voor infraroodmicrospectrometrie : voor de karakterisering van cosmetische producten en de bepaling van de chemische samenstelling van de vezels : 46,75 EUR per staal;5° voor zichtbare microspectrometrie : voor het scheikundig onderzoek van capillaire kleurstoffen en de meting van de kleur van de vezels : 36,00 EUR per staal;6° voor microfluorimetrie : voor het onderzoek van de fluorescentie van vezels en van kleurstoffen voor haren : 36,00 EUR per staal;7° voor meting van de dubbele breking : 24,53 EUR;8° voor TLC : voor de scheikundige ontleding van de kleurstoffen (haren en vezels), shampoo en andere capillaire producten : 47,44 EUR per staal;9° voor meting van het smeltpunt : voor het karakteristieke smeltpunt van de scheikundige aard van vezels : 21,64 EUR per staal;10° voor elektronenmicroscopie : voor het onderzoek van bijzondere kenmerken en misvormingen : 80,19 EUR. HOOFDSTUK VII. - Bepaalde bewerkingen inzake criminalistiek
Art. 42.Er wordt toegekend : I. voor het opsporen van afdrukken ter plaatse, per vordering : 23,48 EUR;
II. voor het nemen van vinger-, palmafdrukken of andere afdrukken op een lijk : 26,46 EUR;
III. voor het nemen van dezelfde afdrukken meer dan drie dagen na de dag van het overlijden : 35,26 EUR;
IV. voor het nemen van dezelfde afdrukken na herstel van de vingertoppen, dezelfde bedragen verhoogd met 26,46 EUR;
V. voor het vergelijken van de opgenomen afdrukken met de vingerafdrukken van personen met naam aangewezen in de vordering : a) voor elk van de eerste vergelijkingen : 17,58 EUR;b) voor elk van de volgende acht : 9,36 EUR;c) voor elk van de volgende, de vijftigste inbegrepen : 2,87 EUR;d) voor elk van de volgende, vanaf de eenenvijftigste : 1,11 EUR; VI. voor het opsporen van de kenmerken, tracering en nummering met inkt op de vergrotingen, per identificatie : 35,26 EUR;
VII. voor het afgietsel van een voetspoor en de ontleding : 17,58 EUR; per extra afgietsel : 7,04 EUR;
VIII. voor het vergelijken van een afgietsel, tekening of foto van een voetspoor met voeten, schoenen, kousen of sokken, daaronder begrepen de beschrijving ervan, voor de eerste drie vergelijkingen : 18,76 EUR; voor elk van de volgende : 7,04 EUR;
IX. voor het nemen van een afdruk van een spoor van braak met een tweede afgietsel : 17,58 EUR;
X. voor het vergelijken van een afdruk van een spoor van braak met werktuigen, voor de vergelijking met ieder der eerste drie werktuigen : 17,58 EUR; voor de vergelijking met elk van de volgende : 7,04 EUR. HOOFDSTUK VIII. - Expertises van verschillende aard
Art. 43.De honoraria van de scheikundigen, deskundigen in eetwaren, worden vastgesteld overeenkomstig het tarief dat, met toepassing van het ministerieel besluit van 13 december 1974 op de vervalsing van levensmiddelen, is vastgesteld. Deze honoraria omvatten alle kosten van uitvoering van de ontledingen, alsook die van de terzake noodzakelijke benodigdheden.
Art. 44.Er wordt aan de veeartsen toegekend : I. voor een onderzoek : 17,58 EUR;
II. voor een lijkopening : 52,97 EUR;
III. voor het afzonderen van organen, ingewanden en projectielen : 29,36 EUR. HOOFDSTUK IX. - Prestaties die niet zijn bepaald in de loonschaal
Art. 45.Voor de prestaties van deskundigen waarin deze loonschalen niet voorzien, gelden volgende uurtarieven : 1° hoogleraren : 69,49 EUR;2° specialisten in de wetsgeneeskunde : 60,74 EUR;3° deskundigen houder van een universitair diploma of van een diploma uitgereikt door een erkende instelling van hoger onderwijs van het lange type, bedrijfsrevisoren, accountants : 52,97 EUR;4° de andere deskundigen : 41,19 EUR. De uurtarieven kunnen slechts in uitzonderlijke omstandigheden en om behoorlijk gegronde redenen worden overschreden, zulks op voorstel van de verzoekende autoriteit en na akkoord van de Minister van Justitie.
