Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 20 juni 2007
gepubliceerd op 10 juli 2007

Ministerieel besluit houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014181
pub.
10/07/2007
prom.
20/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/20/2007014181/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JUNI 2007. - Ministerieel besluit houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra


De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 23, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wetten van 29 februari 1984 en 18 juli 1990 en op artikel 47, vervangen bij de wet van 9 juli 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, inzonderheid op artikel 25, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 1 september 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 7 februari 1977 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regelen betreffende de organisatie van de examencentra, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 mei 1999 en 12 juni 2002;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op advies nr. 42.450/4 van de Raad van State, gegeven op 26 maart 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De theoretische en praktische examens bedoeld in artikel 25 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs worden afgelegd in de examencentra opgesomd in bijlage 1.

Art. 2.De kandidaten leggen het theoretisch examen af in het examencentrum van hun keuze.

De kandidaten bedoeld in artikel 32, § 3, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs leggen evenwel het theoretisch examen af in één van de examencentra van hun keuze, opgesomd in bijlage 2.

Art. 3.De kandidaten voor het rijbewijs geldig voor de categorie B leggen het praktisch examen af in het examencentrum dat, overeenkomstig de bepalingen van bijlage 3, bevoegd is voor de gemeente waarin ze hun hoofdverblijfplaats hebben of voor de gemeente waarin de vestigingseenheid gevestigd is van de erkende rijschool, waar ze het praktische onderricht gevolgd hebben, wanneer ze zich voor het examen aanbieden met deze school.

In afwijking van de bepalingen van het eerste lid : 1° leggen de gehandicapte en doofstomme kandidaten het praktisch examen af in het examencentrum van hun keuze;2° ondergaan de kandidaten die het praktisch examen wensen af te leggen in een andere nationale taal dan de taal van het examencentrum waaronder ze vallen, het examen in een ander centrum dat wordt bepaald als volgt : a) de kandidaten die de Duitse taal verkiezen, ondergaan het examen in het centrum van Eupen;b) de kandidaten die de Nederlandse taal verkiezen in plaats van de Franse taal en omgekeerd, ondergaan het examen in het vervangingscentrum vermeld in bijlage 3.

Art. 4.De kandidaten voor het rijbewijs geldig voor de categorie A3, A, B+E, C, C+E, D of D+E of voor de subcategorie C1, C1+E, D1 ou D1+E leggen het praktisch examen af in het examencentrum van hun keuze en dat, overeenkomstig bijlage 4, bevoegd is voor deze categorieën en subcategorieën. In voorkomend geval duiden ze het examencentrum aan waar ze reeds examen aflegden.

De kandidaten mogen zich echter, in geval van het niet slagen voor de proef op de openbare weg, opnieuw aanbieden voor deze proef in een examencentrum van hun keuze, vermeld in bijlage 1.

Art. 5.De kandidaten voor het rijbewijs geldig voor de categorie G leggen het praktisch examen af : 1° hetzij in het examencentrum van hun keuze, dat, overeenkomstig bijlage 4, bevoegd is voor deze categorie;2° hetzij in de erkende rijschool die hun de vorming, bedoeld in artikel 15 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, verstrekt heeft;3° hetzij in de landbouwschool of landbouwopleidingscentrum dat hun de vorming, voorzien in artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs verstrekt heeft. De erkende rijscholen, de landbouwscholen en de landbouwopleidingscentra dienen te beschikken over een terrein buiten het verkeer dat toelaat de manoeuvres voorzien in bijlage 5, Vbis van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs in alle veiligheid uit te voeren.

Het terrein moet erkend worden door de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde.

Art. 6.§ 1. De kandidaten die zich ten minste twee weken vóór het verstrijken van de geldigheid van het voorlopige rijbewijs waarvan zij houder zijn, hebben ingeschreven voor een praktisch examen, dienen te worden uitgenodigd voor het praktisch examen tijdens de geldigheidstermijn van het document. Bovendien, moet het examencentrum bij het niet slagen voor het eerste praktisch examen, een nieuwe afspraak vastleggen vóór de vervaldatum van het voorlopig rijbewijs, om het even de datum van deze eerste mislukking, Indien het examencentrum echter door overmacht niet in staat is de verplichtingen bedoeld in het eerste lid na te komen, wijst het een ander examencentrum aan die de kandidaat kan uitnodigen binnen de tijdspanne voorzien in het eerste lid. § 2. De kandidaten van een erkende rijschool die niet kunnen uitgenodigd worden voor het praktische examen binnen een termijn van twee weken kunnen vragen dat het examencentrum een ander examencentrum aanwijst dat in staat is een afspraak vast te leggen binnen deze tijdspanne.

Art. 7.Het ministerieel besluit van 7 februari 1977 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 mei 1999 en 12 juni 2002 wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 6 dat in werking treedt op 1 september 2007. Tot deze laatste datum blijft de procedure van oproeping voor de examens, voorzien bij artikel 3 van het ministerieel besluit van 7 februari 1977, zoals het van kracht was op het ogenblik van zijn opheffing, van toepassing.

Brussel, 20 juni 2007.

R. LANDUYT

Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage 4 bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^