Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 26 augustus 2002
gepubliceerd op 06 september 2002

Ministerieel besluit tot vaststelling van het reglement van de beursmarkt in renten

bron
ministerie van financien
numac
2002003463
pub.
06/09/2002
prom.
26/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/26/2002003463/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 AUGUSTUS 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het reglement van de beursmarkt in renten


De Minister van Financiën, Gelet op de richtlijn 79/279/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 1979 tot coördinatie van de voorwaarden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs, gewijzigd bij de richtlijn 82/148/EEG van de Raad van 3 maart 1982 en bij de richtlijn 88/627/EEG van de Raad van 12 december 1988;

Gelet op de richtlijn 82/121/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 februari 1982 betreffende de periodieke informatieverstrekking door vennootschappen waarvan de aandelen tot de officiële notering aan een effectenbeurs zijn toegelaten;

Gelet op de richtlijn 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten;

Gelet op de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds, inzonderheid artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 19 juni 1959, 22 juli 1991 en 23 december 1994;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 februari 1996 tot vastelling van het reglement van de beursmarkt in renten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van Euronext Brussels, Overwegende dat krachtens de voornoemde wet van 6 april 1995, de Minister van Financiën de notering op een effectenbeurs van de effecten van de overheidsschuld alsook de vereffening van de beurstransacties in die effecten reglementeert;

Overwegende dat Euronext Brussels zijn nieuwe marktregels ingang heeft kunnen laten vinden op 21 mei 2001 en dat het bijgevolg noodzakelijk is de bepalingen van het reglement van de beursmarkt in renten, die een deel van de eerste markt van Euronext Brussels is, zonder uitstel aan te passen aan de bepalingen die algemeen geldend zijn op de beursmarkt vanaf die datum, Besluit : TITEL I. - Definities

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs;2° renten : de financiële instrumenten bedoeld in artikel 22 van de wet;3° de marktautoriteit: de marktautoriteit van Euronext Brussels;4° lid : lid van Euronext Brussels, toegelaten op de beursmarkt in renten;5° bemiddelaar in financiële instrumenten : beleggingsonderneming of kredietinstelling bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2 van de wet;6° beursdag : een dag waarop de markten van Euronext Brussels open zijn;7° zitting : een periode waarin op het bewuste segment van de beursmarkt in renten en voor de bewuste rente een notering kan plaatsvinden;8° valutadag : de dag waarop een beurstransactie in renten, overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van dit besluit, moet worden vereffend;9° bankwerkdag: iedere dag dat het Target-systeem (Trans-European Automated Real-time Gross Settlement Express Transfer System) operationeel is.10° marktregels van Euronext Brussels : het geheel van marktregels opgesteld door Euronext Brussels, overeenkomstig artikel 10 van de wet;11° « Clearing Rule Book » : het geheel van verrekeningsregels opgesteld door Clearnet, het verrekeningsorganisme aangeduid door Euronext Brussels overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 augustus 1999. TITEL II. - Werking van de markt HOOFDSTUK I. - Structuur

Art. 2.De beursmarkt in renten maakt deel uit van de eerste markt van Euronext Brussels.

Art. 3.De beursmarkt in renten is in twee onderscheiden segmenten onderverdeeld : 1° het segment van de fixing, waarop de transacties die betrekking hebben op een rente op een bepaald moment tijdens de zitting worden uitgevoerd tegen de enige koers, vastgesteld door het Rentenfonds;2° het bloksegment, waarop de transacties worden uitgevoerd waarvan de partijen uitdrukkelijk zijn overeengekomen ze niet te verrichten op het segment van de fixing. De marktautoriteit bepaalt het segment of de segmenten van de beursmarkt in renten waarop een rente kan worden verhandeld.

Een rente kan slechts op het segment van de fixing worden verhandeld mits het akkoord van het Rentenfonds bekomen wordt. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 4.Een rente wordt genoteerd onder de vorm van een koers die een percentage is van de nominale waarde van de effecten. Die koers brengt de verplichting mee voor de koper om aan de verkoper daarbij nog interesten te vergoeden, berekend overeenkomstig de artikelen 29 tot 31 van dit besluit.

