Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 januari 2024
gepubliceerd op 15 februari 2024

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft de regeling van het voorbehoud van subsidies

bron
vlaamse overheid
numac
2024001296
pub.
15/02/2024
prom.
26/01/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


26 JANUARI 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 april 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/04/2014 pub. 04/07/2014 numac 2014203367 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 sluiten tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft de regeling van het voorbehoud van subsidies


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, artikel 12 § 1, tweede lid en § 3; - het Subsidiebesluit van 22 november 2013, artikel 6, tweede, 2°, en derde lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 24 oktober 2023. - Er is op 12 januari 2024 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. De Raad van State heeft op 18 januari 2024 beslist geen advies te geven, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BESLUIT:

Artikel 1.In artikel 4 van het ministerieel besluit van 23 april 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/04/2014 pub. 04/07/2014 numac 2014203367 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 sluiten tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° de organisator vraagt het voorbehoud aan, volgens de richtlijnen van het agentschap, uiterlijk op het moment dat het aantal vergunde kinderopvangplaatsen lager wordt dan het aantal subsidieerbare plaatsen in de subsidiegroep.Hierbij geldt dat: a) de organisator groepsopvang in het verzoek motiveert en staaft op welke manier hij in de loop van de vier volgende kwartalen opnieuw het aantal vergunde kinderopvangplaatsen, waarvoor er voorbehoud op subsidie gevraagd wordt, zal realiseren.Het agentschap beslist over het verzoek uiterlijk 30 dagen na ontvangst ervan en kent het voorbehoud toe als de organisator dit voldoende motiveert of staaft; b) de organisator gezinsopvang in het verzoek aanduidt of hij de intentie heeft in de loop van de vier volgende kwartalen opnieuw het aantal vergunde kinderopvangplaatsen, waarvoor er voorbehoud op subsidie gevraagd wordt, te realiseren en hiertoe de nodige inspanningen zal leveren.Het agentschap beslist over het verzoek uiterlijk 30 dagen na ontvangst ervan en kent het voorbehoud toe als de organisator de intentie en de inspanningen bevestigt.".

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "als gebruikgemaakt wordt van het voorbehoud" vervangen door de woorden "als een voorbehoud werd toegekend";2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "als er niet gebruikgemaakt wordt van het voorbehoud" vervangen door de woorden "als er geen voorbehoud werd toegekend";3° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin het aantal vergunde kinderopvangplaatsen lager wordt dan het aantal subsidieerbare kinderopvangplaatsen of onmiddellijk als de organisator meedeelt dat hij niet meer wil gebruikmaken van het voorbehoud" vervangen door de woorden "vanaf de datum waarop het aantal vergunde kinderopvangplaatsen lager werd dan het aantal subsidieerbare kinderopvangplaatsen in de subsidiegroep";4° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 8 juli 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 08/07/2016 pub. 24/08/2016 numac 2016036212 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot uitvoering van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 sluiten, worden de woorden "niet gebruikmaakt van het voorbehoud" vervangen door de woorden "geen voorbehoud heeft".

Art. 4.In titel 6, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 3 vervangen door wat volgt: "Afdeling 3. Overgangsregeling aanvraag voorbehoud".

Art. 5.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 38.De aanvraag van het voorbehoud, vermeld in artikel 6 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, gebeurt door de organisator groepsopvang die werkt met kinderbegeleiders in het sociaal statuut van aangesloten onthaalouder niet overeenkomstig artikel 4, 3°, a), zolang de overgangsperiode, vermeld in artikel 57 en 59 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 geldt. Gedurende deze overgangsperiode gebeurt de aanvraag zoals vermeld in artikel 4, 3°, b).".

Art. 6.Artikel 39 tot en met 41 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.

Brussel, 26 januari 2024.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS

^