gepubliceerd op 01 april 2019
Ministerieel besluit tot goedkeuring van het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Federale Pensioendienst
22 MAART 2019. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Federale Pensioendienst
De Minister van Pensioenen, Gelet op de
wet van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
18/03/2016
pub.
30/03/2016
numac
2016022135
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Wet tot wijziging van de benaming van de Rijksdienst voor Pensioenen in Federale Pensioendienst, tot integratie van de bevoegdheden en het personeel van de Pensioendienst voor de Overheidssector, van de opdrachten "Pensioenen" van de lokale en provinciale sectoren van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels en van HR Rail en tot overname van de gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels
sluiten betreffende de Federale Pensioendienst, artikel 22;
Gelet op het ministerieel besluit van 2 juni 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 02/06/2016 pub. 14/06/2016 numac 2016203060 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot goedkeuring van het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels sluiten tot goedkeuring van het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de bijzondere sociale zekerheidsstelsels;
Gelet op het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Federale Pensioendienst, opgesteld door het Beheerscomité van de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Federale Pensioendienst in zijn vergadering van 21 augustus 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 maart 2019;
Op de voordracht van het Beheerscomité van de Gemeenschappelijke sociale dienst, Besluit :
Artikel 1.Het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Federale Pensioendienst, opgesteld door het Beheerscomité van de Gemeenschappelijke sociale dienst in zijn vergadering van 21 augustus 2017 wordt goedgekeurd, zoals het in bijlage bij onderhavig besluit wordt gevoegd.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 2 juni 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 02/06/2016 pub. 14/06/2016 numac 2016203060 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot goedkeuring van het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels sluiten tot goedkeuring van het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de bijzondere sociale zekerheidsstelsels wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017.
Brussel, 22 maart 2019.
D. BACQUELAINE
Bijlage Art. N1. Enige bijlage.
Reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de federale pensioendienst
Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° "de wet": de wet van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/03/2016 pub. 30/03/2016 numac 2016022135 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de benaming van de Rijksdienst voor Pensioenen in Federale Pensioendienst, tot integratie van de bevoegdheden en het personeel van de Pensioendienst voor de Overheidssector, van de opdrachten "Pensioenen" van de lokale en provinciale sectoren van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels en van HR Rail en tot overname van de gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels sluiten betreffende de Federale Pensioendienst;2° "de Sociale dienst": de Gemeenschappelijke sociale dienst bedoeld in artikel 19 van de wet;3° "het beheerscomité": het beheerscomité van de Gemeenschappelijke sociale dienst bedoeld in artikel 51 van de wet;4° "provinciaal of plaatselijk bestuur": een bestuur bedoeld in artikel 1, § 1, vierde lid van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 2.Voor een provinciaal of plaatselijk bestuur moet de elektronische aanvraag tot aansluiting bedoeld in artikel 19, § 1, 2e lid van de wet ingediend worden via de beveiligde webapplicatie die beschikbaar is op de portaalsite van de sociale zekerheid. De beraadslaging van de bevoegde overheden die door de toezichthoudende overheid werd goedgekeurd en die toestemming verleent tot de aansluiting bij de Sociale dienst, moet bij de aanvraag worden gevoegd.
Art. 3.Voor een openbare werkgever die niet de hoedanigheid van een provinciaal of plaatselijk bestuur heeft, moet de aanvraag tot aansluiting ingediend worden via een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het beheerscomité.
Art. 4.Voor een provinciaal of plaatselijk bestuur moet de elektronische aanvraag tot de beëindiging van de aansluiting bedoeld in artikel 19, § 1, vierde lid van de wet ingediend worden via de beveiligde webapplicatie op de portaalsite van de sociale zekerheid.
Art. 5.Voor een openbare werkgever die niet de hoedanigheid van een provinciaal of plaatselijk bestuur heeft, moet de aanvraag tot de beëindiging van de aansluiting ingediend worden via een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het beheerscomité.
Art. 6.Openbare werkgevers die niet de hoedanigheid van een provinciaal of plaatselijk bestuur hebben, worden door de Sociale dienst op de hoogte gebracht van het voorlopige bedrag van de verschuldigde werkgeversbijdragen en de uiterste datum waarop de Sociale dienst de betaling moet hebben ontvangen.
De bijdragen worden ieder kwartaal berekend door de door het beheerscomité voor het betreffende jaar vastgestelde bijdragevoet toe te passen op de bezoldiging die als basis dient voor de socialezekerheidsbijdragen van het personeel van de betrokken overheidsdienst.
Er wordt een regularisatie uitgevoerd wanneer het definitieve bedrag gekend is door de Sociale dienst.
Art. 7.Indien de aanvraag tot aansluiting dit vermeldt, kan de hoedanigheid van begunstigde, mits een gemotiveerd akkoord van het beheerscomité, worden toegekend aan personeelsleden van een provinciaal of een plaatselijk bestuur die reeds gepensioneerd zijn op de datum waarop dit bestuur zich aansluit.
Het beheerscomité kan zijn akkoord met de toepassing van het eerste lid laten afhangen van de voorwaarde dat dit de financiering van de Sociale dienst niet in gevaar brengt en kan de begunstigden beperken tot de gepensioneerden die minstens tien jaar tewerkgesteld zijn geweest door de betreffende werkgever.
Art. 8.Volgende personen kunnen worden erkend als "personen ten laste" van een rechtstreekse begunstigde in de zin van artikel 20, § 3, 1° van de wet: de echtgenoot, de partner, de kinderen en andere familieleden van een rechtstreekse begunstigde die onder hetzelfde dak wonen en die geen persoonlijke inkomsten genieten waarvan het nettobedrag hoger is dan het door artikel 136 van het Wetboek op Inkomstenbelastingen vastgestelde bedrag.
Voor de toepassing van het eerste lid dient men onder "inkomsten" alle mogelijke vormen van inkomen te verstaan.
De hoedanigheid van persoon ten laste wordt erkend op basis van een onderzoek naar de inkomsten.
Art. 9.De niet-hertrouwde overlevende echtgenoot van een persoon die op het moment van zijn overlijden een rechtstreekse begunstigde was, wordt beschouwd als een onrechtstreekse begunstigde in de zin van artikel 20, § 3, 2° van de wet op voorwaarde dat zijn inkomsten niet hoger zijn dan het bedrag van het overlevingspensioen waarop hij recht heeft, vermeerderd met een bijkomend inkomen dat niet hoger is dan het door artikel 136 van het Wetboek op Inkomstenbelastingen vastgestelde bedrag.
Art. 10.De wees van een persoon die op het moment van zijn overlijden een rechtstreekse begunstigde was, wordt beschouwd als een onrechtstreekse begunstigde in de zin van artikel 20, § 3, 3° van de wet, zolang hij kinderbijslag ontvangt.
Art. 11.De ascendent van een persoon die op het moment van zijn overlijden een rechtstreekse begunstigde was, wordt beschouwd als een onrechtstreekse begunstigde in de zin van artikel 20, § 3, 4° van de wet indien hij voldoet aan de hieronder vermelde voorwaarden: - hij moet deel uitmaken van het gezin van de rechtstreekse begunstigde op het moment van zijn overlijden; - zijn inkomsten mogen niet hoger zijn dan het door artikel 136 van het Wetboek op Inkomstenbelastingen vastgestelde bedrag.
Art. 12.Het beheerscomité kan bijzondere regels voor de toekenning van tegemoetkomingen vastleggen, met name voor personen die zich in de volgende situaties bevinden: - de personen die tewerkgesteld zijn krachtens artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de OCMW's; - de gepensioneerden; - de werknemers in een stelsel van verminderde prestaties.
Art. 13.geregeld worden tewerkgesteld door een aangesloten bestuur, behouden het voordeel van de tegemoetkomingen van de Sociale dienst.
Art. 14.De gebeurtenissen in het beroeps- of privéleven die recht geven op premies in toepassing van artikel 21, 3° van de wet zijn onder meer: 1) de geboorte of de adoptie;2) het huwelijk of de wettelijke samenleving;3) de tenlasteneming van een kind met een beperking;4) de pensionering;5) de studies en de door de bevoegde overheden erkende opleidingen die leiden tot een knelpuntberoep;6) de vakantieverblijven besteld bij de vzw POLLEN voor kinderen van begunstigden.Deze tegemoetkoming kan worden toegekend aan de begunstigde ouders die de reis reserveren, zelfs als het kind alleen op reis gaat.
Art. 15.De in artikel 21, 4° van de wet bedoelde tegemoetkomingen en voordelen hebben onder meer betrekking op: 1) medische en farmaceutische kosten;2) hospitalisatiekosten;3) begrafeniskosten;4) medisch materiaal;5) rustkuren;6) gezinshulp;7) natuurrampen;8) brand;9) financiële moeilijkheden;10) huurwaarborg;11) schoolkosten.
