gepubliceerd op 14 januari 2005
Ministerieel besluit tot vaststelling van de aanwijzingsvoorwaarden van de leidend ambtenaar van de Regie van gevangenisarbeid en van de aan de uitoefening van deze functie verbonden toelage
20 DECEMBER 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de aanwijzingsvoorwaarden van de leidend ambtenaar van de Regie van gevangenisarbeid en van de aan de uitoefening van deze functie verbonden toelage
De Minister van Justitie, Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 2004 houdende organisatie van het administratief en financieel beheer van de Regie van de gevangenisarbeid als staatsdienst met afzonderlijk beheer, inzonderheid op de artikel 9, lid 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1967, 2 maart 1989 en 20 juli 2000;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 oktober 2002;
Gelet op de akkoorbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 28 maart 2003;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 16 mei 2003;
Gelet op het protocol nr. 280 van het Sectorcomité III-Justitie, van 2 december 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Regie van de gevangenisarbeid op 1 januari 2003 haar activiteiten als staatsdienst met afzonderlijk beheer zal beginnen;
Overwegende dat de aanwijzingsvoorwaarden van haar leidend ambtenaar dringend moeten vastgesteld worden, Besluit :
Artikel 1.Alleen de Rijksambtenaar van de Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen die ten minste 9 jaar anciënniteit telt in het niveau 1 kan worden aangewezen om de functie van leidend ambtenaar van de Regie van gevangenisarbeid uit te oefenen.
Deze aanwijzing wordt toegekend voor een hernieuwbare termijn van 6 jaar.
De Minister van Justitie kan aan deze aanwijzing vóór haar vervaldatum een einde maken hetzij op verzoek van de ambtenaar hetzij op het gerechtvaardigd verzoek van de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen.
Art. 2.De krachtens artikel 1 aangewezen ambtenaar geniet gedurende de duur van de aanwijzing een jaarlijkse forfaitaire toelage van 3.402,83 EUR. Deze toelage wordt tegelijk met de wedde vereffend.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries geldt eveneens voor deze jaarlijkse toelage.
Zij wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Brussel, 20 december 2004.
Mevr. L. ONKELINX