26 MAART 2008. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de vrijstelling van visvergunning is onderworpen, die aan het departement biologie (URBO) van de "Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix" voor wetenschappelijke doeleinden wordt toegekend

De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het verzoek van 28 januari 2008 van P. Kestemont namens het departement biologie van de "Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix", te Namen, betreffende de hernieuwing van de vergunning om elektrisch te vissen;

Gelet op het belang van dit soort studies en de noodzaak de continuïteit ervan te verzekeren, Besluit :

Artikel 1.De heer P. Kestemont en zijn medewerkers van de "URBO" mogen te allen tijde en zonder visvergunning alle soorten vis en kreeft vangen : 1. in alle waterlopen, kanalen en vijvers van het Waalse Gewest waar het visrecht aan de Staat toebehoort;2. in alle andere waterlopen en kanalen van het Waalse Gewest bedoeld in de wet op de riviervisserij en haar uitvoeringsbesluiten onder voorbehoud van de schriftelijke voorafgaande toestemming van de visrechthouders.

Art. 2.Elk elektrisch vistuig alsook elk tuig dat de vis of de kreeft niet kan verwonden, worden alleen toegelaten om de vangst bedoeld in artikel 1 uit te voeren.

Het gebruik van die tuigen moet de vissers niet hinderen. Elke vis of kreeft die geen nader onderzoek moet ondergaan wordt onmiddellijk in het water teruggezet.

Art. 3.De directeur van de Afdeling Natuur en Bossen van het ambtsgebied en de Dienst Visvangst van de Directie Jacht en Visvangst worden op voorhand ingelicht over de plaatsen en data van de handelingen.

Art. 4.De personeelsleden van de Afdeling Natuur en Bossen mogen hun medewerking verlenen aan de personen bedoeld in artikel 1 die in het bezit zijn van die vergunning.

Art. 5.Wanneer de vangsten door middel van elektrische tuigen worden uitgevoerd, verbinden de personen bedoeld in artikel 1 zich ertoe de regels inzake veiligheid bedoeld in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties na te leven.

Art. 6.Die vergunning moet worden getoond op elk verzoek van de beambten van de openbare macht en van de veldwachters belast met het toezicht op de visvangst.

Art. 7.De resultaten van elke visstudie, onderworpen aan de bepalingen van dit besluit, worden opgesteld in drie exemplaren in een formaat dat met het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek moet worden overeengekomen.

Minstens één keer per jaar of op hun uitdrukkelijk verzoek wordt een exemplaar gericht aan elk van de volgende instellingen : - de Afdeling Natuur en Bossen, Directie Jacht en Visvangst; - de Buitendirectie van de Afdeling Natuur en Bossen van het ambtsgebied; - het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek.

Art. 8.Die vergunning wordt toegekend tot 31 december 2013.

Namen, 26 maart 2008.

B. LUTGEN