Art. 5.De inhoud van een beursorder en de wijze van plaatsing dient te gebeuren conform de marktregels van Euronext Brussels tenzij anders bepaald in dit besluit.

Art. 6.De Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en het Rentenfonds kunnen zonder bemiddelaar renten op de effectenbeurs kopen of verkopen.

De uitoefening van deze bevoegdheid verleent hen niet de hoedanigheid van "lid" in de zin van dit besluit en de artikelen 11 en volgende van de wet.

De marktautoriteit zorgt ervoor dat de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid en de in artikel 8, § 3 van dit besluit bedoelde functies kunnen worden uitgeoefend door aan de Staat, aan de Gemeenschappen en de Gewesten en aan het Rentenfonds, op hun verzoek en tegen kostprijs, het nodige materieel en de nodige communicatiemiddelen te verschaffen.

Art. 7.Om de functies uit te oefenen die hun krachtens dit besluit worden toevertrouwd, hebben zowel de marktautoriteit als het Rentenfonds toegang tot alle informatie betreffende de orders die op de beursmarkt in renten worden ingevoerd en de transacties die erop worden afgesloten. HOOFDSTUK III. - Segment van de fixing

Art. 8.§ 1. Op het segment van de fixing wordt per rente en per zitting slechts één koers genoteerd. § 2. Er wordt één zitting per beursdag gehouden.

De marktautoriteit kan echter voor de renten met een geringe liquiditeit beslissen om slechts één zitting per week te organiseren. § 3. De koers wordt vastgesteld door het Rentenfonds.

Bij ontstentenis van verenigbare aankoop- en verkooporders of om technische redenen die eigen zijn aan de bewuste rente, kan het Rentenfonds beslissen geen koers vast te stellen.

Art. 9.§ 1. Op het segment van de fixing mag de koers van een rente niet méér afwijken van de laatst genoteerde koers dan met een percentage van die koers dat lager is of gelijk aan : - 0,5 procent voor de renten met een resterende looptijd van minder dan één jaar; - 1 procent voor de renten met een resterende looptijd van één jaar tot minder dan drie jaar; - 1,5 procent voor de renten met een resterende looptijd van drie jaar tot minder dan vijf jaar; - 2,5 procent voor de renten die een resterende looptijd hebben van vijf jaar of meer.

De schommelingsmarges bedoeld in het eerste lid worden verdubbeld indien, tijdens de voorgaande beursdag, op het segment van de fixing geen koers werd genoteerd voor de bewuste rente. § 2. Indien de markttoestand het rechtvaardigt kan het Rentenfonds een koers vaststellen die de in § 1 ingevoerde schommelingsmarges overschrijdt. In dit geval wordt de koers indicatief genoemd en heeft er geen enkele transactie plaats.

Art. 10.Voor de toepassing van artikel 9 publiceert het Rentenfonds een overzicht van de renten gerangschikt naar resterende looptijd in de « Koerslijst » van Euronext Brussels. Dit overzicht wordt ten laatste op de voorlaatste beursdag van iedere maand gepubliceerd. Het wordt opgemaakt op basis van de toestand op de eerste dag van de maand die erop volgt en geldt voor al de noteringen van die maand.

Wat de renten betreft die vervroegd terugbetaald kunnen worden en die waarvan alle toekomstige inkomsten nog niet zijn gekend, stelt het Rentenfonds een theoretische resterende looptijd vast.

Art. 11.§ 1. De leden, de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten evenals het Rentenfonds kunnen tijdens de preopeningsperiode, waarvan het aanvangs- en het sluitingsuur door de marktautoriteit met het akkoord van het Rentenfonds wordt bepaald, orders op het segment van de fixing invoeren, wijzigen of annuleren.

Wijzigingen van het aanvangs- of het sluitingsuur van de preopeningsperiode worden vooraf in de "Koerslijst" van Euronext Brussels gepubliceerd.

In afwijking van het voorgaande lid wordt een dringend noodzakelijk geachte wijziging van het aanvangs- of het sluitingsuur zo spoedig mogelijk via de beschikbare technische middelen meegedeeld. § 2. De interventieperiode begint na de periode van preopening.

Alleen het Rentenfonds kan nog orders invoeren, wijzigen of annuleren tijdens de interventieperiode. Het treedt op voor eigen rekening dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks voor rekening van de emittent van de bewuste rente. Het verricht die invoeringen, wijzingen en annuleringen van orders zo snel mogelijk, en ten laatste twee uur na het begin van de interventieperiode, behoudens technische onmogelijkheid.

De invoeringen, wijzigingen en schrappingen van orders die het tijdens de interventieperiode voor eigen rekening verricht in het raam van zijn regulerende opdracht, hebben tot doel de koers te bepalen en, in voorkomend geval, het bij de vastgestelde koers bestaande verschil tussen het bedrag van de vraag en het bedrag van het aanbod te verkleinen of weg te werken.

Art. 12.Op het segment van de fixing stelt het Rentenfonds een koers vast voor elke rente waarvoor er een order is geplaatst.

Het order wordt in functie van de vastgestelde koers al dan niet uitgevoerd in voorkomend geval na vermindering van het bedrag overeenkomstig artikel 13 van dit besluit.

Art. 13.§ 1er. Het Rentenfonds kan, in het raam van zijn regulerende opdracht, onvoorwaardelijk een order aan een gedeeltelijke uitvoering onderwerpen door het te verminderen tot het kleinste van de hiernavolgende bedragen : - 125.000 euro voor de renten uitgedrukt in euro of vijf miljoen Belgische frank voor de renten uitgedrukt in Belgische frank; - 1 per duizend van het in omloop zijnde nominaal kapitaal van de bewuste rente. § 2. Het kan een order ten dele doen uitvoeren door hem te verminderen tot een bedrag lager dan dit bedoeld in § 1, onder de volgende voorwaarden : 1) in geval van vermindering van een verkooporder : - wordt ofwel de door artikel 9, § 1 toegestane maximale koersdaling toegepast; - is ofwel de vastgestelde koers de laagste koers waarbij, na een eventuele krachtens § 1 toegepaste vermindering, het totaal van de verkooporders groter is dan het totaal van de aankooporders. 2) in geval van vermindering van een aankooporder : - wordt ofwel de door artikel 9, § 1 toegestane maximale koersstijging toegepast; - is ofwel de vastgestelde koers de hoogste koers waarbij, na een eventuele krachtens § 1 toegepaste vermindering, het totaal van de aankooporders groter is dan het totaal van de verkooporders.

Art. 14.In geval van vermindering overeenkomstig artikel 13, krijgen de orders aan de zijde van de markt waar een vermindering plaatsvindt, om beurt de kleinste op de markt verhandelbare eenheid van de bewuste rente toegewezen tot er aan de overzijde van de markt geen effecten meer voorhanden zijn.

Het niet uitgevoerde saldo van de verminderde orders wordt geannuleerd.

Art. 15.Een belegger mag op het segment van de fixing per zitting en per rente slechts één enkel order met dezelfde kenmerken plaatsen.

Voor de toepassing van dit artikel worden de orders waarvan alleen het bedrag of de afloopdatum verschillen beschouwd als orders met dezelfde kenmerken. HOOFDSTUK IV. - Het bloksegment

Art. 16.Om op het bloksegment een transactie te kunnen uitvoeren, moet het nominaal bedrag ervan gelijk zijn aan of hoger zijn dan : - 100.000 euro, voor de renten uitgedrukt in euro; - vier miljoen Belgische frank, voor de renten uitgedrukt in Belgische frank.

Art. 17.Een transactie op het bloksegment wordt rechtstreeks tussen de partijen afgesloten voordat zij meegedeeld wordt aan de marktautoriteit.

Art. 18.De koers van een verrichting op het bloksegment kan slechts verschillen van de laatst genoteerde koers op het segment van de fixing met een percentage van deze koers dat kleiner of gelijk is dan dit voorzien in artikel 9, § 1 voor de bedoelde rente, rekening gehouden met haar resterende looptijd vastgelegd overeenkomstig artikel 10.

Art. 19.De kennisgeving van een transactie die werd afgesloten gedurende een zitting moet door iedere partij gedaan worden aan de marktautoriteit binnen de dertig minuten na het afsluiten ervan.

De kennisgeving van een transactie die werd afgesloten tussen twee zittingen moet gedaan worden voor de volgende zitting.

Art. 20.Een lid mag een transactie slechts uitvoeren op het bloksegment met het uitdrukkelijk akkoord van zijn cliënt.

TITEL III. - Toezicht op de markt

Art. 21.De marktautoriteit oefent het toezicht uit op de werking van de beursmarkt in renten.

Op vraag van de marktautoriteit kan het Rentenfonds zijn medewerking verlenen bij de voornoemde toezichtopdracht.

Art. 22.De marktautoriteit mag een order of een transactie op de beursmarkt in renten annuleren als dit order of die transactie indruist tegen de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

Art. 23.De marktautoriteit onderzoekt of de handelwijze van een lid aangaande een beursorder in renten in overeenstemming is met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, hetzij ambtshalve, hetzij op klacht van iedere belanghebbende persoon of autoriteit, hetzij op verzoek van het Rentenfonds.

TITEL IV. - Dekking en verwezenlijking van de transacties HOOFDSTUK I. - Dekking door de cliënten

Art. 24.Onverminderd het bepaalde in dit besluit, worden de dekkingsverplichtingen bij het plaatsen van orders in renten alsook de procedure wanneer een order niet uitgevoerd wordt, bepaald in het Clearing Rule Book. HOOFDSTUK II. - Vereffeningstermijn

Art. 25.De beurstransacties in renten worden vereffend op de derde bankwerkdag die volgt op de transactiedag.

Art. 26.Indien de vereffeningsdag bedoeld in artikel 25 geen beursdag is en de marktautoriteit beslist dat er geen vereffening kan worden georganiseerd, zal de bedoelde vereffening plaats hebben op de eerste bankwerkdag waarop zij kan georganiseerd worden. HOOFDSTUK III. - Onthechting van rechten

Art. 27.De op de beursmarkt in renten verkochte effecten moeten worden geleverd met alle op de valutadag van de transactie nog niet vervallen rechten en coupons aangehecht. HOOFDSTUK IV. - Prijsberekening van een transactie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 28.Onverminderd de toepassing van de fiscale reglementering en van de regels met betrekking tot de makelaarslonen en andere beurskosten, wordt de prijs van een beurstransactie in renten berekend volgens de onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 29.De verlopen interesten (I) die de koper bij de vereffening moet vergoeden, worden berekend volgens de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien de valutadag samenvalt met een vervaldag van interesten, behoudt de verkoper het voordeel van de interesten en worden geen verlopen interesten vergoed.

Art. 30.In afwijking van artikel 29 worden de verlopen interesten (I) die de koper bij de vereffening van transacties in lineaire obligaties met variabele rentevoet moet vergoeden, berekend volgens de volgende formule : I = Y x i/100 x n/360 waarbij - Y gelijk is aan het nominaal bedrag van de verhandelde effecten; - i de nominale jaarlijkse rentevoet is van de verhandelde effecten voor de op de valutadag lopende interestperiode; - n staat voor het exacte aantal kalenderdagen tussen de aanvangsdatum van de op de valutadag lopende interestperiode (inbegrepen) en de valutadag (niet inbegrepen).

Indien de valutadag samenvalt met een vervaldag van interesten, behoudt de verkoper het voordeel van de interesten en worden geen verlopen interesten vergoed.

Art. 31.In afwijking van artikel 29 worden, bij transacties in renten die : - ofwel de inkomsten kapitaliseren, - ofwel uitgegeven zijn met een looptijd van meer dan één jaar en een actuarieel rendement hebben dat berekend wordt vanaf de dag van de uitgifte tot de eindvervaldag en dat meer dan 0,75 punt hoger is dan de nominale interestvoet op jaarbasis, de interesten te vergoeden door de koper op de valutadag - hierna genoemd de gelopen inkomsten -actuarieel berekend aan de hand van de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het actuariële rendement (i) bij uitgifte wordt berekend overeenkomstig de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de zin van dit artikel dient onder « jaren » het aantal volledige jaren verstaan te worden tussen de valutadag van de transactie (inbegrepen) en de vervaldag van de betreffende coupon, of naargelang het geval, de eindvervaldag (niet inbegrepen).

Onder « fracties van een jaar » dient een breuk verstaan te worden waarbij de teller het exacte aantal dagen is tussen de valutadag van de transactie (inbegrepen) en de datum (D) die verkregen wordt door het voormelde aantal volledige jaren af te trekken van de vervaldag van de betreffende coupon of, naargelang het geval, van de eindvervaldag (niet inbegrepen) en de noemer staat voor het exacte aantal dagen tussen D (inbegrepen) en D min één jaar (niet inbegrepen) hetzij 365 of 366 dagen.

Dit artikel is niet van toepassing op effecten met loten noch op effecten die onderworpen zijn aan een trekking.

Art. 32.§ 1. Voor de renten uitgedrukt in euro wordt de transactieprijs bepaald in toepassing van de formule opgenomen in artikel 28 afgerond : - op de cent naar beneden indien de breuk van de cent aldus bekomen kleiner is dan 0,5 cent; - op de cent naar boven indien de breuk van de cent aldus bekomen gelijk is aan of groter is dan 0,5 cent. § 2. Voor de renten uitgedrukt in Belgische frank worden de twee componenten van de som die voorkomt in de formule opgenomen in artikel 28 elk omgerekend in euro en vervolgens afzonderlijk afgerond : - op de cent naar beneden indien de breuk van de cent aldus bekomen kleiner is dan 0,5 cent; - op de cent naar boven indien de breuk van de cent aldus bekomen gelijk is aan of groter is dan 0,5 cent. HOOFDSTUK V. - Vereffening tussen bemiddelaars

Art. 33.In toepassing van artikel 38, lid 4 van de wet zijn de bemiddelaars in financiële instrumenten bedoeld in artikel 2, § 1 van de wet gehouden om de beurstransacties in vervangbare renten onderling te vereffenen langs girale weg.

Art. 34.Clearnet bemiddelt bij de vereffening van transacties in renten : 1° door zich als tegenpartij op te stellen tussen de leden die rechtstreeks toegang hebben tot de markt, voor de transacties betreffende renten die Clearnet bepaalt;2° door, indien nodig, de effecten of de contanten, zonder dewelke zij hun verplichtingen niet kunnen nakomen, ter beschikking te stellen van de leden voor de transacties niet bedoeld in 1° en die Clearnet geval per geval bepaalt. Bovendien coördineert Clearnet de vereffening van transacties met inachtneming van de regels toepasselijk op de gebruikte clearingstelsels.

TITEL V. - Dekking en verwezenlijking van de transacties met betrekking tot effecten met loten en deze onderworpen aan trekkingen HOOFDSTUK I. - Beursorders

Art. 35.Het beursorder in renten vervalt zodra het niet meer vereffend kan worden vóór een trekkingsdag van de betreffende rente.

Het vervalt eveneens wanneer hij niet meer vereffend kan worden vóór de dag van onthechting van een ander recht dan een interestcoupon van de betreffende rente.

Dit artikel wordt slechts toegepast in geval van afwezigheid van andersluidend beding van de cliënt. HOOFDSTUK II. - Dekking door de cliënten

Art. 36.Voor de verkopen van effecten met loten en deze onderworpen aan trekkingen, kan het lid geen orders plaatsen op de rentenmarkt tenzij hij in het bezit is van de te verkopen effecten. Voor de orders uit te voeren voor rekening van een bemiddelaar in financiële instrumenten, mag het lid evenwel orders indienen indien hij in het bezit is van een verklaring die bevestigt dat hij in het bezit is van de te verkopen effecten. HOOFDSTUK III. - Onthechting van rechten

Art. 37.De effecten met loten en de effecten die onderworpen zijn aan trekkingen worden « ex-trekkingsrecht » verhandeld zodra de valutadag samenvalt met of komt na de dag van de trekking. HOOFDSTUK IV. - Vereffening tussen bemiddelaars in financiële instrumenten

Art. 38.§ 1. De verkoper van effecten met loten of die onderworpen zijn aan trekkingen verhandeld « cum-trekking », die deze op de dag van de trekking of daarna levert, dient aan de koper een forfaitaire vergoeding te betalen, genaamd « trekkingsrecht ».