Art. 16.De in artikel 21 van de wet beoogde diensten van de Sociale dienst worden aangeboden volgens de volgende modaliteiten: 1) de algemene informatie waarvan sprake in artikel 21, 1° van de wet wordt automatisch ter beschikking gesteld van de provinciale en plaatselijke besturen en de begunstigden door middel van een elektronische nieuwsbrief die vier keer per jaar wordt verstuurd alsook op de website van de Sociale dienst. In de hoofdzetel van de Federale pensioendienst en in bepaalde provinciale of plaatselijke besturen worden zitdagen georganiseerd waarvan het publiek op de hoogte wordt gebracht.
Geïndividualiseerde informatie wordt op vraag van het bestuur of de begunstigde meegedeeld. 2) het advies en de begeleiding waarvan sprake in artikel 21, 2° van de wet, en iedere vorm van bijstand bij de vervulling van formaliteiten in het professionele of het privéleven worden in alle vertrouwelijkheid en op aanvraag van de begunstigde door een maatschappelijke assistent(e) van de Sociale dienst aangeboden, en de informatie die aldus wordt verkregen, wordt volgens een strikt beroepsgeheim behandeld.3) de premies waarvan sprake in artikel 21, 3° van de wet worden toegekend op basis van een aanvraag en worden niet onderworpen aan een voorafgaand sociaal onderzoek of zijn niet gebonden aan een inkomensvoorwaarde. Het aanvraagformulier is beschikbaar op de website van de Sociale dienst. 4) De tegemoetkomingen en voordelen waarvan sprake in artikel 21, 4° van de wet worden toegekend: - op voorstel van de maatschappelijke assistent(e) na een sociaal onderzoek en een onderzoek naar een inkomensvoorwaarde via een verslag waarin de anonimiteit van de begunstigde verzekerd wordt; - met naleving van het principe van de gelijke behandeling van begunstigden. 5) De toegang tot de collectieve hospitalisatieverzekering waarvan sprake in artikel 21, 5° van de wet maakt het voorwerp uit van een aansluiting bij de kaderovereenkomst van de Federale pensioendienst. De aanvragen tot aansluiting bij de collectieve verzekering hospitalisatie/ernstige ziekte van de Federale pensioendienst wordt door de werkgever per brief of elektronisch naar de Sociale dienst gestuurd. In dit document staan de beslissing van de bevoegde lokale overheid, een datum van aanvang en de keuze om de verzekeringspremies voor de eigen personeelsleden al dan niet ten laste te nemen van het budget.
De aanvragen om een einde te stellen aan de aansluiting bij de overeenkomst hospitalisatie/ernstige ziekte van de Federale pensioendienst wordt door de werkgever per brief of elektronisch naar de Sociale dienst gestuurd. Het document van de aanvraag vermeldt de beslissing van de bevoegde lokale overheid en de datum waarop de aansluiting wordt beëindigd. 6) Om de toegang tot de vakantieverblijven waarvan sprake is in artikel 21, 6° van de wet te kunnen aanbieden, kan het beheerscomité een overeenkomst afsluiten met een vereniging zonder winstoogmerk waarvan de activiteiten bestaan in de organisatie van vakanties of de tegemoetkomingen voor dergelijke vakanties, meer bepaald het sociaal toerisme, evenals hun aanvullende, aanverwante en/of bijkomende activiteiten ten voordele van de begunstigden.
Art. 17.Het in artikel 21 van de wet voorziene bedrag van de premies, tegemoetkomingen en voordelen wordt op basis van objectieve criteria vastgesteld door het beheerscomité.
Het bedrag van de premies is forfaitair en wordt bepaald aan de hand van een barema dat door het beheerscomité is vastgesteld.
De tegemoetkomingen en voordelen variëren tussen een minimum- en een maximumbedrag die zijn vastgelegd in een barema dat door het beheerscomité is vastgesteld.
Voor de eventuele toekenning en het individuele bedrag wordt, indien nodig, rekening gehouden met het sociaal onderzoek en de voorziene inkomensvoorwaarde.
Art. 18.Dit reglement heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017, met uitzondering van artikel 14, 4) dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2016, artikel 14, 5) dat uitwerking heeft met ingang van 1 augustus 2017 en artikel 14, 6) dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2018.
De voorzitter, David Leisterh De administrateur-generaal, Sarah Scaillet Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 22 maart 2019 tot goedkeuring van het reglement met de toekenningsregels voor de premies, tegemoetkomingen en voordelen die kunnen worden verleend door de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Federale Pensioendienst.