Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 december 2001
gepubliceerd op 26 januari 2002

Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake kanselarij aan ambtenaren van het departement Coördinatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035091
pub.
26/01/2002
prom.
21/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/21/2002035091/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake kanselarij aan ambtenaren van het departement Coördinatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap


De minister-president van de Vlaamse regering, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, inzonderheid op artikel 18;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 maart 1994 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake voorlichting aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij ministerieel besluit van 19 mei 1995, waarvan artikel 10bis bepaalt dat het afdelingshoofd van de afdeling Kanselarij gemachtigd is om dagvaardingen en deurwaardersexploten, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest, in ontvangst te nemen;

Overwegende dat het, met het oog op een efficiënte organisatie en werking van de diensten, noodzakelijk is bevoegdheden inzake kanselarij te delegeren aan ambtenaren;

Overwegende dat het noodzakelijk is de delegatie inzake voormelde aangelegenheid aan te vullen met delegaties voor andere aangelegenheden inzake kanselarij, en deze te integreren in één ministerieel delegatiebesluit inzake kanselarij, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de aangelegenheden die tot de bevoegdheid behoren van het departement Coördinatie, administratie Kanselarij en Voorlichting, afdeling Kanselarij, met uitzondering van de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de cel Administratieve Coördinatie Brussel en de cel Administratieve Coördinatie Vlaamse Rand rond Brussel, behoren.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° minister : de minister-president van de Vlaamse regering;2° secretaris-generaal : de secretaris-generaal van het departement Coördinatie;3° directeur-generaal : de directeur-generaal van de administratie Kanselarij en Voorlichting;4° afdelingshoofd : het afdelingshoofd van de afdeling Kanselarij;5° kredieten : de kredieten die in de begroting zijn voorzien met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde aangelegenheden.

Art. 3.De delegaties die bij dit besluit worden verleend, worden tevens verleend aan de ambtenaar die met de waarneming van het ambt van de titularis is belast of deze vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst de betrokken ambtenaar, boven de vermelding van graad en handtekening en onverminderd de bepaling van artikel 14, § 2, van dit besluit, de formule « Voor de (graad van de titularis), afwezig ». HOOFDSTUK II. - Bevoegdheden van de secretaris-generaal

Art. 4.De secretaris-generaal is gemachtigd alle administratieve maatregelen te nemen inzake begrotingsuitvoering, inzonderheid de ondertekening van vastleggings- en ordonnanceringsdocumenten inzake verbintenissen die door de minister of de daartoe overeenkomstig hoofdstuk III gedelegeerde ambtenaar werden aangegaan.

Art. 5.De secretaris-generaal is gemachtigd om : 1° minnelijke schikkingen aan te gaan die voorafgaan aan het ontstaan van een rechtsgeding, voor zover het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien niet hoger is dan 25.000 euro; 2° de rechtsgedingen te voeren voor de administratieve rechtscolleges en voor het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Arbitragehof; 3° alle andere dan de in 2° bedoelde rechtsgedingen te voeren, alle noodzakelijke proceshandelingen te verrichten voor hoven en rechtbanken, de rechtsmiddelen in te stellen tegen vonnissen of arresten of desgevallend erin te berusten, voor zover de geschillen niet waardeerbaar zijn voor een bedrag hoger dan 25.000 euro in hoofdsom; 4° het bedrag van de erelonen en van de vergoedbare kosten van de advocaten vast te stellen, voor zover deze niet meer bedragen dan 12.500 euro per aanleg; 5° elk reeds ingeleid rechtsgeding in der minne te regelen door het aangaan van een dading, voor zover het geschil niet waardeerbaar is voor een bedrag hoger dan 25.000 euro in hoofdsom; 6° de uitgaven verbonden aan de uitvoering van vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen, goed te keuren en de opdracht tot betaling van deze uitgaven te geven.

Art. 6.De secretaris-generaal is gemachtigd om personeelsleden aan te wijzen die het departement zullen vertegenwoordigen bij congressen, colloquia, studiedagen en conferenties of die als afgevaardigde van het departement een interview mogen toestaan of een voordracht of toespraak mogen houden met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde aangelegenheden.

