gepubliceerd op 30 november 2009
Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie voor boekhoudkundige normen van 17 december 2008
26 OKTOBER 2009. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie voor boekhoudkundige normen van 17 december 2008
De Minister van Justitie, De Minister van Financiën, De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen en De Minister van Middenstand, Gelet op de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen, inzonderheid op artikel 13, laatst gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen, inzonderheid op artikel 9, hersteld bij het koninklijk besluit van 3 april 2006;
Overwegende dat de Commissie voor boekhoudkundige normen het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement op 17 december 2008 heeft goedgekeurd, Besluiten :
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de Commissie voor boekhoudkundige normen wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit, met het bijgevoegde huishoudelijk reglement, treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 26 oktober 2009.
De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Huishoudelijk reglement van 17 december 2008 Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen, inzonderheid op artikel 9. HOOFDSTUK I. - Vergaderingen van de Commissie
Artikel 1.De Commissie vergadert op schriftelijke uitnodiging (of per e-mail) van de Voorzitter. Behalve in geval van hoogdringendheid beslist door de Voorzitter, zal deze uitnodiging ten minste vijf werkdagen voor de vergadering verstuurd worden.
Art. 2.De uitnodiging bevat de dagorde en de documenten voor de te behandelen punten. Bijkomende documenten worden, in voorkomend geval, later maar voor de vergadering naar de leden gestuurd.
Behoudens uitzondering hebben de documenten bezorgd aan de leden een vertrouwelijk karakter.
Art. 3.De vergaderingen van de Commissie worden voorbereid door de voorzitter met de hulp van het wetenschappelijke secretariaat van de Commissie. Het wetenschappelijk secretariaat wordt samengesteld door de Voorzitter en staat onder zijn leiding. Aan één van de leden van het wetenschappelijk secretariaat kan door de Voorzitter de functie van secretaris-generaal worden gegeven. De secretaris-generaal heeft de leiding van het wetenschappelijk secretariaat. De leden van het wetenschappelijk secretariaat nemen deel aan de vergaderingen van de Commissie. Zij hebben echter geen stemrecht. HOOFDSTUK II. - Beraadslagingen van de Commissie
Art. 4.De Commissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste acht leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Zij beslist bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De aanbevelingen en adviezen geformuleerd krachtens artikel 13, 2° van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen worden echter uitgebracht met een tweederde meerderheid.
De aanbevelingen en adviezen van de Commissie zijn gemotiveerd.
De publicatie van elk belangrijk thematisch advies wordt systematisch voorafgegaan door de publicatie van een adviesontwerp zodat elke belangstellende de kans heeft binnen een bepaalde termijn te reageren.
Als een advies wordt goedgekeurd bij meerderheidsstemming, wordt het afwijkend advies (van het lid of) van de leden die niet konden instemmen met de goedgekeurde beslissing, op (zijn) hun vraag, al dan niet nominatief, gepubliceerd als bijlage bij het advies.
Art. 5.Een afwezig lid kan aan een ander lid een schriftelijke volmacht geven voor een bepaalde stemming. Het document wordt ten laatste bij het begin van de vergadering bij de Voorzitter ingediend.
Elk lid kan slechts voor twee andere leden een schriftelijke volmacht indienen.
Art. 6.Als een dringende beslissing dient genomen te worden en het onmogelijk blijkt op korte termijn een voldoende aantal leden te laten vergaderen of als, als gevolg van een vergadering, een nieuwe versie van een advies of aanbeveling aan de leden moet voorgelegd worden, kan de Voorzitter beslissen de leden schriftelijk te raadplegen.
In geval van schriftelijke procedure wordt aan de leden minstens twee werkdagen toegekend om hun standpunt te bepalen.
De Voorzitter zal een vergadering van de Commissie beleggen als ten minste vier leden schriftelijk (of per e-mail) melden dat ze niet akkoord gaan met het voorstel van advies of aanbeveling dat hun werd bezorgd. HOOFDSTUK III. - Werkgroepen, deskundigen en derden
Art. 7.De Commissie kan werk- en studiegroepen oprichten; ze kan een beroep doen op deskundigen en het advies van derden vragen. Deze deskundigen kunnen toegelaten worden tot de vergaderingen van de Commissie. Zij hebben echter geen stemrecht.
De werkgroepen worden opgericht bij beslissing van de Commissie na beraadslaging conform de artikelen 1 tot 4. Werkgroepen kunnen enkel opgericht worden voor de voorbereiding van thematische of bijzonder complexe adviezen of voor de voorbereiding van wetgeving of specifieke reglementering.
In elke werkgroep zetelen ten minste twee Commissieleden of één Commissielid en één lid van het wetenschappelijk secretariaat. Een Commissielid of een lid van het wetenschappelijk secretariaat neemt het voorzitterschap waar.
Er wordt periodiek en minstens trimestrieel gerapporteerd aan de Commissie over de stand van zaken van de werkzaamheden van de werkgroepen. Op het einde van de opdracht, wordt een schriftelijk verslag voorgesteld aan de Commissie door de voorzitter van de werkgroep. HOOFDSTUK IV. - Publicaties en communicatie met derden
Art. 8.De Commissie verspreidt haar adviezen en aanbevelingen via haar website en jaarverslag alsook via de media die zij bepaalt.
Art. 9.Alleen de Voorzitter van de Commissie heeft de bevoegdheid het standpunt van de Commissie uit te drukken of de Commissie te vertegenwoordigen.
Als de Voorzitter verhinderd is, kan hij daartoe een lid van de Commissie of een lid van het wetenschappelijk secretariaat aanduiden.
Art. 10.De leden van de werkgroepen, de deskundigen en de derden bedoeld in art. 6 zijn aan dezelfde plicht onderworpen als vermeld in art. 10 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor Boekhoudkundige Normen.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 26 oktober 2009 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie voor boekhoudkundige normen.
De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister vanFinanciën, D. REYNDERS De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE