gepubliceerd op 08 november 2019
Ministerieel besluit tot vaststelling van de kwalificaties met een landbouworiëntatie krachtens artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2019 tot bepaling van de minimale inhoud van de plaatsbeschrijving inzake pacht en van de clausules bedoeld in artikel 24 van de pachtwet
20 JUNI 2019. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de kwalificaties met een landbouworiëntatie krachtens artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2019 tot bepaling van de minimale inhoud van de plaatsbeschrijving inzake pacht en van de clausules bedoeld in artikel 24 van de pachtwet
De Minister van Landbouw, Gelet op het Burgerlijk Wetboek, Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 3: Regels betreffende de pacht in het bijzonder, artikel 35,
vierde lid, vervangen bij het decreet van 2 mei 2019;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2019 tot vaststelling van de minimale inhoud van de plaatsbeschrijving inzake pacht en van de clausules bedoeld in artikel 24 van de pachtwet, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het overleg tussen de gewestelijke Regeringen en de Federale Overheid van 21 maart 2019;
Gelet op het rapport van 15 april 2019 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op advies nr. 66.139/2 van de Raad van State, gegeven op 4 juni 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder: 1° medewerker of meewerkende echtgenoot: de persoon of de echtgenoot die een zelfstandige bij de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt zonder tegenover hem door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 tot regeling van het sociaal statuut van de zelfstandigen; 2° besluit van de Waalse Regering van 2 juni 2019: het besluit van 20 juni 2019 tot bepaling van de minimale inhoud van de plaatsbeschrijving inzake pacht en van de clausules bedoeld in artikel 24 van de pachtwet;3° "CESS": het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs;4° "CQ6": het kwalificatiegetuigschrift afgegeven aan het einde van het zesde jaar van het secundair onderwijs.
Art. 2.§ 1. De kwalificaties met een landbouworiëntatie bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 20 juni 2019 worden verworven door het behalen van één of meerdere van de volgende studiecertificaten of diploma's: 1° een master in een agronomische oriëntatie;2° een bachelor in een agronomische oriëntatie;3° een diploma van het hoger of universitair onderwijs in een niet-agronomische oriëntatie;4° een "CESS" behaald bij beëindiging van de opleiding van het technisch secundair doorstromingsonderwijs in een agronomische oriëntatie;5° een "CESS" behaald bij beëindiging van de opleiding van het algemeen onderwijs;6° een "CESS" behaald bij beëindiging van de opleiding van het algemeen onderwijs alsook een "CQ6" met een landbouworiëntatie;7° een "CQ6" in een agronomische oriëntatie. § 2. De in paragraaf 1, 3°, 5° en 7° bedoelde kwalificaties worden in aanmerking genomen mits het behalen van één van de volgende getuigschriften: 1° een getuigschrift dat de succesvolle afronding van de cursussen bevestigt, die bedoeld zijn in artikel 4, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 28 januari 2016 houdende uitvoering van hoofdstuk II van Titel IV van het Waalse Landbouwwetboek betreffende de beroepsopleiding in de landbouw;2° een door de Duitstalige of Vlaamse Gemeenschap uitgereikt opleidingsgetuigschrift voor landbouwers; 3° een aanvullend beroepsopleidingsgetuigschrift voor landbouwers zoals bedoeld in artikel D.99, §§ 1 en 2, van het Waalse Landbouwwetboek, uitgereikt aan het einde van een programma van minstens honderd vijftig uren, aangevuld met twee jaar praktijkervaring van ten minste twee jaar in hoofdberoep: a) als medewerker of meewerkend echtgenoot;b) als loontrekkende in de landbouw- of tuinbouwsector;c) bevestigd door een attest van het Vestigingscomité voor het verkrijgen van een landbouwsteun.
Art. 3.De door een lidstaat van de Europese Unie erkende diploma's en certificaten die gelijkwaardig zijn aan de in artikel 2 genoemde diploma's en certificaten worden op dezelfde wijze in aanmerking genomen als de in artikel 2 genoemde diploma's en certificaten.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.
Namen, 20 juni 2019.
R. COLLIN