gepubliceerd op 11 januari 2002
Ministerieel besluit houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van het Bestuur der Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
21 NOVEMBER 2001. - Ministerieel besluit houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van het Bestuur der Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Minister-Voorzitter, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 69, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 48, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 houdende regeling van het administratief toezicht op de meergemeentelijke politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk gewest;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, inzonderheid op artikel 5,f;
Artikel 1.De ambtenaren van het Bestuur der Plaatselijke Besturen met rang A2 of hoger, zijn bevoegd om de akten op te vragen bedoeld in artikel 7 van de ordonnantie van 19 juli 2001 houdende regeling van het administratief toezicht op de meergemeentelijke politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 2.De in artikel 1 vermelde ambtenaren zijn tevens bevoegd om de afschriften van de besluiten van toezichthoudende overheid eensluidend te verklaren.
Art. 3.Benevens de Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen, kan de directeur-generaal van het Bestuur der Plaatselijke Besturen beslissen dat de gunningen van de opdrachten van aanneming van werken, leveringen en diensten, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de ordonnantie van 29 juli 2001 houdende regeling van het administratief toezicht op de meergemeentelijke politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, onmiddellijk mogen uitgevoerd worden, voor zover de totale waarde van de opdracht lager of gelijk is aan 30 254 925 frank (750.000 EUR), exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
Deze beslissing wordt onmiddellijk aan de politiezone ter kennis gebracht.
Bij afwezigheid van de directeur-generaal van het Bestuur der Plaatselijke Besturen wordt de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid uitgeoefend door de ambtenaar die hem vervangt.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 21 november 2001.
De Minister-Voorzitter bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek.
F.-X. de DONNEA