Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 december 2020
gepubliceerd op 24 december 2020

Ministerieel besluit tot vaststelling van vaste geografische UAS-zones en toegangsvoorwaarden voor vaste geografische UAS-zones

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2020044609
pub.
24/12/2020
prom.
21/12/2020
ELI
eli/besluit/2020/12/21/2020044609/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2020. - Ministerieel besluit tot vaststelling van vaste geografische UAS-zones en toegangsvoorwaarden voor vaste geografische UAS-zones


De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, artikelen 2 en 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020043563 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van uitvoeringsverordening 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen sluiten tot uitvoering van de Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen, artikel 5, § 1;

Gelet op de betrokkenheid van de gewesten;

Gelet op advies 68.134/4 van de Raad van State, gegeven op 2 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat dit ministerieel besluit de zones waarin UAS vluchtuitvoeringen reeds beperkt of zelfs verboden zijn wil aanpassen aan de nieuwe Europese bepalingen;

Overwegende dat het essentieel is om vanaf het van toepassing worden van de verordening (EU) 2019/947 de veiligheid van het luchtverkeer te verzekeren door toegangsvoorwaarden te definiëren voor gecontroleerde luchtruimen zowel de burgerlijke als de militaire;

Overwegende dat de UAS vluchtuitvoeringen van bepaalde sites vallend onder federale bevoegdheid namelijk gevangenissen, nucleaire sites en bepaalde publieke instellingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest namelijk de gebouwen van de Europese unie moeten onderworpen worden aan de voorafgaande toelating van de beheerder van de zone om de beveiliging rond deze gevoelige sites te garanderen;

Overwegende dat artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 november 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020043563 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van uitvoeringsverordening 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen sluiten tot uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen de mogelijkheid voorziet voor de publieke autoriteiten of voor bedrijven om op elk ogenblik de creatie van nieuwe geografische UAS-zones te vragen, namelijk om de bescherming van bepaalde industriële sites of bepaalde natuurgebieden te verzekeren;

Overwegende de Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen zoals gewijzigd door de Uitvoeringsverordening (EU) 2020/746 van de Commissie van 4 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 wat betreft het uitstellen van de toepassingsdata van bepaalde maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie;

Overwegende de aanbeveling van de Belgian Civil Drone Council van 8 december 2020;

Overwegende dat in de geografische UAS-zones onder operationeel beheer van skeyes de verplichting om te beschikken over een UAS met een systeem voor directe identificatie op afstand en een geobewustzijnssysteem uitgesteld moet worden tot 2 december 2021 omdat tegen dan een grotere beschikbaarheid verwacht wordt van UAS die met deze technologieën zijn uitgerust;

Overwegende het feit dat de toegangsvoorwaarden enkel gelden wanneer de geografische UAS-zone actief is;

Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene - bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° AAE : afkorting van "above aerodrome elevation", hoogte boven het niveau van het betreffende luchtvaartterrein;2° AIP België-Luxemburg: luchtvaartgids van België en het Groothertogdom Luxemburg, een publicatie die door of onder de autoriteit van de staat is uitgegeven en luchtvaartinformatie met een blijvend karakter bevat die essentieel is voor de luchtvaart;3° AGL : afkorting van "above ground level", hoogte boven de grond;4° AMSL : afkorting van "above mean sea level", hoogte boven gemiddeld zeeniveau;5° ARP : afkorting van "Aerodrome Reference Point", luchthavenreferentiepunt;6° CTA : afkorting van "Control Area", controlegebied;7° CTR : afkorting van "Controlled Traffic Region", controlezone;8° HTA : afkorting van "Helicopter Training Area", helikoptertrainingzone;9° LFA : afkorting van "Low Flying Area", laagvliegzone;10° NM : afkorting van "Nautical Mile": zeemijl;11° RMZ : afkorting van "Radio Mandatory Zone", zone waar gebruik van radio verplicht is;12° SPACC : "Special Activities Coordination Cell", de geïntegreerde dienst skeyes-Defensie die instaat voor coördinatie van alle vluchten met een specifiek karakter en die een speciale behandeling door luchtverkeersleidingsdiensten vergen, alsook alle activiteiten in de lucht en op de grond die een impact op het normale luchtverkeer in gecontroleerd luchtruim kunnen hebben;13° TMA : afkorting van "Terminal Manoeuvring Area", terminaal controle gebied;14° TMZ : afkorting van "Transponder Mandatory Zone", zone waar gebruik van transponder verplicht is;15° TRA : afkorting van "Temporary Reserved Airspace", tijdelijk gereserveerd luchtruim;16° TSA : afkorting van "Temporary Segregated Airspace", tijdelijk afgescheiden luchtruim;17° Beheerder van de zone : orgaan, aangeduid door de directeur-generaal, om voor een bepaalde geografische UAS-zone de voorafgaande vluchtvergunningen af te leveren;18° Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) : het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;19° directeur- generaal : de directeur-generaal van het DGLV of zijn gemachtigde;20° geo-caging systeem : een systeem dat voorkomt dat de UAS buiten een bepaald volume van het luchtruim (verticaal en horizontaal) vliegt, zoals gedefinieerd tijdens de vluchtplanningsfase voor de beoogde vluchtuitvoering;

Art. 2.Dit besluit stelt de vaste geografische UAS- zones boven het Belgische grondgebied en de toegangsvoorwaarden voor deze zones vast.

De toegangsvoorwaarden opgenomen in dit besluit zijn steeds opgenomen in chronologische volgorde van waarin deze vervuld dienen te worden.

Art. 3.Indien de vlucht plaatsvindt op een locatie die in meerdere geografische UAS-zones ligt, zijn alle voorwaarden, en, waar relevant, de meest restrictieve voorwaarden van toepassing.

Art. 4.De directeur-generaal maakt door middel van een webapplicatie en/of een website, de geografische UAS-zones bekend met inbegrip van de toegangsvoorwaarden zoals bepaald in dit besluit en aanvullende praktische modaliteiten.

Art. 5.De directeur-generaal duidt de beheerder van de zone van een bepaalde geografische UAS-zone aan.

De beheerder van de zone stelt schriftelijke procedures op houdende transparante, objectieve en controleerbare criteria volgens dewelke hij voor de respectievelijke geografische UAS-zone voorafgaande vluchtvergunningen zal afleveren. Deze procedures zullen een gelijke behandeling van alle UAS-exploitanten garanderen en evenredig zijn ten opzichte van het doel van de respectievelijke geografische UAS-zone.

Het Directoraat-generaal Luchtvaart oefent toezicht uit op de in het tweede lid omschreven schriftelijke procedures teneinde te verzekeren dat zij voldoen aan de vooropgestelde criteria.

In voorkomend geval kan de directeur-generaal besluiten tot opheffing van de aanduiding als beheerder van de zone indien deze de bepalingen van het onderhavige besluit schendt. HOOFDSTUK 2. - Militaire geografische UAS-zones Afdeling 1. - Niet gecontroleerde militaire vliegvelden

Art. 6.De geografische UAS-zone ter bescherming van een in de AIP België-Luxemburg gepubliceerd niet-gecontroleerd militair vliegveld heeft de vorm van een cilinder met als straal twee NM vanuit het ARP en met een hoogte tot vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC;2° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone die wordt aangevraagd volgens de procedure bepaald in de voorafgaande vluchtvergunning bedoeld in 1°. Afdeling 2. - Militaire Controlled Traffic Region(CTR)

Art. 7.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militair gecontroleerd vliegveld wordt bepaald door de voor het respectievelijke vliegveld in de AIP België-Luxemburg gepubliceerde laterale en verticale limieten van de CTR. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de voor de respectievelijke zone in de AIP België-Luxemburg of bij NOTAM beschreven tijdstippen.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is een zone waarin alle UAS-vluchtuitvoeringen boven vijfendertig voet AGL verboden zijn.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is een zone waarin alle UAS-vluchtuitvoeringen op minder dan twee NM van het ARP verboden zijn.

Voor modelluchtvaartterreinen bedoeld in artikel 21 kan schriftelijk een afwijking van lid 3 worden toegestaan door Defensie. Afdeling 3. - Militaire Terminal Manoeuvring Area (TMA) en Control

Area (CTA)

Art. 8.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militaire TMA of een militaire CTA wordt bepaald door de voor deze TMA of CTA in de AIP België-Luxemburg gepubliceerde laterale en verticale limieten.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de voor de respectievelijke zone in de AIP België-Luxemburg of bij NOTAM beschreven tijdstippen.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is een zone waarin alle UAS-vluchtuitvoeringen verboden zijn. Afdeling 4. - Zones ter bescherming van gecontroleerde militaire

vliegvelden buiten hun openingstijden

Art. 9.De geografische UAS-zone ter bescherming van een gecontroleerd militair vliegveld buiten zijn openingstijden wordt bepaald door de laterale en verticale limieten van de daartoe vastgelegde "restricted area's" zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg, met uitzondering van de zones EBR-06B en EBR-07B. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden : 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC voor elke vlucht binnen deze zone;2° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone voor elke vlucht binnen deze zones die wordt aangevraagd volgens de procedure bepaald in de voorafgaande vluchtvergunning bedoeld in 1° ;3° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) voor elke vlucht hoger dan vijfendertig voet AGL. Afdeling 5: - Bijkomende zones ter bescherming van bepaalde

gecontroleerde militaire vliegvelden buiten hun openingstijden.

Art. 10.De geografische UAS-zones ter bescherming van bepaalde gecontroleerde militaire vliegvelden buiten hun openingstijden omvatten de zones EBR-06B en EBR-07B zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zones zijn actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zones bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC voor elke vlucht hoger dan vijfendertig voet AGL. Voor modelluchtvaartterreinen bedoeld in artikel 21 kan schriftelijk een afwijking van lid 3 worden toegestaan door Defensie. Afdeling 6. - Militaire danger zones

Art. 11.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militaire danger zone omvat de laterale en verticale limieten van deze zone zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden : 1° elke vlucht wordt beperkt tot een hoogte van vijfendertig voet AGL;2° elke UAS is beperkt tot een maximale startmassa van 900g of minder. Afdeling 7. - Militaire helistrips en heliports

Art. 12.De geografische UAS-zone ter bescherming van een in de AIP België-Luxemburg gepubliceerde militaire helistrip of heliport heeft de vorm van een cilinder met als straal een halve NM vanuit het ARP en strekt zich uit vanaf grondniveau tot een hoogte van vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC, behalve wanneer de vlucht uitgevoerd wordt met een UAS met een maximale startmassa van 900g of minder. Afdeling 8. - Militaire Helicopter Training Area (HTA)

Art. 13.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militaire HTA wordt bepaald door de laterale en verticale limieten van deze HTA zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° elke vlucht wordt beperkt tot een hoogte van vijfendertig voet AGL;2° elke UAS is beperkt tot een maximale startmassa van 900g of minder. Voor modelluchtvaartterreinen bedoeld in artikel 21 kan schriftelijk een afwijking van lid 3 worden toegestaan door Defensie. Afdeling 9. - Militaire Low Flying Area (LFA)

Onderafdeling 1. - Low-Flying Area (LFA) boven land

Art. 14.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militaire LFA boven land wordt bepaald door de laterale limieten van deze LFA zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg en strekt zich uit vanaf grondniveau tot op een hoogte van vijfhonderd voet AGL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een maximum vlieghoogte van honderdvijftig voet AGL. Onderafdeling 2. - LFA boven zee

Art. 15.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militaire LFA boven zee wordt bepaald door de laterale limieten van deze LFA zoals opgenomen in de AIP België-Luxemburg en strekt zich uit vanaf zeeniveau tot op een hoogte van vijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° elke vlucht wordt beperkt tot een hoogte van vijfendertig voet AGL;2° elke UAS is beperkt tot een maximale startmassa van 900g of minder. Afdeling 10. - Militaire restricted areas

Art. 16.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militaire "restricted area" wordt bepaald door de laterale en verticale limieten van deze area zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC voor elke vlucht : 1° met een hoogte van meer dan vijfendertig voet AGL, of;2° uitgevoerd met een UAS waarvan de maximale startmassa meer dan 900 g bedraagt. Afdeling 11. - Militaire Temporary Reserved Airspace (TRA) en

Temporary Segregated Airspace (TSA)

