22 JANUARI 1999. - Ministerieel besluit tot toekenning van een toelage aan de « Conseil des Pouvoirs Organisateurs de l'Enseignement Officiel Neutre Subventionné (CPEONS) » om de invoering van de vorming tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel in het onderwijs voor sociale promotie te garanderen (Begroting 1999 - O.A.56 - B.A.43.08 - A.P 54)

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 juli 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999;

Gelet op het decreet van 30 juni 1998 betreffende de vorming tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel in het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het besluit van 18 juli 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende regeling van haar werking, inzonderheid op artikel 5, § 1, 5°;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 januari 1999;

Gelet op het akkoord van 22 januari 1999 van de Minister van Begroting;

De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, Besluit :

Artikel 1.Een globale toelage van 601 700 frank aan te rekenen op het krediet ingeschreven in de basisallocatie 43.08, activiteitenprogramma 54, organisatie-afdeling 56 van de begroting van de Franse Gemeenschap, uitgaven van het Ministerie van Onderwijs, Onderzoek en Vorming, begrotingsjaar 1999, wordt toegekend aan de « Conseil des Pouvoirs organisateurs de l'Enseignement Officiel Neutre Subventionné (CPEONS) » - rekening nr. 210-0202481-94.

Art. 2.De bij artikel 1 bedoelde toelage is bestemd om de verwezenlijking te dekken van een vormingsproject dat in de lijn ligt van de vorming tijdens de loopbaan, zoals omschreven in het decreet van 30 juni 1998 betreffende de vorming tijdens de loopbaan van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel in het onderwijs voor sociale promotie.

De in lid 1 bedoelde projecten beantwoorden aan de volgende kenmerken : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.De bij artikel 1 bedoelde toelage wordt in één schijf uitbetaald bij de ondertekening van dit besluit.

Art. 4.Op het einde van het project bedoeld bij artikel 2 moet het begunstigde net binnen de drie maanden de volgende bescheiden laten geworden aan de Dienst voor het onderwijs voor sociale promotie van de algemene Directie van het niet-verplicht onderwijs, Rijksadministratief Centrum, Pachecolaan 19, bus 0, bureau 4007, te 1010 Brussel : 1° de gedetailleerde rekening, in tweevoud, van de bij artikel 2 bedoelde uitgaven;2° de bewijsstukken betreffende al de uitgaven bedoeld bij 1°.Die stukken moeten in tweevoud opgemaakt worden en in chronologische orde opgenomen op een verzamelstaat eveneens in tweevoud opgesteld.

Brussel, 22 januari 1999.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE