gepubliceerd op 28 april 2011
Ministerieel besluit waarbij de uitvoer van goederen met bestemming Iran, aan een vergunning onderworpen wordt
20 APRIL 2011. - Ministerieel besluit waarbij de uitvoer van goederen met bestemming Iran, aan een vergunning onderworpen wordt
De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, De Minister van Buitenlandse Zaken, Gelet op het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957, gewijzigd door het Verdrag van Maastricht van 7 februari 1992 en het besluit van de Raad van 1 januari 1995;
Gelet op de wet van 11 september 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/09/1962 pub. 21/10/2011 numac 2011000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de in-, uit- en doorvoer van goederen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de in-, uit- en doorvoer van goederen en de daaraan verbonden technologie, gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1968, 6 juli 1978, 2 januari 1991 en 3 augustus 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1993 tot regeling van de in-, uit- en doorvoer van goederen en de daaraan verbonden technologie;
Overwegende de Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2007;
Gelet op het advies van de Interministeriële Economische Commissie, gegeven op 14 januari 2011;
Gelet op het advies van de Belgisch-Luxemburgse Administratieve Commissie, gegeven op 16 februari 2011;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de verplichting zich vanaf 27 oktober 2010 naar de voormelde Verordening (EU) nr. 961/2010 te schikken, Besluiten :
Artikel 1.De uitvoer van de in bijlage vermelde goederen, met bestemming Iran, zijn aan de overlegging van een vergunning onderworpen.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 27 oktober 2010.
Brussel, 20 april 2011.
Voor de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, afwezig, De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE
Bijlage Omschrijving AARDOLIE- EN AARDGASEXPLORATIE EN -PRODUCTIE 1.A Benodigdheden 1. Uitrusting voor geologische bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal ontworpen en aangepast om gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren, en de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.2. Sensoren die speciaal zijn ontworpen voor gebruik in boorputten van aardolie en aardgas, met inbegrip van sensoren voor het meten tijdens het boren, alsook de daarbij horende uitrusting die speciaal is ontworpen om gegevens van dergelijke sensoren te vergaren en op te slaan.3. Booruitrusting ontworpen voor het boren in rotsformaties, specifiek voor de exploratie of de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke koolwaterstofmaterialen.4. Boorijzers, boorpijpen, boorkragen, centreeruitrusting, en andere uitrusting die speciaal is ontworpen voor gebruik in boorputten van aardolie en aardgas.5. Boorputkoppen, « veiligheidsafsluiters » en « kerstboom- of productiekleppen », alsook speciaal ontworpen onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de « API- en ISO-specificaties » voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. Technische opmerkingen : a. Een « veiligheids- of eruptieafsluiter » wordt tijdens het boorproces gewoonlijk op grondniveau gebruikt (of bij onderwaterboren, op de zeebodem) om ongecontroleerd ontsnappen van olie en/of gas uit de bron te voorkomen.b. Een « kerstboomklep of productieklep » wordt gewoonlijk gebruikt om de uitstroom van vloeistoffen uit het gemaakte boorgat te controleren wanneer de olie- en/of gasproductie is gestart.c. In deze rubriek verwijst de term « API- en ISO-specificatie » naar de specificaties 6A, 16A, 17D en 11IW van het American Petroleum Institute en/of de specificaties 10423 en 13533 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor veiligheidsafsluiters, boorputkoppen en kerstboomkleppen voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.6. Boor- en productieplatforms voor ruwe aardolie en aardgas.7. Vaartuigen en schepen voorzien van boor- en/of aardolieverwerkingsuitrusting die worden gebruikt voor de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke ontvlambare materialen.8. Vloeistof/gasafscheiders (overeenkomstig API-specificatie 12J), speciaal ontworpen voor de productie uit een aardolie- of aardgasbron, om de vloeibare olie te scheiden van water, en gas te scheiden van vloeistoffen.9. Gascompressoren met een ontwerpdruk van 40 bar (PN 40 en/of ANSI 300) of meer en een aanzuigcapaciteit van 300 000 Nm3/u of meer, voor de eerste verwerking en het transport van aardgas, met uitzondering van gascompressoren voor CNG (samengedrukt aardgas)-stations, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.10. Uitrusting voor de productiecontrole onder water en de onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de « API- en ISO- specificaties » voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. Technische opmerking : In deze rubriek verwijst de term « API- en ISO-specificaties » naar specificatie 17F van het American Petroleum Institute en/of specificatie 13268 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor productiecontrolesystemen onder water. 