De tarieven omvatten alle algemene onkosten van de deskundige, met uitzondering van de verplaatsingskosten, van de kosten voor het typen van het verslag, het maken van foto's en fotokopieën, waarvoor volgende vergoedingen worden toegekend : a) verplaatsingen : per kilometer wordt 0,6354 EUR toegekend.In dat bedrag zijn de wagenkosten en de duur van de verplaatsing begrepen. De kosten worden berekend overeenkomstig artikel 65 van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken (koninklijk besluit van 28 december 1950); b) typen : 2,98 EUR per bladzijde van 30 regels.De vergoeding geldt voor de originele versie alsmede voor twee afschriften; c) fotokopieën : 0,05 EUR/stuk.Enkel de bijlagen bij het verslag worden vergoed; d) fotograferen : kleurenfoto's en zwart-witfoto's : formaat 9x13 en 10x15 : 0,95 EUR 13x18 : 1,92 EUR. Indien de deskundige ten behoeve van zijn archief van de foto een dubbel laat maken, kan een aanvullende vaste vergoeding van 0,24 EUR per foto in rekening worden gebracht. Deze foto's moeten niet bij de kostenstaat en honoraria worden gevoegd.
In de hierboven bedoelde vergoedingen zijn alle kosten begrepen, inzonderheid die voor de aankoop van de film, het ontwikkelen en afdrukken van de foto's, het eventuele gebruik van een flitslicht en de afschrijving van het materieel.
De B.T.W. betaald door de B.T.W.-plichtige deskundige is niet in die vergoedingen begrepen, maar hij kan het bedrag van die belasting terugvorderen. Voor de niet-B.T.W.-plichtige deskundigen worden de vergoedingen met de van toepassing zijnde B.T.W. verhoogd.
Een vergoeding van 16,97 EUR wordt verleend voor de werkzaamheden ter voorbereiding van het nemen van microfoto's : de vergoeding wordt verleend zonder rekening te houden met het aantal te fotograferen elementen, noch met het aantal genomen foto's, behalve in verband met de ballistische onderzoeken waar zij wordt toegekend naar verhouding van het aantal te identificeren wapens. De foto's worden betaald op de hierboven omschreven wijze.
Wanneer andere formaten dan de hierboven vermelde zijn aangewend, worden de werkelijk gedragen kosten tegen overlegging van de factuur terugbetaald. HOOFDSTUK X. - Algemene bepalingen
Art. 46.Aan de deskundige wordt een dubbel honorarium toegekend voor de werkzaamheden die moeten worden verricht tussen 20 uur en 8 uur, of vanaf zaterdag 8 uur tot maandag 8 uur of op een wettelijke feestdag.
In ieder geval moet die verplichting in de vordering worden gesteld.
Art. 47.Behoudens de bepaalde uitzonderingen, dekken de in dit besluit vastgestelde honoraria alle werkzaamheden en kosten van de deskundigen, namelijk de verslagen en het loon van de helpers. HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen
Art. 48.Het ministerieel besluit van 11 juni 1999 tot vaststelling van het normaal bedrag van de honoraria der personen opgeroepen in strafzaken wegens hun kunde of hun beroep, wordt opgeheven.
Art. 49.In afwijking van de artikelen 148 en 149 van het koninklijk besluit van 28 december 1950, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 maart 1983, 14 november 1986 en 8 november 1994, tot vaststelling van het algemeen reglement van de gerechtskosten in strafzaken, worden de bedragen vastgesteld in dit besluit op 1 januari van elk jaar gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen zoals dit wordt toegepast voor de wedden van het personeel van de ministeries (volgens de gezondheidsindex).
Art. 50.De in dit besluit bedoelde bedragen worden op 1 januari van elk jaar vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller het rekenkundig gemiddelde is van het indexcijfer der consumptieprijzen van de maanden augustus tot en met november van het voorafgaand jaar, en de noemer 109,20 (index van 2001). De honderdsten van de teller beneden vijf worden niet in aanmerking genomen en de honderdsten gelijk aan of boven vijf worden afgerond naar het hogere tiende.
Art. 51.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Brussel, 18 september 2002.
M. VERWILGHEN