Art. 7.Om een efficiënte organisatie te waarborgen subdelegeert de secretaris-generaal de hiervoor in aanmerking komende gedelegeerde bevoegdheden aan personeelsleden van het departement, tot op het meest functionele niveau. Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof. HOOFDSTUK III. - Bevoegdheden van de directeur-generaal Afdeling 1. - Delegaties van algemene aard

Art. 8.De directeur-generaal is gemachtigd om : 1° de dagelijkse briefwisseling te ondertekenen, onverminderd de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven van het Rekenhof met betrekking tot de door het Hof geformuleerde opmerkingen;2° gewone en aangetekende zendingen in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen betekend aan de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest;3° uittreksels en afschriften van documenten eensluidend te verklaren en af te leveren;4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden en reis- en verblijfkosten goed te keuren, voor zover ze verband houden met de werking van advies- en overlegorganen die aan de administratie verbonden zijn. Afdeling 2. - Bepalingen betreffende het gunnen

en de uitvoering van overheidsopdrachten en het doen van andere uitgaven

Art. 9.De directeur-generaal is gemachtigd om bestekken voor werken, leveringen of diensten goed te keuren, de wijze te kiezen waarop de opdrachten worden gegund, opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten te gunnen en in te staan voor de uitvoering ervan. Deze machtiging geldt slechts binnen de perken van de in de begroting voorziene kredieten en indien het geraamde bedrag respectievelijk het goed te keuren offertebedrag de hierna vermelde bedragen niet overschrijdt : 1° in geval van een openbare aanbesteding of algemene offerte-aanvraag : 100.000 euro; 2° in geval van een beperkte aanbesteding of beperkte offerte-aanvraag : 75.000 euro; 3° in geval van een onderhandelingsprocedure met bekendmaking : 32.500 euro; 4° in geval van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking : 17.500 euro.

De directeur-generaal staat tevens in voor de eenvoudige uitvoering van de opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten die werden gegund door de minister of de Vlaamse regering.

Onder eenvoudige uitvoering wordt verstaan : het treffen van alle maatregelen en beslissingen die het mogelijk maken om de opdracht uit te voeren en die binnen de perken van de aanneming blijven, met uitzondering van de maatregelen en beslissingen die een beoordeling vanwege de gunnende overheid vereisen.

Art. 10.De directeur-generaal is gemachtigd om : 1° met betrekking tot de in artikel 9, eerste lid, vermelde opdrachten : a) gemotiveerde afwijkingen toe te staan op de essentiële bepalingen en voorwaarden van de overeenkomst, in toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;b) boeten kwijt te schelden;2° met betrekking tot de in artikel 9, eerste en tweede lid, vermelde opdrachten : a) prijsherzieningen voortvloeiend uit de betrokken overeenkomsten goed te keuren, zonder beperking van bedrag; b) verrekeningen, andere dan voormelde herzieningen, goed te keuren voor zover hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 25 % van het gunningsbedrag voortvloeien en deze bijkomende uitgaven 12.500 euro niet overschrijden.

Art. 11.De directeur-generaal is gemachtigd om allerlei uitgaven die buiten de toepassing vallen van de wetgeving op de overheidsopdrachten goed te keuren, tot een bedrag van maximum 12.500 euro per beslissing, voor zover het niet gaat om subsidies.

Art. 12.De in deze afdeling vermelde bedragen zijn exclusief de belasting op toegevoegde waarde. Afdeling 3. - Specifieke delegaties

Art. 13.De directeur-generaal is gemachtigd om : 1° de beslissing tot betaalbaarstelling te nemen voor elke schijf van subsidies en dotaties die in schijven worden uitbetaald en aangerekend op het programma 11.3 Kanselarij, met inbegrip van de afrekening; 2° facultatieve subsidies te verlenen die worden aangerekend op het programma 11.3 Kanselarij, voor een bedrag van maximum 7.000 euro, op voorwaarde dat de opdracht daarvoor, met aanduiding van de begunstigde en het bedrag van de subsidie, werd vastgesteld en schriftelijk goedgekeurd door de minister. Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 14.§ 1. De directeur-generaal kan de daarvoor in aanmerking komende gedelegeerde bevoegdheden, na overleg met de secretaris-generaal, aan personeelsleden subdelegeren, tot op het meest functionele niveau. Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof en aan de minister. § 2. Bij gebruik van de in de afdelingen 2 en 3 van dit hoofdstuk bedoelde delegaties plaatst de delegatiehouder boven de vermelding van graad en handtekening de formule « Namens de minister-president van de Vlaamse regering ».

Art. 15.Over het gebruik van de in de afdelingen 2 en 3 van dit hoofdstuk bedoelde bevoegdheden wordt trimestrieel gerapporteerd in een activiteitenverslag dat aan de minister wordt meegedeeld via de secretaris-generaal. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheden van het afdelingshoofd

Art. 16.Het afdelingshoofd is gemachtigd om dagvaardingen en deurwaardersexploten, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaams Gewest, in ontvangst te nemen. Het afdelingshoofd kan deze bevoegdheid subdelegeren aan personeelsleden van de afdeling, tot op het meest functionele niveau. Elke subdelegatie wordt medegedeeld aan de minister. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 17.Artikel 10bis van het ministerieel besluit van 17 maart 1994 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake voorlichting aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij ministerieel besluit van 19 mei 1995, wordt opgeheven.

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Brussel, 21 december 2001.

P. DEWAEL

^