gepubliceerd op 03 augustus 1999
Ministerieel besluit houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 22 juli 1999 tot instelling van een voorschot voor ondernemingen die rechtstreeks getroffen zijn door de dioxinecrisis van 1999
23 JULI 1999. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 22 juli 1999 tot instelling van een voorschot voor ondernemingen die rechtstreeks getroffen zijn door de dioxinecrisis van 1999
(Dit besluit annuleert en vervangt het besluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad nr. 146 van 27 juli 1999, blz. 28066)
De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 7°, ingevoegd bij de wet van 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 juli 1999 tot instelling van een voorschot voor ondernemingen die rechtstreeks getroffen zijn door de dioxinecrisis van 1999, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat onverwijld maatregelen moeten genomen worden inzake de instelling van een voorschot voor ondernemingen die rechtstreeks getroffen zijn door de dioxinecrisis van 1999 om aldus de financiële gevolgen van de crisis te milderen en bij te dragen tot de continuïteit van deze ondernemingen, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° « koninklijk besluit van 22 juli 1999 » : het koninklijk besluit van 22 juli 1999 tot instelling van een voorschot voor ondernemingen die rechtstreeks getroffen zijn door de dioxinecrisis van 1999;2° « bijzondere Commissie » : de bijzondere Commissie belast met de aflevering van de attesten bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 22 juli 1999;3° « het attest » : het attest bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 22 juli 1999, verstrekt door de bijzondere Commissie.
Art. 2.In toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 juli 1999 bedraagt het voorschot toegekend volgens de procedure, beschreven in onderhavig besluit, 80 % van de tegenwaarde van de effectief gedane kosten, bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit, voor zover zij op geen enkele andere wijze werden vergoed.
Art. 3.De aanvragen tot het bekomen van een renteloos en terugvorderbaar voorschot, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 juli 1999, ongeacht of ze gesteund zijn op een gerechtelijk akkoord, dan wel op een door de bijzondere Commissie af te leveren attest, dienen vergezeld te zijn van het formulier, opgenomen in de bijlage van dit besluit.
Art. 4.Bij ontvangst wordt gecontroleerd of de aanvragen volledig zijn. Hierbij wordt nagegaan of het aanvraagdossier alle documenten opgesomd in artikel 4 van het koninklijk besluit van 22 juli 1999 bevat.
Indien het aanvraagdossier niet volledig is, wordt de aanvrager verzocht het dossier met de nodige stukken te vervolledigen.
Wanneer het ingediende aanvraagdossier volledig is, wordt het op de agenda geplaatst van een kamer van de bijzondere Commissie die overeenstemt met de taal waarin de aanvraag is ingediend.
Wanneer het een aanvraag betreft waarvoor een attest vereist is, onderzoekt de bijzondere Commissie of voldaan is aan alle voorwaarden om dit attest te bekomen.
Wanneer het een aanvraag betreft die gesteund is op een gerechtelijk akkoord, is de tussenkomst van de bijzondere Commissie beperkt tot het verlenen van een advies aan de diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw over de elementen opgesomd in artikel 4, tweede lid van het koninklijk besluit van 22 juli 1999.
Art. 5.De bijzondere Commissie beslist over het verlenen van het attest op basis van de stukken van het aanvraagdossier. Indien zij dit nodig acht, kan de bijzondere Commissie evenwel bijkomende gegevens inwinnen.
Art. 6.De bijzondere Commissie maakt haar beslissing inzake het verlenen van het attest over aan de diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, die overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 22 juli 1999 belast zijn met de beslissing inzake het toekennen en uitbetalen van het terugvorderbaar voorschot.
Art. 7.De aanvragen die gesteund zijn op een gerechtelijk akkoord worden door de diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw beslist op basis van de stukken van het aanvraagdossier en op basis van het advies van de bijzondere Commissie, bedoeld in artikel 3, vijfde lid. Indien zij dit nodig achten, kunnen zij evenwel bijkomende gegevens inwinnen.
Art. 8.Eenmaal over de aanvraag werd beslist, brengen de diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, de aanvrager hiervan op de hoogte. Ingeval het terugvorderbaar renteloos voorschot wordt toegekend, brengen zij de aanvrager tevens op de hoogte van de omvang van het toegekende voorschot.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 23 juli 1999.
J. GABRIELS
Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
begin
Publicatie : 1999-08-03 Numac : 1999016273