Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 25 maart 1999
gepubliceerd op 31 maart 1999

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016096
pub.
31/03/1999
prom.
25/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/25/1999016096/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning ertoe gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971 en 18 juli 1973;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996, 2 december 1996, 13 september 1998 en 3 februari 1999, inzonderheid artikel 18;

Gelet op het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 3 februari 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor het jaar 1999 vangstbeperkingen moeten vastgesteld worden ten einde de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder verwijl behoudsmaatregelen te treffen teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van schol en van tong kan bewerkstelligd worden door het instellen van maximale vangsten per dag of per uur aanwezigheid in bepaalde i.c.e.s.-gebieden, Besluit :

Artikel 1.In artikel 7 van het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « VIIa, VIIf,g » worden vervangen door de woorden « VIIf,g »; 2° volgende leden worden toegevoegd : « In de periode van 1 april 1999 tot en met 30 juni 1999 mogen de tongvangsten van de vissersvaartuigen, in het betrokken i.c.e.s.-gebied, de volgende hoeveelheden niet overschrijden : - 10 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIIa, ingeval het motorvermogen 221 kW of minder bedraagt; - 20 kg per vol uur aanwezigheid in het i.c.e.s.-gebied VIIa, ingeval het motorvermogen meer dan 221 kW bedraagt;

In de periode van 1 juni 1999 tot en met 31 december 1999 mag de tongvangst van de vissersvaartuigen in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b 1000 kg per vaartdag niet overschrijden. »

Art. 2.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « 31 maart 1999 » worden vervangen door de woorden « 31 mei 1999 »; 2° de volgende leden worden toegevoegd : « Ingeval een vissersvaartuig in de loop van 1999 visserijactiviteiten uitoefent in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b worden voor dit vissersvaartuig de maximale kabeljauwhoeveelheden zoals vermeld in artikel 15, § 1, gehalveerd en dit voor de gehele periode van 1 juli 1999 tot en met 30 september 1999.

Ingeval een vissersvaartuig in de loop van een kalendermaand visserijactiviteiten uitoefent in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b, is voor dit vaartuig een beperking van maximaal 25 vaartdagen in die kalendermaand over alle i.c.e.s.-gebieden van toepassing. »

Art. 3.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 3 februari 1999, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van § 1, eerste lid, is het vanaf 1 april 1999 tot en met 31 december 1999 verboden, dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid van 10 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e overschrijdt. »; 2° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van § 2, eerste lid, is het vanaf 1 april 1999 tot en met 31 december 1999 verboden, dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid van 20 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e overschrijdt. »

Art. 4.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 3 februari 1999, worden de §§ 5 en 6 ingevoegd, luidende : « § 5. In de periode van 1 april 1999 tot en met 31 december 1999 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is van 600 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. § 6. In de periode van 1 april 1999 tot en met 31 december 1999 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is van 1200 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »

Art. 5.Het artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 3 februari 1999, wordt aangevuld met het volgende lid : « De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing gedurende de periode van 1 juni 1999 totdat het makreelquotum in de i.c.e.s.-gebieden II, III, IV voor 120 ton is gebruikt. »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 april 1999 en treedt buiten werking op 31 december 1999 om 24 uur.

Brussel, 25 maart 1999.

K. PINXTEN

^