Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 februari 1999
gepubliceerd op 30 maart 1999

Ministerieel besluit nr. 9 met betrekking tot de teruggaaf aan de belastingplichtigen van het creditsaldo van de ter voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde geopende rekening-courant

bron
ministerie van financien
numac
1999003118
pub.
30/03/1999
prom.
22/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/22/1999003118/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit nr. 9 met betrekking tot de teruggaaf aan de belastingplichtigen van het creditsaldo van de ter voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde geopende rekening-courant


De Minister van Economie en Telecommunicatie en de Minister van Financiën, Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 76, vervangen door de wet van 28 december 1992, en op artikel 80, vervangen door de wet van 28 december 1989 en gewijzigd bij de wet van 28 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 81, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1992, 14 april 1993 en 22 november 1994, en op artikel 12, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 december 1992 en 14 april 1993;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994;

Gelet op het ministerieel besluit nr. 9 van 25 april 1972 met betrekking tot de teruggaaf aan de belastingplichtigen van het creditsaldo van de ter voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde geopende rekening-courant, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 juni 1987 en 4 maart 1993;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat De Post aan de Bank van De Post het merendeel van de op 31 maart 1998 bestaande postchequerekeningen heeft afgestaan, dat vanaf 1 januari 1999 de Bank van De Post de protocolcode « 000 » zal gebruiken en De Post de protocolcode « 679 », en dat om deze redenen de procedure van teruggaaf van het creditsaldo uit de geopende rekening-courant voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde moet worden aangepast op 1 januari 1999 om moeilijkheden te vermijden bij de terugbetaling van het voornoemde creditsaldo, Besluiten :

Artikel 1.De teruggaven bedoeld in de artikelen 81 en 12, § 1, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, geschieden uitsluitend hetzij door overschrijving op de postrekening van de belastingplichtige, hetzij door overmaking op de postrekening van één van de in voormeld artikel 12, § 1, aangewezen financiële instellingen, waaraan door de belastingplichtige behoorlijk volmacht werd gegeven om de teruggaaf te ontvangen.

De aanduiding van de door de belastingplichtige gekozen wijze van teruggaaf en de aanwijzing van zijn gevolmachtigde worden aan de Administratie van de BTW, registratie en domeinen medegedeeld volgens de modaliteiten en binnen de termijnen vastgesteld in de artikelen 2 tot 5 van dit besluit.

De modaliteiten van de teruggaaf hetzij op de postrekening van de belastingplichtige, hetzij op de postrekening van de instelling waaraan volmacht werd gegeven, worden bepaald door de artikelen 6 tot 8 van dit besluit.

De Administratie van de BTW, registratie en domeinen wordt tegenover de belastingplichtige bevrijd door de overdracht van de gelden op de aangewezen postrekening en neemt geen enkele verantwoordelijkheid op zich noch wat de juistheid van de inlichtingen betreft, die haar worden medegedeeld door de instellingen waaraan volmacht werd gegeven, noch wat de werkelijkheid of de geldigheid betreft van de volmachten die haar worden ter kennis gebracht.

Eerste afdeling. - Inzameling van de volmachten gegeven door de belastingplichtigen, houders van een rekening-courant bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde

Art. 2.Iedere belastingplichtige die houder wordt van een rekening-courant bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, ontvangt van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen een formulier volmacht-herroeping conform bijlage 1 bij dit besluit, waarvan het luik « herroeping » werd geannuleerd, dat hij moet terugsturen binnen vijftien dagen aan De Post of aan een van de instellingen aangewezen in artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 3.Iedere belastingplichtige die, nadat hij een financiële instelling heeft gekozen om de teruggaven voor zijn rekening te ontvangen, zijn keuze wenst te wijzigen, moet eveneens aan de aangewezen nieuwe instelling een formulier volmacht-herroeping verstrekken. Hij mag nochtans een vroegere keuze niet wijzigen gedurende het kalenderkwartaal tijdens hetwelk die keuze werd gedaan.

De financiële instelling die het formulier volmacht-herroeping ontvangt, zendt onmiddellijk het gedeelte « herroeping » van dat formulier over aan de instelling waarvan de volmacht herroepen wordt.

Art. 4.Bij het verstrijken van ieder kalenderkwartaal wordt door elke in artikel 2 bepaalde instelling een door de administratie aanvaarde informatiedrager opgemaakt waarop, conform de voorschriften opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit, elke belastingplichtige wordt vermeld die haar tijdens dat kalenderkwartaal een formulier volmacht-herroeping heeft toegezonden. Ze stuurt deze informatiedrager naar het Centrum voor Informatieverwerking van de belasting over de toegevoegde waarde, uiterlijk de twintigste van de maand na het kalenderkwartaal.

Art. 5.Het Centrum voor Informatieverwerking neemt de gegevens op die op de informatiedrager waarvan sprake in artikel 4 voorkomen en verstrekt aan de instellingen waarvan de volmacht herroepen wordt het BTW-identificatienummer van hun klanten die een nieuwe gevolmachtigde hebben aangewezen, zonder dat hieruit evenwel enige aanvraag om aanvullende inlichting vanwege de instelling waarvan de volmacht wordt herroepen mag voortvloeien.

De nieuwe volmachten hebben uitwerking bij het verstrijken van het kalenderkwartaal tijdens hetwelk de gegevens door dat Centrum worden ontvangen. Afdeling 2. - Modaliteiten van de teruggaaf

Art. 6.Vijf werkdagen vóór de datum bepaald voor iedere teruggaaf, stelt de Administratie van de BTW, registratie en domeinen De Post, volgens het technisch procédé dat hun het best past, in kennis, enerzijds, van de teruggaven ten voordele van de belastingplichtigen die een overschrijving op hun postrekening hebben gevraagd en, anderzijds, van de teruggaven ten voordele van de belastingplichtigen die als gevolmachtigde een bank of een andere financiële instelling hebben aangewezen.

Art. 7.Twee werkdagen vóór de datum bepaald voor de teruggaaf, zendt De Post aan de financiële instellingen een opgave waarin, voor ieder van hun klanten die op een teruggaaf recht hebben, het BTW-identificatienummer en het bedrag van de teruggaaf is vermeld.

Tussen De Post en de betrokken financiële instelling kan worden overeengekomen die gegevens te verstrekken volgens een technisch procédé, tegen betaling van een vergoeding en op grond van een bijzondere overeenkomst, gesloten ter uitvoering van artikel 14, § 4, van de wet van 6 juli 1971, houdende oprichting van De Post. Het verstrekken van die gegevens geldt als voorafgaande kennisgeving van de teruggaaf.

Art. 8.Op de datum bepaald voor de teruggaaf, crediteert De Post de postrekening van iedere financiële instelling voor het totaal van de bedragen die aan hun klanten toekomen, door middel van een collectieve overschrijving die het aantal rechthebbenden vermeldt en die verwijst naar de voorafgaande kennisgeving van teruggaaf bedoeld in artikel 7.

Art. 9.Het ministerieel besluit nr. 9 van 25 april 1972 met betrekking tot de teruggaaf aan de belastingplichtigen van het creditsaldo van de ter voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde geopende rekening-courant, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 juni 1987 en 4 maart 1993, wordt opgeheven.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Brussel, 22 februari 1999.

De Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^