11. Pompen, gewoonlijk van hoge capaciteit en hoge druk (meer dan 0,3 m3 per minuut en/of 40 bar), die speciaal zijn ontworpen om boorgruis en/of cement in aardolie- en aardgasbronnen te pompen. 1.B Test- en inspectiënuitrusting 1. Uitrusting speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van boorsuspensie, oliebroncement en andere materialen speciaal ontworpen en/of bereid voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.2. Uitrusting speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van steenmonsters, vloeistof- en gasmonsters en andere materialen afkomstig uit een aardolie- en/of aardgasbron hetzij tijdens of na het boren, hetzij van de daarmee verbonden installaties voor eerste verwerking.3. Uitrusting speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van informatie over de fysische en mechanische toestand van een aardolie- en/of aardgasbron, alsook voor de bepaling van de lokale eigenschappen van de rotsformatie en het reservoir. 1.C Materiaal 1. Boorsuspensie, additieven daarbij en componenten daarvan, speciaal bereid voor de stabilisatie van aardolie- en aardgasbronnen tijdens het boren, terugwinning van boorsel aan de oppervlakte, en het smeren en koelen van de booruitrusting in de bron.2. Cement en andere materialen overeenkomstig de « API- en ISO-specificaties » voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen. Technische opmerking : « API- en ISO-specificatie » verwijst naar de specificatie 10A van het American Petroleum Institute of naar de specificatie 10426 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor oliebroncement en andere materialen die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het cementeren van aardolie- en aardgasbronnen. 3. Corrosiewering, emulsiebehandeling, antischuimagentia, en andere chemicaliën die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het boren naar en de eerste verwerking van aardolie uit aardolie- en/of aardgasbronnen. 1.D Programmatuur 1. « Programmatuur » speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van gegevens van seismische, elektromagnetische, magnetische of gravimetrische bestandsopnamen met het oog op prospectie van aardolie- en aardgasbronnen.2. « Programmatuur » speciaal ontworpen voor het opslaan, analyseren en interpreteren van informatie die is verkregen door het boren en de productie met het oog op evaluatie van de fysische karakteristieken en het gedrag van aardolie- en aardgasvoorraden.3. « Programmatuur » speciaal ontworpen voor het « gebruik » van aardolieproductie- en verwerkingsinstallaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties. 1.E Technologie 1. « Technologie » die is « vereist » voor het « ontwikkelen », « vervaardigen » of « gebruiken » van apparatuur, bedoeld in 1.A.01 - 1.A11.
RAFFINAGE VAN AARDOLIE EN VLOEIBAARMAKING VAN AARDGAS 2.A Uitrusting 1. Warmtewisselaars, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor : a.Lamellen van warmtewisselaars met een oppervlakte/volume-ratio groter dan 500 m2/m3, speciaal ontworpen voor de voorkoeling van aardgas; b. Spiraalwarmtewisselaars, speciaal ontworpen voor de vloeibaarmaking of voorkoeling van aardgas.2. Cryogene pompen voor het transport van media op een temperatuur van -120 °C en met een transportcapaciteit van meer dan 500 m3/uur en speciaal hiervoor ontworpen onderdelen. 3. « Coldbox » en « coldbox »-uitrusting niet gespecificeerd in 2.A1.
Technische opmerking : « Coldbox »-uitrusting verwijst naar een speciaal ontworpen constructie, die specifiek is voor LNG-installaties en het proces van vloeibaarmaking omvat. De « coldbox » omvat warmtewisselaars, pijpleidingen, andere instrumenten en thermische isolatoren. De temperatuur binnen de « coldbox » is beneden - 120 °C (nodig voor de condensatie van aardgas). De functie van de « coldbox » is de thermische isolatie van de hierboven beschreven uitrusting. 4. Uitrusting voor transportterminals van vloeibaar gas met een temperatuur beneden - 120 °C en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.5. Flexibele en niet-flexibele verbindingsbuizen met een diameter groter dan 50 mm voor het transport van media op een temperatuur beneden - 120 °C.6. Zeeschepen speciaal ontworpen voor het transport van LNG.7. Elektrostatische ontzilters, speciaal ontworpen voor de verwijdering van contaminanten zoals zout, vaste stoffen en water uit ruwe aardolie, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.8. Alle kraakinstallaties, met inbegrip van hydrokraakinstallaties en verkooksers, speciaal ontworpen voor de omzetting van vacuüm gasoliën of vacuümresidu, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.9. Waterstof-ontzwavelaars, speciaal ontworpen voor het ontzwavelen van benzine, dieselfracties en kerosine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.10. Katalytische reformatoren, speciaal ontworpen voor de omzetting van ontzwavelde benzine naar superbenzine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.11. Raffinaderijeenheden voor C5-C6-isomerisatie, en