gepubliceerd op 06 juni 2014
Ministerieel besluit tot toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfskosten aan zekere personeelsleden van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
25 APRIL 2014. - Ministerieel besluit tot toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfskosten aan zekere personeelsleden van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
De Minister van Economie en Consumentenzaken, Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten, de artikelen 2, 3, 5 en 10;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen, toelagen en premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 januari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 28 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, gegeven op 12 maart 2014;
Gelet op het protocol nr. 112 van het Sectorcomité IV van 11 april 2014;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1966;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat een forfaitaire regeling van de verblijfskosten van deze personeelsleden het operationeel beheer van hun dienstactiviteiten vergemakkelijkt en de administratieve afhandeling van de betalingen aanzienlijk vereenvoudigt, Besluit :
Artikel 1.Er wordt maandelijks een forfaitaire vergoeding wegens verblijfskosten van 150 EUR (verbonden aan de spilindex van 138,01) toegekend aan de rondreizende personeelsleden van : - de Algemene Directie Economische Inspectie; - de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid; - de Dienst Onderzoeken van de Algemene Directie K.M.O.-beleid.
Deze forfaitaire vergoeding mag niet worden gecumuleerd met de dagelijkse vergoeding wegens verblijfskosten waarvan sprake is in artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten, met uitzondering van de toeslag wegens nachtverblijf.
Rondreizende personeelsleden zijn de ambtenaren die een functie bekleden waarvan de hoofdopdracht niet kan worden vervuld zonder het regelmatig uitvoeren van dienstverplaatsingen ter inspectie of voor toezicht (of de coördinatie van één van deze beide).
Art. 2.Artikel 5, eerste en derde lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1964 zijn niet van toepassing op de in artikel 1 bedoelde rondreizende personeelsleden.
Art. 3.De forfaitaire vergoeding wordt in dezelfde mate en gelijktijdig met het loon uitbetaald.
Ze is niet verschuldigd voor elke werkdag afwezigheid. Worden niet als afwezigheden beschouwd : vakantiedagen, compensatieverlof, dienstvrijstelling of afwezigheid omwille van een arbeidsongeval of een ongeval in het kader van het woon-werkverkeer.
Art. 4.Het ministerieel besluit van 23 juni 1971 tot vaststelling van het bedrag van de forfaitaire vergoeding toegekend aan de reizende personeelsleden van de Economische Algemene Inspectie, alsook het ministerieel besluit van 17 mei 1977 tot uitbreiding aan sommige personeelsleden van de Administratie van de Handel van het ministerieel besluit van 23 juni 1971 tot vaststelling van het bedrag van de forfaitaire vergoeding toegekend aan de reizende personeelsleden van de Economische Algemene Inspectie, worden opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 25 april 2014.
J. VANDE LANOTTE