Het bedrag van de trekkingsrecht wordt volgens de onderstaande formule berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien het bedrag vastgesteld volgens lid 2 lager is dan 0,3 p.c. van de nominale waarde van de verhandelde effecten, is de verkoper een trekkingsrecht verschuldigd dat minstens gelijk moet zijn aan 0,3 p.c. van die waarde.

Vóór het begin van iedere kalendermaand wordt een lijst van trekkingsrechten voor de trekkingen die die maand plaats vinden, gepubliceerd in de « Koerslijst » van Euronext Brussels. § 2. In afwijking van § 1 kan de koper die van het trekkingsrecht wenst af te zien, de effecten laten wederinkopen op kosten en voor risico van de verkoper volgens de regels vastgesteld door de marktautoriteit en onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring door de Minister van Financiën.

Titel VI. - Opneming in de beursmarkt in renten en schrapping van deze markt

Art. 39.§ 1. De marktautoriteit beslist, op aanvraag van de emittent, over de opneming van renten in de beursmarkt in renten.

Voor de renten van de Staat wordt deze aanvraag gedaan door de Administrateur-generaal van de Administratie der thesaurie. § 2. De marktautoriteit brengt zijn beslissing bij een ter post aangetekende brief of bij een brief met ontvangstbewijs ter kennis van de aanvrager binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag of, indien het binnen deze termijn aanvullende gegevens vraagt, binnen twee maanden na ontvangst van deze gegevens.

Wat de renten van de Staat betreft, betekent de marktautoriteit zijn beslissing aan de Administrateur-generaal van de Administratie der thesaurie binnen de twee dagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag. § 3. Indien binnen de door § 2 voorgeschreven termijn geen beslissing wordt genomen, betekent dit dat de aanvraag is afgewezen. § 4. Overeenkomstig artikel 23 van de wet kan een beroep worden ingesteld bij de Commissie van beroep opgericht bij artikel 24 van de wet tegen de uitdrukkelijke of impliciete beslissingen bedoeld in de §§ 1 en 3 van dit artikel.

Art. 40.Wanneer de bescherming van de belegger of de goede werking van de markt het vereisen, kan de marktautoriteit beslissen om een rente opgenomen in de beursmarkt in renten te schorsen voor een termijn die niet langer mag duren dan twee beursdagen.

De marktautoriteit kan op aanvraag van de emittent beslissen om een rente opgenomen in de beursmarkt in renten te schrappen.

Art. 41.De aanvraag tot opneming van een rente waarop artikel 26 van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten van toepassing is, is slechts ontvankelijk als het prospectus met eventuele aanvullingen erbij gevoegd zijn en al naargelang het geval, goedgekeurd of erkend zijn ter uitvoering van respectievelijk de artikelen 29ter, § 1, en 34bis van hetzelfde besluit.

De beslissing tot opneming in de beursmarkt in renten heeft pas uitwerking na de openbaarmaking van het prospectus en een bericht overeenkomstig de bepalingen bedoeld in het eerste lid.

Art. 42.§ 1. Dit artikel is van toepassing op de renten andere dan deze die : 1° zijn uitgegeven of gewaarborgd door de Belgische Staat, de Gemeenschappen of de Gewesten;2° zijn uitgegeven door de provincies, de gemeenten, de federaties of de agglomeraties van Belgische gemeenten. § 2. De opneming op de beursmarkt in renten van een rente is onderworpen aan de voorwaarden, procedure en verplichtingen bepaald in de marktregels van Euronext Brussels betreffende de opneming van financïele instrumenten op de eerste markt.

TITEL VI. - Gedragsregels

Art. 43.De marktregels van Euronext Brussels bepalen de gedragsregels op de beursmarkt in renten.

TITEL VII. - Overgangs- en opheffingsbepalingen

Art. 44.Het ministerieel besluit van 5 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de beursmarkt in renten wordt opgeheven op de datum vastgesteld voor de inwerkingtreding van dit besluit.

TITEL VIII. - Inwerkingtreding

Art. 45.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 mei 2001.

Brussel, 26 augustus 2002.

D. REYNDERS

^