raffinaderijeenheden voor het alkyleren van lichte olefinen, ter verbetering van de octaanindex van koolwaterstoffracties.12. Pompen, speciaal ontworpen voor het transport van ruwe aardolie en brandstoffen, met een capaciteit van 50 m3/uur of meer, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.13. Buizen met een buitendiameter van 0,2 m of meer en gemaakt uit een van de volgende materialen : a.Roestvrij staal met 23 of meer gewichtspercenten chroom; b. Roestvrij staal en nikkellegeringen met een « PREN »-waarde (weerstand tegen putcorrosie) die hoger is dan 33. Technische opmerking : De « PREN »-waarde (PREN - pitting resistance equivalent number) geeft de weerstand aan van roestvrij staal en nikkellegeringen tegen put- of spleetcorrosie. De PREN-waarde van roestvrij staal en nikkellegeringen wordt voornamelijk bepaald door hun samenstelling, voornamelijk : chroom, molybdeen en stikstof. De formule voor de berekening van de PREN is : PRE = Cr + 3.3 % Mo + 30 % N 14. « Schrapers » (Pigs - Pipeline Inspection Gauge(s)) en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. Technische opmerking : « Schrapers » worden gewoonlijk gebruikt voor de inwendige schoonmaak of inspectie van een pijplijn (corrosietoestand of barsten) en worden voortgestuwd door de druk van het product in de pijplijn. 15. Lanceer- en opvanginstallaties voor schrapers voor de integratie of wegname van schrapers.16. Tanks voor de opslag van ruwe aardolie en brandstoffen met een volume dat groter is dan 1 000 m3 (1 000 000 liter), als volgt, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen : a.tank met vast dak; b. tank met drijvend dak.17. Flexibele onderwaterpijpen, speciaal ontworpen voor het transport van koolwaterstoffen en injectievloeistoffen, water of gas, met een diameter van meer dan 50 mm.18. Flexibele pijpen gebruikt voor hogedruktoepassing aan de oppervlakte of onder water.19. Isomerisatie-uitrusting, speciaal ontworpen voor de productie van superbenzine op basis van toevoer van lichte koolwaterstoffen, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. 2.B Test- en inspectie-uitrusting 1. Uitrusting speciaal ontworpen voor het testen en analyseren van de kwaliteit (eigenschappen) van ruwe aardolie en brandstoffen.2. Interface-controlesystemen speciaal ontworpen voor de controle en verbetering van het ontziltingsproces. 2.C Materiaal 1. Diëthyleenglycol (CAS 111-46-6), triethyleenglycol (CAS 112-27-6).2. N-Methylpyrrolidon (CAS 872-50-4), Sulfolaan (CAS 126-33-0).3. Zeolieten, van natuurlijke of synthetische oorsprong, speciaal ontworpen voor wervelbedkrakers of voor de zuivering en/of dehydratie van gas, waaronder aardgas.4. Katalysatoren voor het kraken en het omzetten van koolwaterstoffen, als volgt : a.Enkelvoudig metaal (platinagroep) op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch reformeren; b. Gemengd metaal (platinagroep gecombineerd met andere edelmetalen) op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch reformeren;c. Kobalt- en nikkelkatalysatoren met toegevoegd molybdeen op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch ontzwavelen;d. Palladium-, nikkel-, chroom- en wolfraamkatalysatoren op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch hydrokraken.5. Benzineadditieven speciaal bereid voor een groter octaangehalte van de benzine. Opmerking : Hieronder zijn begrepen ethyl-tertiair-butylether (ETBE)(CAS 637-92-3) en methyl-tertiair-butylether (MTBE)(CAS 1634-04-4). 2.D Programmatuur 1. « Programmatuur » speciaal ontworpen voor het « gebruik » van LNG-installaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties.2. « Programmatuur » speciaal ontworpen voor de « ontwikkeling », de « productie » of het « gebruik » van installaties (inclusief ondereenheden ervan) voor olieraffinage. 2.E Technologie 1. « Technologie » voor de conditionering en de zuivering van ruw aardgas (dehydratie, verzoeten, verwijdering van verontreiniging).2. « Technologie » voor de vloeibaarmaking van aardgas, met inbegrip van « technologie » die is vereist voor de « ontwikkeling », de « productie » of het « gebruik » van LNG-installaties.3. « Technologie » voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas.4. « Technologie » die is « vereist » voor de « ontwikkeling », de « productie » of het « gebruik » van zeeschepen die speciaal zijn ontworpen voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas.5. « Technologie » voor de opslag van ruwe aardolie en brandstoffen 6.« Technologie » die is « vereist » voor de « ontwikkeling », de « productie » of het « gebruik » van een raffinaderij, zoals : 6.1. « Technologie » voor de omzetting van lichte olefinen naar benzine; 6.2. Katalytisch reformerings- en isomerisatie-technologie; 6.3. Technologie voor katalytisch en thermisch kraken.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 20 april 2011, waarbij de uitvoer van goederen met bestemming Iran, aan een vergunning onderworpen wordt.
Voor de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, afwezig, De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE