Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 december 2015
gepubliceerd op 28 december 2015

Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2015003476
pub.
28/12/2015
prom.
22/12/2015
ELI
eli/besluit/2015/12/22/2015003476/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2015. - Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering


De Minister van Financiën, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de artikelen 320 en 321;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 17/12/1998 pub. 30/12/1998 numac 1998003661 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering type ministerieel besluit prom. 17/12/1998 pub. 30/12/1998 numac 1998003664 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook die moeten worden gebruikt door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging sluiten tot vastlegging van het model en het gebruik van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook die moeten worden gebruikt door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 18 december 2001, 28 maart 2003, 15 mei 2007 en 31 maart 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat: - sedert 1 januari 2009 hospitalen op elektronische wijze factureren volgens de inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekeringen geldende wettelijke of reglementaire bepalingen en de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van het afleveren van een duplicaat van de factuur bij elektronische facturatie uitgebreid moet kunnen worden naar andere inrichtingen voor geneeskundige verzorging en ook naar andere individuele zorgverstrekkers; - artikel 53 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals gewijzigd door de artikels 22 en 23 van de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 17/07/2015 pub. 29/07/2015 numac 2015011295 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor de statistiek, van de raad van bestuur en de Wetenschappelijke comités van het Instituut voor de nationale rekeningen, gedaan te Brussel op 15 juli 2014 sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg, aan alle zorgverleners, ongeacht de verstrekkingen voor eigen of voor andermans rekening worden verricht, de verplichting oplegt een ontvangstbewijs af te leveren voor alle betaalde sommen, alsook een bewijsstuk uit te reiken ingeval het getuigschrift voor verstrekte hulp of van aflevering vervangen wordt door een elektronische gegevens-overdracht aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende of ingeval van cumulatie van vergoedbare en niet-vergoedbare verstrekkingen; - de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp derhalve moeten worden aangepast; - de voornoemde wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 17/07/2015 pub. 29/07/2015 numac 2015011295 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor de statistiek, van de raad van bestuur en de Wetenschappelijke comités van het Instituut voor de nationale rekeningen, gedaan te Brussel op 15 juli 2014 sluiten in werking is getreden op 1 juli 2015; - huidig besluit van toepassing is op de aflevering van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp met ingang van 1 juli 2015 en derhalve met hoogdringendheid moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.De geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, die hun beroep als zelfstandigen uitoefenen en de honoraria betreffende hun verstrekkingen voor eigen rekening innen, gebruiken een dagboek en formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp (model A) die overeenkomen met de bij dit besluit gevoegde modellen.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

Art. 2.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp zijn uit twee delen samengesteld : 1° het bovenste deel is het getuigschrift voor verstrekte hulp dat de rechthebbende inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering ter zake in staat stelt de voor hem bepaalde voordelen te genieten;2° het onderste deel vormt het in artikel 320 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde ontvangstbewijs dat voor de patiënt als bewijs van betaling geldt. Wanneer de zorgverlener ertoe gehouden is tegelijkertijd het getuigschrift voor verstrekte hulp en het ontvangstbewijs aan zijn patiënt af te leveren, mag hij het ontvangstbewijs niet scheiden van het getuigschrift voor verstrekte hulp.

Art. 3.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp (model A) worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de in artikel 1 vermelde beoefenaars, die ze moeten bestellen bij de door de Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering aangewezen drukker. De prijs en de wijze van bestelling, levering en betaling van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden bepaald door voormelde dienst.

Art. 4.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften die bestaan uit originelen en duplicaten, worden geleverd in boekjes- of in kettingvorm.

Art. 5.§ 1. De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften bevatten de algemene vermeldingen die op de bij dit besluit gevoegde modellen voorkomen. De formulieren in boekjesvorm dragen een teken dat optisch kan worden gelezen en dat toelaat de betrouwbaarheid en de veiligheid van de productie en de verdeling van de documenten te waarborgen. § 2. Op de formulieren in boekjesvorm moet het bovenste deel, dat het getuigschrift voor verstrekte hulp vormt, de volgende individuele vermeldingen aangaande de zorgverlener bevatten: 1° naam en voornaam;2° hoedanigheid;3° adres van de woonplaats of van de spreekkamer;4° identificatienummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Op de kettingformulieren wordt door de zorgverlener het bovenste deel, dat het getuigschrift voor verstrekte hulp vormt, aangevuld met de in het eerste lid opgesomde vermeldingen. § 3. In het onderste deel, dat het ontvangstbewijs van het formulier ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp vormt, wordt in het vak "geïnd voor rekening van KBO-nr." het KBO-nummer gedrukt van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon of de associatie voor wiens rekening de som wordt geïnd.

Art. 6.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp in boekjesvorm worden doorlopend genummerd per beoefenaar en per leveringsjaar. De kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden in stijgende niet doorlopende volgorde genummerd, per beoefenaar en per leveringsjaar. Zij moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; zij blijven geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering.

Art. 7.Het ontvangstbewijs moet aan de schuldenaar worden uitgereikt : 1° als kwijting van de honoraria betreffende de verstrekkingen inzake klinische biologie, door de apothekers die erkend zijn om die verstrekkingen te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering;2° als kwijting voor alle honoraria, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten en andere beroepsontvangsten waarvan sprake is in artikel 320 van het voormeld Wetboek, met inbegrip van de voorschotten, door de andere in artikel 1 vermelde beoefenaars.

Art. 8.Het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen.

Art. 9.Wanneer het ontvangstbewijs zonder getuigschrift voor verstrekte hulp wordt gebruikt, moet het niet-gebruikte bovenste deel -dat het getuigschrift voor verstrekte hulp vormt- worden doorstreept en gevoegd blijven bij het boekje of bij de duplicaten.

Art. 10.De beoefenaar is ervan ontheven een ontvangstbewijs uit te reiken : 1° voor de betalingen die door storting of overschrijving op zijn bankrekening worden gedaan;2° voor de bedragen betaald door de rechthebbende aan de zorgverstrekker, die worden vermeld op het bewijsstuk bedoeld in artikel 53, § 1/2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art. 11.De op het origineel van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp aangebrachte vermeldingen, behoudens die betreffende de identiteit van de patiënt, worden gelijktijdig op het duplicaat overgebracht door middel van de doorschrijflaag die een gedeelte van de keerzijde van het origineel bedekt.

Art. 12.§ 1. De op de formulieren in boekjes vermelde ontvangsten worden per boekje samengevat en opgeteld op een blad papier dat bij dat boekje gevoegd moet blijven.

De op de kettingformulieren vermelde ontvangsten worden samengevat en opgeteld, ofwel, per reeks van 50 formulieren, op een blad papier dat bij de duplicaten van de desbetreffende reeks formulieren gevoegd moet blijven, ofwel op een computerlisting, zoals bedoeld in artikel 18. § 2. Aan het einde van elk jaar worden de niet volledig gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren afgesloten en wordt de samenvatting en de optelling ervoor gemaakt. De niet gebruikte formulieren van die boekjes of reeksen worden doorgestreept en bewaard.

Art. 13.Een kopie van de bewijsstukken, opgesteld overeenkomstig artikel 53, § 1/2, van de wet van de betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, met dezelfde vermeldingen als het origineel, behoudens de vermeldingen betreffende de identiteit van de patiënt, moet door de zorgverstrekker kunnen worden voorgelegd.

Art. 14.De beoefenaar is gehouden op verzoek van de ambtenaren van de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën de boekjes of reeksen waarvan sprake is in artikel 12, alsmede de voorraad niet gebruikte boekjes of reeksen voor te leggen alsook de kopie van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 13.

Dagboek

Art. 15.Vóór elk gebruik wordt het dagboek aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën voorgelegd om te worden genummerd en geparafeerd.

Art. 16.Het dagboek wordt per jaar gehouden; het volgende moet erin worden opgetekend: 1° ontvangsten : a) op de ontvangstdatum, inschrijving van alle bezoldigingen, alsmede van de door storting of overschrijving op een bankrekening ontvangen betalingen;b) op de afsluitingsdatum van elk boekje of reeks van 50 kettingformulieren, inschrijving per boekje of per reeks, van het totaal van de erin vermelde ontvangsten;c) op datum van aflevering van het bewijsstuk opgesteld overeenkomstig in artikel 53, § 1/2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, inschrijving van de door de zorgverlener geïnde bedragen die op het voormelde bewijsstuk vermeld staan, met uitzondering van de sommen die al worden bedoeld onder a) en b) supra 2° uitgaven: bij ontvangst van de factuur of het bewijsstuk of op de datum van betaling, de inschrijving, post per post, van het detail van de uitgaven. Het gedeelte "Uitgaven" van het dagboek is dusdanig opgevat dat het terzelfder tijd kan dienen als boek vermeld in artikel 14, § 5, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 17.De apothekers die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, vullen, in het dagboek, alleen de kolommen in die bestemd zijn om de ontvangsten samen te vatten; zij brengen er uitsluitend op de in artikel 16 voorgeschreven wijze, de honoraria in over die betrekking hebben op de verstrekkingen inzake klinische biologie.

Afwijkingsmaatregelen

Art. 18.De beoefenaars die hun boekhouding voeren met behulp van een computer mogen de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samengevat maandelijks bedrag, dat voorkomt op een computerlisting, mits deze listing conform het model van het dagboek is en de voorgeschreven inschrijvingen er met ten minste dezelfde periodiciteit worden verricht.

Art. 19.De beoefenaars die hun prestaties in associatie uitoefenen worden gemachtigd, voor het samenvatten van de ontvangsten en de uitgaven van de associatie, een bijkomend dagboek te gebruiken die de schakel vormt tussen de boekhouding van de associatie en de individuele rekeningen van de beoefenaars.

Het in het eerste lid beoogde dagboek wordt conform de artikelen 15 tot 18 gebruikt.

Dat dagboek doet het nettobedrag uitkomen van het aan elke beoefenaar toegekende aandeel. Elke beoefenaar draagt het hem toegekende bedrag over naar zijn individueel dagboek, hetzij aan het einde van het jaar, hetzij bij de toekenningen.

Art. 20.De geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, die op elektronische wijze factureren volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen of overeenkomstig de bepalingen van artikel 9ter van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van steun verleend door de openbare centra van welzijn, zijn vrijgesteld van de aflevering van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp vanaf de datum van inwerkingtreding van een in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd protocol, dat de modaliteiten regelt inzake de uitwisseling van inlichtingen tussen de Federale Overheidsdienst Financiën enerzijds en het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, het Nationaal Intermutualistisch College (NIC), de verzekeringsinstellingen anderzijds, aangaande de bovenvermelde beoefenaars .

Bijzondere bepalingen in verband met de honoraria betreffende geneeskundige verstrekkingen die in een inrichting voor geneeskundige verzorging worden verricht

Art. 21.De beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, worden, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit besluit betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is er alsdan toe gehouden aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën, jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

Art. 22.De beoefenaars die voor eigen rekening een inrichting voor geneeskundige verzorging of enigerlei kabinet waar verstrekkingen worden verleend, zonder rechtspersoonlijkheid beheren, mogen: 1° hetzij, voor hun eigen prestaties, gebruik maken van de formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D bedoeld in artikel 3, 5°, van het ministerieel besluit van 22 december 2015 tot vastlegging van het model en het gebruik van de ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook te gebruiken door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging, hierna genoemd "ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging";2° hetzij, voor de prestaties van de in dit besluit bedoelde beoefenaars die door hen worden bezoldigd of vergoed, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D of van de formulieren van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp van het model A, bedoeld in artikel 3, 1°, van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging;3° hetzij, voor de prestaties van de beoefenaars, andere dan deze bedoeld in dit besluit, bezoldigd of vergoed door hen, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift van het model D of formulieren van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp van het model E, G of I, respectievelijk bedoeld in artikel 3, 2°, 3° en 4°, van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging;4° hetzij, voor de prestaties van de beoefenaars, bezoldigd of vergoed door hen, gebruik maken van de overeenstemmingsstroken bedoeld in artikel 3, 6°, van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging.

Art. 23.De beoefenaars die hun activiteit in vereniging uitoefenen, mogen voor hun persoonlijke verstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de verstrekkingen van de door hen bezoldigde of vergoede beoefenaars, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift van het model D.

Art. 24.De beoefenaars mogen voor de verstrekkingen die ze verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in artikel 21 voor hun rekening int, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift van het model D.

Art. 25.De artikelen 22 tot 24 zijn toepassing voor zover : 1° wat de in artikel 22 bedoelde beoefenaars betreft, deze een boekhouding voeren die elke verrichting inzake ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de desbetreffende prestaties duidelijk doet uitkomen;2° wat de in artikel 23 bedoelde beoefenaars betreft, deze : a) een boekhouding voeren welke duidelijk elke verrichting inzake ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de activiteiten van de vereniging duidelijk doet uitkomen;b) aan het einde van elk jaar het deel van de netto ontvangsten dat aan elk van hen toekomt inschrijven in de boekhouding van de vereniging;c) het hen toegekende deel van de netto ontvangsten naar hun individueel dagboek overdragen;d) op naam van elk van hen een jaarlijkse opgave opstellen van de door de vereniging voor hun rekening tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen en deze opgaven ten laatste tegen 31 maart aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën voorleggen;3° wat de in artikel 24 bedoelde beoefenaars betreft, dat de inrichting jaarlijks tegen 31 maart aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën, per beoefenaar, een opgave voorlegt van de tijdens het verlopen kalenderjaar voor rekening van de beoefenaars geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen. Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 26.Het ministerieel besluit van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 17/12/1998 pub. 30/12/1998 numac 1998003661 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering type ministerieel besluit prom. 17/12/1998 pub. 30/12/1998 numac 1998003664 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook die moeten worden gebruikt door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging sluiten tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt opgeheven.

Art. 27.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp, ingevoerd of behouden vóór 1 juli 2015, die nog in het bezit zijn van de beoefenaars op datum van de inwerkingtreding van dit besluit, blijven geldig tot 31 december 2016, op voorwaarde dat op het getuigschrift voor verstrekte hulp de verplichting wordt nageleefd het geïnde bedrag te vermelden alsook de andere wettelijke vermeldingen bepaald in huidig besluit.

Art. 28.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2015.

Brussel, 22 december 2015.

J. VAN OVERTVELDT

Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 22 december 2015 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 2015.

De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 22 december 2015 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 2015.

De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^