23 FEBRUARI 2006. - Ministerieel besluit houdende tijdelijke beschermingsmaatregelen naar aanleiding van het vaststellen van een geval van aviaire influenza bij wilde vogels

De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en in het bijzonder op het artikel 9bis, ingevoegd door de wet van 21 december 1994 en gewijzigd door de wet van 27 december 2005;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 maart 2003 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 april 2003, 4 april 2003, 9 april 2003, 29 april 2003, 9 mei 2003, 26 mei 2003, 12 juni 2003, 24 juni 2003, 13 augustus 2003, 6 september 2005, 21 oktober 2005, 25 oktober 2005 en 7 december 2005;

Overwegende Beschikking van de Commissie van 17 februari 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza bij wilde vogels in de Gemeenschap;

Overwegende Beschikking 2005/734/EG van de Commissie van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden, gewijzigd bij Beschikkingen 2005/745/EG van 21 oktober 2005 en 2005/855/EG van 30 november 2005;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat het, naar aanleiding van de vaststelling van een geval van aviaire influenza van het type H5 bij in het wild levende vogels, ter bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid noodzakelijk is om het risico zo laag mogelijk te houden dat de het virus door in het wild levende vogels wordt overgedragen op pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. FAVV : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2. officiële dierenarts : dierenarts van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;3. professioneel gehouden pluimvee : kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, vleesduiven, loopvogels (ratites), fazanten, patrijzen, zwanen of andere watervogels die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor hobby of voor sier, voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet.Het aantal dieren gehouden op één plaats betreft ten minste 3 wat betreft loopvogels en ten minste 200 wat betreft de andere soorten; 4. particulier gehouden pluimvee : kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, vleesduiven, loopvogels (ratites), fazanten, patrijzen, zwanen of andere watervogels die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor hobby of voor sier, voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet.Het aantal dieren gehouden op één plaats betreft minder dan 3 wat betreft loopvogels en minder dan 200 wat betreft de andere soorten; 5. hoogpathogene aviaire influenza : een besmetting van pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels met : a) aviaire influenzavirussen van het subtype H5 en H7 met een genoomsequentie die codeert voor meerdere basische aminozuren bij de splitsingsplaats van het hemagglutininemolecuul en die overeenkomt met de sequentie die ook bij andere HPAI-virussen is vastgesteld, waaruit afgeleid kan worden dat het hemagglutininemolecuul kan worden gesplitst door een algemene protease van de gastheer, of b) aviaire influenzavirussen met een intraveneuze pathogeniteitsindex groter dan 1,2 bij zes weken oude kuikens;6. geval : bevestiging van hoog pathogene aviaire influenza van het type H5 bij wilde vogels;7. beschermingsgebied : gebied met een straal van minstens drie kilometer rond elk geval van aviaire influenza, rekening houdend met factoren van geografische, administratieve, ecologische en epizoötiologische aard, alsmede met de controlestructuren;8. toezichtgebied : gebied met een straal van minstens tien kilometer rond elk geval van aviaire influenza rekening houdend met factoren van geografische, administratieve, ecologische en epizoötiologische aard, alsmede met de controlestructuren;9. verzamelen : het bijeenbrengen van dieren op plaatsen toegankelijk voor het publiek met het oog op het tentoonstellen, markten, vervoeren, overdragen, ruilen of te koop aanbieden. § 2. De definities van het koninklijk besluit van 28 november 1994 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de aviaire influenza en de ziekte van Newcastle zijn eveneens van toepassing.

Art. 2.Het FAVV bakent voor de toepassing van dit besluit een beschermingsgebied af rond elk geval van aviaire influenza bij wilde vogels. De afgebakende beschermingsgebieden worden bekendgemaakt op de website www.favv.be.

Art. 3.Het FAVV bakent voor de toepassing van dit besluit een toezichtgebied af rond elk geval van aviaire influenza bij wilde vogels. De afgebakende toezichtgebieden worden bekendgemaakt op de website www.favv.be.