Art. 17.De geografische UAS-zone ter bescherming van een militaire TRA of militaire TSA wordt bepaald door de laterale limieten van deze TRA of TSA zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg en strekt zich uit vanaf grondniveau tot op een hoogte van vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC voor elke vlucht hoger dan vijfendertig voet AGL. Afdeling 12. - Militaire domeinen

Art. 18.De geografische UAS-zones ter bescherming van militaire domeinen omvatten het respectievelijke militaire domein vanop grondniveau tot op een hoogte van vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zones zijn permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zones bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC;2° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone die wordt aangevraagd volgens de procedure bepaald in de voorafgaande vluchtvergunning bedoeld in 1° ;3° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV);4° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de Belgian Military Airworthiness Authority (BMAA). HOOFDSTUK 3. - Ongecontroleerde civiele luchtvaartterreinen

Art. 19.De geografische UAS-zone ter bescherming van een in de AIP België-Luxemburg gepubliceerd niet-gecontroleerd civiel luchtvaartterrein, met uitzondering van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem, heeft de vorm van een cilinder met als straal minimum twee NM vanuit het ARP en strekt zich uit vanaf grondniveau tot een hoogte van vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone. HOOFDSTUK 4. - Civiele helihavens

Art. 20.De geografische UAS-zone ter bescherming van een in de AIP België-Luxemburg gepubliceerde civiele helihaven heeft de vorm van een cilinder met als straal een halve NM vanuit het in de AIP België-Luxemburg voor de respectievelijke helihaven gepubliceerde coördinaat en strekt zich uit vanaf grondniveau tot een hoogte van vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone. HOOFDSTUK 5. - Civiele modelluchtvaartterreinen Afdeling 1. - Algemene regels van toepassing op alle civiele

modelluchtvaartterreinen

Art. 21.De geografische UAS-zone ter bescherming van een in de AIP België-Luxemburg gepubliceerd civiel modelluchtvaartterrein heeft de vorm van een cilinder met als straal vierhonderd meter vanuit de voor het respectievelijke terrein in de AIP België-Luxemburg opgenomen coördinaten en strekt zich uit vanaf grondniveau tot een hoogte van vierhonderd voet AGL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone. Afdeling 2. - Specifieke regels van toepassing op bepaalde

modelluchtvaartterreinen

Art. 22.De geografische UAS-zones ter bescherming van modelluchtvaartterreinen waarvoor een "restricted area" werd gevestigd in de AIP België-Luxemburg, worden bepaald door de laterale en verticale limieten van deze "restricted area's" zoals opgenomen in de AIP Belgie-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zones zijn actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zones bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone voor elke vlucht. HOOFDSTUK 6. - Zeehavens

Art. 23.De geografische UAS-zone ter bescherming van een zeehaven wordt bepaald door de laterale en verticale limieten van de "restricted area" die ter bescherming van deze zeehaven is opgenomen in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone. HOOFDSTUK 7. - UAS- testzones

Art. 24.De geografische UAS-zone ter bescherming van een UAS-testzone wordt bepaald door de laterale en verticale limieten van de "restricted area" die ter bescherming van deze testzone is opgenomen in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven UAS-zone is actief op de in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone. HOOFDSTUK 8. - Penitentiaire inrichtingen

Art. 25.De geografische UAS-zone ter bescherming van een penitentiaire inrichting omvat de respectievelijke penitentiaire inrichting, evenals een laterale buffer van honderd meter, en strekt zich uit vanaf grondniveau tot op een hoogte van vijfhonderd voet AGL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone ;2° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;3° indien er een vorm van audiovisuele opname in de geografische UAS-zone noodzakelijk is, moet men beschikken over een specifieke voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de beheerder van de zone. HOOFDSTUK 9. - Nucleaire installaties

Art. 26.De geografische UAS-zone ter bescherming van een nucleaire installatie heeft de vorm van een cilinder die de volledige installatie en bijhorende veiligheidszone omvat en strekt zich uit vanaf grondniveau tot op een hoogte van tweeduizend voet AGL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone;2° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;3° beschikken over een geobewustzijnssysteem. HOOFDSTUK 1 0. - Koninklijke domeinen

Art. 27.De geografische UAS-zones ter bescherming van de koninklijke domeinen hebben de vorm van een cilinder die het respectievelijke koninklijk domein omvat en strekken zich uit vanaf grondniveau tot op een hoogte van vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zones zijn permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zones bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone. HOOFDSTUK 1 1. - Geografische UAS-zones onder operationeel beheer van skeyes Afdeling 1. - Civiele Controlled Traffic Region (CTR)

Art. 28.De geografische UAS-zones ter bescherming van de CTRs van civiele gecontroleerde luchtvaartterreinen bestaan uit drie onderscheiden geografische UAS-zones : 1° Very Low Level 0 (VLL 0);2° Very Low Level 1 (VLL 1);3° Very Low Level 2 (VLL2). In al de in het eerste lid beschreven geografische UAS-zones kan de bevoegde luchtverkeersleidingsdienst elke vlucht ten alle tijde doen beëindigen om veiligheids- of beveiligingsredenen.

Onderafdeling 1. - VLL 0

Art. 29.De geografische UAS-zone VLL 0 heeft de vorm van één of meer balken met als laterale limieten enerzijds de lengte van de respectievelijke landings- en startbanen aan weerszijden vermeerderd met drie kilometer vanaf de drempels en anderzijds een breedte van twee kilometer waarvan de middellijn gevormd wordt door de centrale as van de landings- en startbanen. De hoogte van de geografische UAS-zone VLL 0 strekt zich uit vanaf grondniveau tot de maximumhoogte van de respectievelijke CTR zoals gepubliceerd in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is een zone waarin alle UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "open" verboden zijn.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is een zone waarin alle vluchtuitvoeringen met UAS met vaste vleugels verboden zijn, behalve met uitdrukkelijke toelating van de bevoegde luchtverkeersleidingsdienst.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid voor de UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "specifiek" of "gecertificeerd" is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden : 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC;2° beschikken over voorafgaande vluchtvergunningen van de beheerder van de zone;3° melding maken bij aanvang en bij het beëindigen van elke vlucht op de wijze zoals voorgeschreven door de beheerder van de zone;4° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;5° beschikken over een geobewustzijnssysteem;6° beschikken over een geo-caging systeem;7° de piloot dient te allen tijde vergezeld te zijn van een waarnemer die beschikt over een radiolicentie en die constante tweeweg communicatie behoudt met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. Onderafdeling 2. - VLL 1

Art. 30.De geografische UAS-zone VLL 1 omvat, voor zover zij buiten de laterale en verticale limieten van de geografische UAS-zone VLL 0 valt: 1° een cilinder met als straal vierduizendvijfhonderd meter of meer indien noodzakelijk geacht om redenen van luchtvaartveiligheid vanuit het ARP of vanuit een ander punt goedgekeurd door de directeur-generaal, en die zich uitstrekt vanaf grondniveau tot een hoogte van vierhonderd voet AAE;2° één of meerdere balken met als laterale limieten enerzijds de lengte van de landings- en startbanen aan weerszijden vermeerderd met achtduizendvijfhonderd meter vanaf de drempels, of een andere afstand goedgekeurd door de directeur-generaal, en anderzijds een breedte van drie kilometer waarvan de middellijn gevormd wordt door de centrale as van de landings- en startbanen en die zich uitstrekt/uitstrekken vanaf grondniveau tot een hoogte van vierhonderd voet AAE;3° een zone met de laterale limieten van de betreffende CTR zoals beschreven in de AIP België-Luxemburg die zich uitstrekt vanaf vierhonderd voet AAE tot de maximumhoogte van de CTR zoals gepubliceerd in de AIP België-Luxemburg. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de voor de betreffende CTR in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is een zone waarin alle vluchtuitvoeringen met UAS met vaste vleugels verboden zijn, behalve met uitdrukkelijke toelating van de bevoegde luchtverkeersleidingsdienst.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "open" mogen niet worden uitgevoerd op een hoogte van meer dan honderdvijftig voet AGL en in geen geval op een hoogte die deze van het hoogste obstakel binnen een straal van honderd meter overschrijdt tenzij uitdrukkelijk toegestaan door de bevoegde luchtverkeersleidingsdienst;2° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC;3° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone aangevraagd volgens de aanvullende praktische modaliteiten vastgesteld overeenkomstig artikel 4;4° melding maken bij aanvang en bij het beëindigen van elke vlucht op de wijze zoals voorgeschreven door de beheerder van de zone;5° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;6° beschikken over een geobewustzijnssysteem;7° voor alle UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "specifiek", beschikken over een geo-caging systeem;8° de piloot dient gedurende de vlucht steeds bereikbaar zijn op een vooraf bij de beheerder van de zone geregistreerde mobiele telefoon;9° voor alle UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "specifiek" dient de piloot vergezeld te zijn van een waarnemer belast met het gebruik van een vooraf bij de beheerder van de zone geregistreerde mobiele telefoon door middel waarmee ten allen tijde tweeweg communicatie kan worden tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. Onderafdeling 3. - VLL 2

Art. 31.De geografische UAS-zone VLL 2 omvat, voor zover zij buiten de laterale en verticale limieten van de geografische UAS-zones VLL 0 en VLL 1 valt, de laterale limieten van de respectievelijke CTR zoals gepubliceerd in de AIP België-Luxemburg en strekt zich verticaal uit vanaf het grondniveau tot op een hoogte van vierhonderd voet AAE. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de voor de respectievelijke CTR in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden : 1° UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "open" mogen niet worden uitgevoerd op een hoogte van meer dan honderdvijftig voet AGL;2° UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "specifiek" mogen niet worden uitgevoerd op een hoogte van meer dan vierhonderd voet AGL;3° melding maken van de vlucht minstens drie uur voor aanvang op de wijze zoals voorgeschreven door de beheerder van de zone;indien geen voorwaarden of verbod wordt opgelegd door de bevoegde luchtverkeersleidingsdienst dient de vlucht beschouwd te worden als toegestaan; 4° melding maken bij aanvang en bij het beëindigen van elke vlucht op de wijze zoals voorgeschreven door de beheerder van de zone;5° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;6° beschikken over een geobewustzijnssysteem;7° de piloot dient gedurende de vlucht steeds bereikbaar zijn op een hiervoor bestemde en vooraf bij de beheerder van de zone geregistreerde mobiele telefoon. Voor modelluchtvaartterreinen bedoeld in artikel 21 kan schriftelijk een afwijking van lid 3 worden toegestaan door skeyes. Afdeling 2. - Civiele Terminal Manoeuvring Area (TMA) en Controlled

Area (CTA)

Art. 32.De geografische UAS-zone ter bescherming van een civiele TMA of een civiele CTA wordt bepaald door de laterale en verticale limieten van deze civiele TMA of civiele CTA zoals opgenomen in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is actief op de voor de respectievelijke TMA of CTA in de AIP België-Luxemburg beschreven tijdstippen of volgens NOTAM. De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van SPACC aangevraagd volgens de aanvullende praktische modaliteiten vastgesteld overeenkomstig artikel 4;2° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;3° beschikken over een geobewustzijnssysteem;4° beschikken over een geo-caging systeem. Afdeling 3: - Radio Mandatory Zone en Transponder Mandatory Zone

(RMZ/TMZ) van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem

Art. 33.De geografische UAS-zone ter bescherming van de RMZ/TMZ van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem bestaat uit de volgende geografische UAS-zones: 1° EBKT RMZ/TMZ - Zone 1;2° EBKT RMZ/TMZ - Zone 2. Onderafdeling 1. - EBKT RMZ/TMZ Zone 1

Art. 34.De geografische UAS-zone EBKT RMZ/TMZ - Zone 1 omvat: 1° een cilinder met als straal drieduizend meter vanuit het ARP die zich uitstrekt vanaf grondniveau tot de maximumhoogte van de RMZ van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem zoals gepubliceerd in de AIP België-Luxemburg;2° een balk met als laterale limieten enerzijds de lengte van de respectievelijke landings- en startbaan aan weerszijden vermeerderd met drieduizend meter vanaf de drempels en anderzijds een breedte van twee kilometer waarvan de middellijn gevormd wordt door de centrale as van de landings- en startbanen die zich uitstrekt vanaf grondniveau tot de maximumhoogte van de RMZ van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem zoals gepubliceerd in de AIP België-Luxemburg. De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° beschikken over een voorafgaande vluchtvergunning van de beheerder van de zone;2° UAS-vluchtuitvoeringen in deze zone mogen niet worden uitgevoerd op een hoogte van meer dan honderdtwintig meter AGL;3° melding maken van de vlucht minstens drie uur voor aanvang volgens de procedure bepaald in de voorafgaande vluchtvergunning bedoeld in 1° ;4° melding maken bij aanvang en bij het beëindigen van elke vlucht volgens de procedure bepaald in de voorafgaande vluchtvergunning bedoeld in 1° ;5° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;6° beschikken over een geobewustzijnssysteem;7° de piloot dient gedurende de vlucht steeds bereikbaar zijn op een hiervoor bestemde en vooraf bij de beheerder van de zone geregistreerde mobiele telefoon. Onderafdeling 2. - EBKT RMZ/TMZ - Zone 2

Art. 35.De geografische UAS-zone EBKT RMZ/TMZ - Zone 2 omvat, voor zover zij buiten de laterale en verticale limieten van de geografische UAS-zone EBKT RMZ/ TMZ - Zone 1 valt, de laterale en verticale limieten van de RMZ/TMZ van de luchthaven Kortrijk-Wevelgem zoals gepubliceerd in de AIP België-Luxemburg.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

De toegang tot de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan de volgende cumulatieve toegangsvoorwaarden: 1° UAS-vluchtuitvoeringen in deze zone mogen niet worden uitgevoerd op een hoogte van meer dan honderdtwintig meter AGL;2° melding maken van de vlucht minstens drie uur voor aanvang op de wijze zoals voorgeschreven door de beheerder van de zone;3° melding maken bij aanvang en bij het beëindigen van elke vlucht op de wijze zoals voorgeschreven door de beheerder van de zone;4° beschikken over een systeem voor directe identificatie op afstand;5° beschikken over een geobewustzijnssysteem;6° de piloot dient gedurende de vlucht steeds bereikbaar zijn op een vooraf bij de beheerder van de zone geregistreerde mobiele telefoon. Voor modelluchtvaartterreinen bedoeld in artikel 21 kan schriftelijk een afwijking van lid 3 worden toegestaan door skeyes. HOOFDSTUK 1 2. - Geografische UAS-zone ter bescherming van bepaalde openbare instellingen gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 36.De geografische UAS-zone ter bescherming van bepaalde openbare instellingen gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omvat de voor de zone EBR-01 in de AIP België-Luxemburg opgenomen laterale limieten en strekt zich uit vanaf grondniveau tot op een hoogte van vierduizendvijfhonderd voet AMSL. De Directeur-generaal bepaalt een lijst van deze openbare instellingen en stelt deze ter beschikking overeenkomstig artikel 4 van dit besluit en artikel 5, § 5 van het koninklijk besluit van 8 november 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020043563 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van uitvoeringsverordening 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen sluiten tot uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen.

De in het eerste lid beschreven geografische UAS-zone is permanent actief.

Het overvliegen van een openbare instelling en/of elke vlucht binnen een laterale buffer van vijftig meter rondom deze openbare instelling gelegen in de geografische UAS-zone bedoeld in het eerste lid is onderworpen aan het verkrijgen van een voorafgaande vluchtvergunning van de betrokken openbare instelling. HOOFDSTUK 13: - Overgangsbepaling en slotbepaling

Art. 37.Voor de UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "open" uitgevoerd met een UAS waarvan de maximale startmassa minder dan 900g is en voor de UAS-vluchtuitvoeringen in de categorie "specifiek" worden uitgesteld tot 2 december 2021: 1° de verplichting om te beschikken over een UAS uitgerust met een systeem voor directe identificatie op afstand in de artikelen 29 tot en met 32 en de artikelen 34 en 35;2° de verplichting om te beschikken over een UAS uitgerust met een geobewustzijnssysteem in de artikelen 29 tot en met 32 en de artikelen 34 en 35. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op UAS-vluchtuitvoeringen waarvoor het gebruik van dit systeem voor directe identificatie op afstand en/of dit geobewustzijnssysteem overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. 2019/947 verplicht is.

Art. 38.Dit besluit treedt in werking op 31 december 2020.

Brussel, 21 december 2020.

G. GILKINET

^