gepubliceerd op 09 april 2004
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 december 2000 betreffende de algemene regels inzake de lineaire obligaties
26 MAART 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 december 2000 betreffende de algemene regels inzake de lineaire obligaties
De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium gewijzigd bij de wet van 22 juli 1991, van 28 juli 1992, van 22 maart, 22 juli en 6 augustus 1993, van 4 april 1995, van 18 juni en 12 december 1996, van 15 juli en 30 oktober 1998, van 28 februari en 2 augustus 2002, en bij het koninklijk besluit van 13 juni 2001, inzonderheid op hoofdstuk I;
Gelet op de wet van 22 december 2003 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2004, inzonderheid op artikel 8, § 1, 1°;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de effecten van de Staatsschuld gewijzigd bij het koninklijke besluit van 22 juli 1991, van 10 februari 1993, van 14 juni en 16 november 1994, van 30 september en 3 december 1997, van 26 november 1998, van 20 januari 1999 en van 11 juni 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 1998, 6 december 2000, 19 maart 2002 en van 26 maart 2004;
Gelet op het ministerieel besluit van 12 december 2000 betreffende de algemene regels inzake de lineaire obligaties gewijzigd bij het ministerieel besluit van 22 maart 2002;
Overwegende dat het noodzakelijk is om het ministerieel besluit van 12 december 2000 betreffende de algemene regels inzake de lineaire obligaties, aan te passen om tranches voor particulieren te kunnen uitgeven, Besluit :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 12 december 2000 betreffende de algemene regels inzake de lineaire obligaties, worden de woorden : « Ministerie van Financiën » vervangen door de woorden « Federale Overheidsdienst Financiën ».
Art. 2.Artikel 8 van hetzelfde besluit, wordt aangevuld door het volgende lid : « De inschrijvingsperiode voor de tranches van particulieren kan in het belang van de Schatkist ingekort worden. »
Art. 3.Artikel 14 van hetzelfde besluit, wordt aangevuld door een § 3, luidende als volgt : « § 3. Particulieren kunnen door bemiddeling van de plaatsende instellingen, bedoeld in artikel 7, § 2, van het kaderbesluit, voor een minimumbedrag van 200 euro inschrijven op de tranches voor particulieren tegen de gewogen gemiddelde prijs van de aanbesteding en dit volgens de richtlijnen vervat in de handleiding.
In afwijking van het artikel 16 van hetzelfde besluit, betalen particulieren geen opgelopen interesten.
Bij dergelijke inschrijvingen, wordt de eerstvolgende coupon berekend overeenkomstig artikel 2, § 3, van dit besluit.
Het Rentenfonds kan onder dezelfde voorwaarden, evenwel zonder bemiddeling van de plaatsende instellingen, inschrijven op de tranches voor particulieren. »
Art. 4.In artikel 24 van hetzelfde besluit, worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende leden ingevoegd : « Bij uitgifte overeenkomstig het eerste lid, kunnen particulieren voor een minimumbedrag van 200 euro intekenen op tranches voor particulieren tegen de weerhouden prijs door bemiddeling van de plaatsende instellingen, bedoeld in artikel 7, § 2, van het kaderbesluit alsook via de dienst van de grootboeken.
Het uitgiftebesluit bepaalt de op deze particulieren toepasselijke betaaldatum. Indien deze datum afwijkt van deze van toepassing op de hoofdtranche, worden de gevolgen op de betaling van de eerstvolgende coupon geregeld overeenkomstig het eerste lid. De inschrijvingsperiode kan in het belang van de Schatkist ingekort worden.
De inschrijvingen ontvangen op de sluitingsdag kunnen eventueel verdeeld worden; in dit geval zullen de door de inschrijvers te veel betaalde sommen hun terugbetaald worden zonder rentevergoeding.
Het Rentenfonds kan onder dezelfde voorwaarden, evenwel zonder bemiddeling van de plaatsende instellingen, tranches voor particulieren verwerven. »
Art. 5.§1. Artikel 25, §1, a), 3, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « 3. over de offerteaanvraag of de verzaking van een offerteaanvraag betreffende een uitgifte van lineaire obligaties, alsook over de inschrijvingsperiode voor een tranche voor particulieren; ». § 2. In artikel 25, §1, a), 6, van hetzelfde besluit, worden de woorden « en van de plaatsende instellingen » ingevoegd tussen de woorden « primary dealers » en de woorden « om deel te nemen ».
Art. 6.In artikel 25, §1, b), van hetzelfde besluit, worden de woorden « lid 1 » vervangen door de woorden « eerste en tweede lid ».
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 15 maart 2004.
Brussel, 26 maart 2004.
D. REYNDERS