gepubliceerd op 01 juli 2008
Ministerieel besluit tot wijziging van de artikelen 60 en 75ter van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering
26 JUNI 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van de artikelen 60 en 75ter van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering (1)
De Minister van Werk, Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 110, § 5, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 en 131bis, § 2, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 1993;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 60, tweede lid, 3°, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 13 december 1996, 22 december 1997, 27 april 2001, 24 januari 2002 en 30 juli 2004 en 75ter, vierde lid, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 29 juni 2005;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 5 juni 2008;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 2 juni 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 13 juni 2008;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de Regering in het kader van de werkgelegenheidspolitiek een prioriteit gemaakt heeft van de bestrijding van de werkloosheidsvallen; dat zij beslist heeft om voor 2008 een budgettaire enveloppe van 18 miljoen euro te voorzien voor maatregelen ter bestrijding van deze werkloosheidsvallen; dat hiervoor binnen dit budget door de sociale partners voorstellen werden uitgewerkt om een zeker aantal van deze bestaande werkloosheidsvallen weg te werken door het financieel aantrekkelijker maken van deeltijdse arbeid in het kader van de inkomensgarantie-uitkering en door een verhoging van het toegestane inkomen in hoofde van de partner van de werkloze met gezinslast; dat de optimale aanwending van dit budget vereist dat maatregelen zo snel mogelijk zouden worden genomen teneinde de remmen op de werkhervatting op te heffen, de professionele herinschakeling te bevorderen, het verwachte terugverdieneffect op tewerkstelling te realiseren en de koopkracht van werknemers die slechts een deeltijdse tewerkstelling hebben te verhogen; dat de sociale partners daarom willen dat deze maatregelen in werking treden op 1 juli 2008;
Gelet op advies 44.726/1 van de Raad van State, gegeven op 17 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Artikel 60, tweede lid, 3°, van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 13 december 1996, 22 december 1997, 27 april 2001, 24 januari 2002 en 30 juli 2004 wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° het bruto-bedrag van dit inkomen bedraagt normaal gemiddeld per maand niet meer dan 502,05 EUR en de echtgeno(o)t(e) geniet voor de beschouwde maand geen vervangingsinkomen, behalve indien dit toegekend wordt ingevolge arbeidsongeschiktheid of ingevolge tijdelijke werkloosheid in de tewerkstelling met een inkomen dat in toepassing van deze bepaling niet als een beroepsinkomen wordt beschouwd en voor zover het bruto-bedrag van dit vervangingsinkomen, verhoogd met het inkomen uit de arbeid in loondienst, de voormelde grens niet overschrijdt. »
Art. 2.In artikel 75ter, vijfde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 29 juni 2005, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2008.
Brussel, 26 juni 2008.
Mevr. J. MILQUET