gepubliceerd op 18 december 2017
Ministerieel besluit houdende vaststelling van de praktische modaliteiten in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016 betreffende het Pendelfonds
VLAAMSE OVERHEID
Mobiliteit en Openbare Werken
21 DECEMBER 2016. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de praktische modaliteiten in uitvoering van het
besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016Relevante gevonden documenten
type
besluit van de vlaamse regering
prom.
30/09/2016
pub.
26/10/2016
numac
2016036495
bron
vlaamse overheid
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds
sluiten betreffende het Pendelfonds
DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN, Gelet op het decreet van 30 juni 2006 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2006, inzonderheid op artikel 51 tot en met 62;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2016 pub. 26/10/2016 numac 2016036495 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds sluiten betreffende het Pendelfonds, inz. artikels 13, 15, 18 en 21;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/07/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014036478 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 december 2016, Besluit :
Artikel 1.De wijze waarop de potentieelbepaling inzake modale verschuiving gebeurt, is als volgt. 1.De modale verdeling van de woon-werkverplaatsingen van de werknemers wordt bepaald aan de hand van de bestaande administratieve gegevens of aan de hand van een specifieke bevraging. De gegevenscategorisering komt overeen met de tabel modale verdeling zoals in het indieningsformulier is opgenomen. Bij toepassing van een specifieke bevraging wordt het resultaat van de effectieve response als uitgangspunt genomen waarbij geen verdeling van de responseresultaten op de ganse bedrijfspopulatie (incl. de non-response) wordt doorgevoerd. 2. Het maximale fietspotentieel wordt als volgt bepaald : het aantal actuele autosolisten die op maximaal 7,5 km reële afstand van de werkplaats woont x 50 %;3. Het maximale elektrische fietspotentieel wordt als volgt bepaald : het aantal actuele autosolisten die op minimaal 7,6 en maximaal 15 km reële afstand van de werkplaats woont x 50 %;4. Het maximale speed pedelec potentieel wordt als volgt bepaald : het aantal actuele autosolisten die op minimaal 15,1 en maximaal 25 km reële afstand van de werkplaats woont x 50 %; 5. Het maximale openbaar vervoerpotentieel wordt als volgt bepaald : het aantal actuele autosolisten die met het openbaar vervoer t.o.v. de auto een maximale reistijdverhouding heeft van 1,5 x 50 %; 6. Het maximale carpoolpotentieel wordt als volgt bepaald : het aantal actuele autosolisten waarbij de woonafstand tussen de potentiële carpoolcollega's maximaal 10 km bedraagt en die op minimaal 15 km reële afstand van de werkplaats woont x 50 %.Deze berekening wordt uitsluitend gemaakt voor werknemers die vaste begin- en einduren hebben. 7. Werknemers kunnen op basis van de potentieelberekeningen in volgende groepen worden onderverdeeld : a.fiets b. elektrische fiets c.openbaar vervoer d. speed pedelec e.carpooling f. fiets en openbaar verover g.elektrische fiets en openbaar vervoer h. speed pedelec en openbaar vervoer i.carpooling en openbaar vervoer In de gevallen f, g en h worden de werknemers aan het fietspotentieel toegewezen. In het geval i worden de werknemers aan het potentieel openbaar vervoer toegewezen.
Art. 2.De wijze waarop de rangorde wordt bepaald gebeurt als volgt.
Per dossier kunnen maximaal 100 punten worden toegekend. Deze worden als volgt verdeeld : - 50 punten op basis van de rangorde die verkregen wordt op basis van de aanvaarde projectkost per werknemer die in het potentieel werd opgenomen in het kader van een modale verschuiving. Hoe kleiner de projectkost per werknemer die in het potentieel werd opgenomen, hoe gunstiger de rangschikking. Het dossier met de kleinste projectkost per werknemer verkrijgt het maximaal aantal punten. De andere dossiers verkrijgen punten op basis van de verhouding van hun projectkost per werknemer t.o.v. het dossier met de kleinste projectkost per werknemer. De berekening gebeurt tot op het niveau van een geheel getal; - 30 punten op basis van de rangorde die verkregen wordt op basis van de verwachte procentuele modale verschuiving. Hoe groter de procentuele modale verschuiving, hoe gunstiger de rangschikking. Het dossier met de grootste modale verschuiving verkrijgt het maximaal aantal punten. De andere dossiers verkrijgen punten op basis van de verhouding van hun procentuele modale verschuiving t.o.v. het dossier met de grootste modale verschuiving. De berekening gebeurt tot op het niveau van een geheel getal; - 20 punten op basis van de rangorde die verkregen wordt op basis van de kwaliteit van het dossier. Dit puntenaantal wordt als volgt onderverdeeld : o 5 punten voor de inhoudelijke onderbouwing van het project; o 5 punten voor de financiële onderbouwing van het project; o 5 punten voor de mate van gedragenheid van het project; o 5 punten voor de mate waarin de voorgestelde maatregelen een innovatief karakter hebben.
Art. 3.Het model van aanvraagformulier, vermeld in artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2016 pub. 26/10/2016 numac 2016036495 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds sluiten betreffende het Pendelfonds, is opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit gevoegd is.
Art. 4.Het model van opvolgingsrapport, vermeld in artikel 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2016 pub. 26/10/2016 numac 2016036495 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Pendelfonds sluiten betreffende het Pendelfonds, is opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit gevoegd is.
Brussel, 21 december 2016.
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld