gepubliceerd op 09 december 2013
Ministerieel besluit waarbij tijdelijk wordt afgeweken, ten gunste van de « Unité de Biologie du Comportement » van de Universiteit van Luik, van sommige bepalingen van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 maart 1993 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij
24 OKTOBER 2013. - Ministerieel besluit waarbij tijdelijk wordt afgeweken, ten gunste van de « Unité de Biologie du Comportement » van de Universiteit van Luik, van sommige bepalingen van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 maart 1993 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij
De Minister van Openbare werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, Gelet op de wet van 1 juli 1954 op de riviervisvangst, artikel 14;
Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 11 maart 1993 houdende uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, inzonderheid op de artikelen 6 tot 10, 12, 50 en 55;
Gelet op het verzoek van 1 oktober 2013, bezorgd door de "Unité de Biologie du Comportement du Département de Biologie, Ecologie et Evolution" van de Faculteit Wettenschappen van de Universiteit van Luik, betreffende de hernieuwing van het ministerieel besluit van 29 december 2013;
Gelet op het gunstig advies van de Dienst Visserij van de Directie Jacht en Visserij van het Departement Natuur en Bossen, wegens het belang van dit soort studies, gevoerd door deze onderzoekseenheid en de noodzakelijkheid om de voortzetting ervan te verzekeren, Besluit :
Artikel 1.In het kader van dit besluit wordt verstaan onder "Unité de Biologie du Comportement" : de Dienst van het Departement "Biologie, Ecologie et Evolution" van de Faculteit Wettenschappen van de Universiteit van Luik, waarvoor de heer professor Pascal Poncin verantwoordelijk is.
Art. 2.Het personeel van de "Unité de Biologie du Comportement" en haar medewerkers mogen te allen tijde alle soorten vis en kreeft vangen : 1° in de wateren bedoeld in artikel 2 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij;2° in de wateren bedoeld in artikel 6 van dezelfde wet, onder voorbehoud van de schriftelijke voorafgaande toestemming van de visrechthouders.
Art. 3.Elk elektrisch vistuig alsook elk tuig dat de vis of de kreeft niet kan verwonden, worden alleen toegelaten om de vangst bedoeld in artikel 2 uit te voeren.
Het gebruik van die tuigen moet de vissers niet hinderen. Elke vis of kreeft die geen nader onderzoek moet ondergaan wordt onmiddellijk in het water teruggezet.
Art. 4.De directeur van de buitendiensten van het Departement Natuur en Bossen van het ambtsgebied en de ingenieur verantwoordelijk voor de Dienst Visvangst worden op voorhand ingelicht over de plaatsen en data van de verrichtingen.
Art. 5.Wanneer de vangsten door middel van elektrische tuigen worden uitgevoerd, verbinden de personen bedoeld in artikel 2 zich ertoe de regels inzake veiligheid bedoeld in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties na te leven.
Art. 6.Die vergunning moet worden getoond op elk verzoek van de beambten van de openbare macht en van de veldwachters belast met het toezicht op de visvangst.
Art. 7.De resultaten van elke visstudie waarvoor het vangen van elke vis of kreeft nodig is overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, moeten worden bezorgd aan het Departement Onderzoek van het Natuurlijk en Landbouwmilieu van de Waalse Overheidsdienst, ongeacht of deze de studie al dan niet heeft besteld.
Art. 8.Deze afwijking wordt toegekend tot 31 december 2015 en is hernieuwbaar.
Namen, 24 oktober 2013.
C. DI ANTONIO