Art. 4.Onverminderd de bepalingen van het ministerieel besluit van 26 maart 2003 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 april 2003, 4 april 2003, 9 april 2003, 29 april 2003, 9 mei 2003, 26 mei 2003, 12 juni 2003, 24 juni 2003, 13 augustus 2003, 6 september 2005, 21 oktober 2005, 25 oktober 2005 en 7 december 2005, zijn op het ganse grondgebied de volgende maatregelen van toepassing van zodra een toezichtgebied rond een geval wordt afgebakend : - Alle particulier en professioneel gehouden pluimvee, alsook alle in gevangenschap gehouden vogels moeten worden opgehokt of afgeschermd met netten of gaas om contact met wilde vogels te vermijden. - Het drenken en voederen van particulier en professioneel gehouden pluimvee en alle in gevangenschap gehouden vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige manier dat contact met wilde vogels onmogelijk is. - Het is verboden om particulier en professioneel gehouden pluimvee en alle in gevangenschap gehouden vogels te drenken met water uit reservoirs van oppervlaktewater die voor wilde vogels toegankelijk zijn, behalve als dat water wordt behandeld met het oog op een gegarandeerde inactivering van eventuele virussen. - Alle verzamelingen van particulier en professioneel gehouden pluimvee en alle in gevangenschap gehouden vogels zijn verboden. HOOFDSTUK II. - Maatregelen in het beschermingsgebied

Art. 5.De volgende maatregelen zijn van toepassing in het beschermingsgebied : - Het bestaan van het beschermingsgebied wordt door de burgemeester aan het publiek bekendgemaakt. Met dit doel plaatst hij op de wegen aan de grens van het beschermingsgebied witte waarschuwingsborden met in zwarte hoofdletters het opschrift : « AVIAIRE INFLUENZA - BESCHERMINGSGEBIED - VERKEER VAN EN HANDEL IN PLUIMVEE EN BROEDEIEREN GEREGLEMENTEERD ». - De burgemeester maakt een inventaris op van de pluimveebedrijven en van de particuliere houders van pluimvee en vogels. - De toegang tot alle professionele pluimveebedrijven is afgesloten met een ketting. - Elke houder van particulier of professioneel gehouden pluimvee is er toe gehouden om zijn pluimvee regelmatig door zijn dierenarts klinisch te laten onderzoeken. Het eerste onderzoek dient te worden uitgevoerd binnen de drie dagen na de afbakening van het beschermingsgebied. De volgende bezoeken vinden plaats met een tussentijd van ten hoogste één week. - Elke houder van particulier gehouden pluimvee en elke verantwoordelijke van een pluimveebedrijf moet gepaste bioveiligheidsmaatregelen toepassen, met inbegrip van het plaatsen van voetbaden met ontsmettingsmiddel bij de ingangen en de uitgangen van elke pluimveestal en van elk bedrijf. - In gevangschap gehouden eenden en ganzen moeten van het andere pluimvee gescheiden worden. - Het vervoer van particulier of professioneel gehouden pluimvee, van in gevangenschap gehouden vogels en van wilde vogels, alsook van broedeieren, van vers vlees van vederwild, van producten op basis van vlees van vrij vederwild, van gebruikt pluimveestrooisel en van pluimveemest is verboden, met uitzondering van de doorvoer van dergelijke dieren en producten via de hoofdwegen of spoorwegen. HOOFDSTUK III. - Maatregelen in het toezichtgebied

Art. 6.De volgende maatregelen zijn van toepassing in het toezichtgebied : - Het bestaan van het toezichtgebied wordt door de burgemeester aan het publiek bekendgemaakt. Met dit doel plaatst hij op de wegen aan de grens van het toezichtgebied witte waarschuwingsborden met in zwarte hoofdletters het opschrift : « AVIAIRE INFLUENZA - TOEZICHTGEBIED - VERKEER VAN EN HANDEL IN PLUIMVEE EN BROEDEIEREN GEREGLEMENTEERD ». - De burgemeester maakt een inventaris op van de pluimveebedrijven en van de particuliere houders van pluimvee en vogels. - De toegang tot alle professionele pluimveebedrijven is afgesloten met een ketting. - Elke houder van professioneel gehouden pluimvee is er toe gehouden om zijn pluimvee door zijn bedrijfsdierenarts klinisch te laten onderzoeken. Dit onderzoek dient te worden uitgevoerd binnen de drie dagen na de afbakening van het toezichtgebied. - Elke houder van particulier gehouden pluimvee en elke verantwoordelijke van een pluimveebedrijf moet gepaste bioveiligheidsmaatregelen toepassen, met inbegrip van het plaatsen van voetbaden met ontsmettingsmiddel bij de ingangen en de uitgangen van elke pluimveestal en van elk bedrijf. - In gevangschap gehouden eenden en ganzen moeten van het andere pluimvee gescheiden worden. - Het vervoer van particulier of professioneel gehouden pluimvee, van in gevangenschap gehouden vogels, van wilde vogels en van broedeieren is verboden, met uitzondering van de doorvoer van dergelijke dieren via de hoofdwegen of spoorwegen. HOOFDSTUK IV. - Duur van de maatregelen

Art. 7.De maatregelen zijn van toepassing : - tot wanneer de laboratoriumtests de aanwezigheid van subtype N1 in de genomen monsters hebben uitgesloten; - gedurende ten minste 21 dagen wat het beschermingsgebied betreft en ten minste 30 dagen wat het toezichtgebied betreft bij bevestiging van het subtype N1. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 8.Punt 1 van artikel 2 van het het ministerieel besluit van 26 maart 2003 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 april 2003, 4 april 2003, 9 april 2003, 29 april 2003, 9 mei 2003, 26 mei 2003, 12 juni 2003, 24 juni 2003, 13 augustus 2003, 6 september 2005, 21 oktober 2005 en 25 oktober 2005, wordt opgeheven.

Art. 9.De punten 1 en 3 van § 2 van artikel 4bis van het ministerieel besluit van 26 maart 2003 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 april 2003, 4 april 2003, 9 april 2003, 29 april 2003, 9 mei 2003, 26 mei 2003, 12 juni 2003, 24 juni 2003, 13 augustus 2003, 6 september 2005, 21 oktober 2005, 25 oktober 2005 en 7 december 2005, worden opgeheven.

Art. 10.De in dit besluit bedoelde tijdelijke maatregelen kunnen, in overeenstemming met de Beschikking van de Commissie van 17 februari 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza bij wilde vogels in de Gemeenschap en op basis van een risicobeoordeling volgens de in bijlage I vastgelegde criteria, bij een beslissing van het FAVV op het volledige grondgebied, in een deel ervan of in een deel van een gebied worden opgeheven en beperkt tot bepaalde categorieën van bestemmelingen, handelingen of diersoorten.

De procedures voor toepassing van de in het eerste lid bedoelde beslissingen worden bekendgemaakt op de website www.favv.be en worden op eenvoudig aanvraag bij het FAVV beschikbaar gesteld.

Art. 11.Elk niet bij dit besluit voorziene situatie wordt beslecht door een beslissing van de Gedelegeerde-bestuurder van het FAVV.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 23 februari 2006.

R. DEMOTTE

Bijlage I. Criteria voor risicobeoordeling 1. Situatie buiten het grondgebied a) de evolutie van de epidemiologische toestand in buurlanden, andere lidstaten of derde landen;b) de maatregelen die worden getroffen in buurlanden, andere lidstaten, derde landen;c) het bestaan en de plaats van een uitbraak in buurlanden, andere lidstaten of derde landen.2. Wetenschappelijke adviezen a) de aanbevelingen van de Europese Commissie;b) de adviezen van de Europese autoriteit voor voedselveiligheid;c) Adviezen van het Wetenschappelijk Comité.3. Situatie op het grondgebied a) Aan de gevallen gerelateerde criteria : - aantal gevallene - geografische spreiding van de gevallen - plaats van de gevallen - afstand tussen de gevallen - datum van de gevallen - sinds laatste gevallen verlopen tijd b) Aan het bedrijf gerelateerde criteria - grootte van het bedrijf (of de operator) - type veehouderij (of operator) - aanwezigheid van pluimvee bij operator - aanwezigheid van vogels bij operator - aanwezigheid van andere dieren bij operator - concentratie van bedrijven c) Aan de diersoort gerelateerde criteria - diersoort - vatbaarheid van de soort voor het virus - concentratie van de diersoort 4.Pathogene aard van het virus 5. Aan het dierenwelzijn gerelateerde motieven Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 23 februari 2006 houdende tijdelijke beschermingsmaatregelen naar aanleiding van het vaststellen van een geval van aviaire influenza bij wilde vogels. R. DEMOTTE