gepubliceerd op 03 december 1998
Ministerieel besluit tot vaststelling van de prestaties die gefactureerd mogen worden door het Nationaal Instituut voor criminalistiek en criminologie, een staatsdienst met afzonderlijk beheer
22 MEI 1998. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de prestaties die gefactureerd mogen worden door het Nationaal Instituut voor criminalistiek en criminologie, een staatsdienst met afzonderlijk beheer
De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 15 december 1997 waarbij het Nationaal Instituut voor criminalistiek en criminologie opgericht wordt als staatsdienst met afzonderlijk beheer;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 januari 1998 houdende organisatie van het administratief en financieel beheer van het Nationaal Instituut voor criminalistiek en criminologie als staatsdienst met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 16, § 2;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën d.d. 18 februari 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting d.d. 27 maart 1998;
Gelet op de dringende hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat het Nationaal Instituut met ingang van 1 januari 1998 is omgevormd tot een staatsdienst met afzonderlijk beheer en als zodanig prestaties verricht voor derden, dat het dus vanuit een standpunt van goed beheer en omdat de staatsdienst de ermee overeenstemmende inkomsten nodig heeft om zijn werking te verzekeren, noodzakelijk is dat deze prestaties zo snel mogelijk kunnen gefactureerd worden zodat betaling kan worden geëist;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 mei 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Volgende prestaties verricht door het Nationaal Instituut voor criminalistiek en criminologie mogen gefactureerd worden : 1° uitgevoerde expertiseopdrachten in het kader van gerechtelijke procedures in strafzaken en in burgerlijke zaken;2° consultaties en adviesopdrachten binnen het bevoegdheidsdomein van het Instituut;3° deelnemingskosten verbonden aan de organisatie van cursussen, congressen, colloquia of seminaries georganiseerd door de dienst;4° verkoop van intellectuele eigendommen zoals door de dienst ontwikkelde specifieke software of reactiestandaarden;5° verkoop van publicaties op gelijk welke drager;6° raadpleging van gegevensbanken ontwikkeld door de dienst.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1998.
Brussel, 22 mei 1998.
T. VAN PARYS