gepubliceerd op 22 december 2014
Ministerieel besluit betreffende de erkenning voor grondafhandelingsdiensten op de luchthaven Brussel-Nationaal
19 NOVEMBER 2014. - Ministerieel besluit betreffende de erkenning voor grondafhandelingsdiensten op de luchthaven Brussel-Nationaal
De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet van 27 juni 1937, houdende herziening van de wet van 19 november 1919, betreffende de regeling der luchtvaart, artikel 5, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 17/11/2010 numac 2010014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 08/03/2011 numac 2011014029 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven van Brussel-Nationaal. - Rechtzetting sluiten betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal, artikel 14;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën gegeven op 13 januari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting d.d. 18 februari 2014;
Gelet op advies 55.322/4 van de Raad van State, gegeven op 5 maart 2014 en advies 56.682/4 van de Raad van State, gegeven op 15 oktober 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Voorwerp
Artikel 1.Dit besluit bepaalt de criteria en de procedure voor het verkrijgen van een erkenning voor grondafhandelingsdiensten op de luchthaven Brussel-Nationaal.
Definities
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° AOC : bewijs afgegeven aan een luchtvaartexploitant om gespecificeerde commerciële luchtvervoersactiviteiten uit te voeren (« Air Operator Certificate »);2° beveiliging : een geheel van maatregelen evenals menselijke en materiële middelen bestemd om de burgerlijke luchtvaart te beveiligen tegen wederrechtelijke daden;3° erkenning : definitieve erkenning of voorlopige erkenning;4° gelieerde onderneming : een dochteronderneming of ieder andere onderneming waarin de onderneming rechtstreekse of onrechtstreekse participatie van 20% of meer van de stemrechten of van het kapitaal bestaat;5° koninklijk besluit van 6 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 17/11/2010 numac 2010014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 08/03/2011 numac 2011014029 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven van Brussel-Nationaal. - Rechtzetting sluiten : het koninklijk besluit van 6 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 17/11/2010 numac 2010014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 08/03/2011 numac 2011014029 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven van Brussel-Nationaal. - Rechtzetting sluiten betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal;6° kwaliteitsbeheerssysteem : systeem voor het beheer van de kwaliteit van grondafhandelingsactiviteiten, in het bijzonder de structuur van de organisatie, verantwoordelijkheden, procedures, processen en voorzieningen voor de implementatie van de kwaliteitspolitiek van de onderneming, dat voorziet in de beheersing van de kwaliteit tijdens het afhandelen;7° minister : de Minister die bevoegd is voor de luchtvaart;8° moedervennootschap : een vennootschap die een controlebevoegdheid, zoals bedoeld in het Wetboek van Vennootschappen van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wetboek van vennootschappen prom. 07/05/1999 pub. 29/08/2012 numac 2012000539 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van vennootschappen sluiten, uitoefent over een andere vennootschap;9° nieuwe onderneming : een onderneming die dermate recent is opgestart dat er nog geen geauditeerde jaarrekening van bestaat;10° onderhoudsprogramma : geheel van onderhouds-, inspectie- en keuringsactiviteiten dat als doel heeft de functionaliteit van het materieel te behouden en te garanderen;11° onderneming : een verlener van grondafhandelingsdiensten of een gebruiker die zelfafhandeling verricht;12° reglement betreffende de melding van voorvallen : de Verordening (EU) nr.996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en houdende intrekking van Richtlijn 94/56/EG en het koninklijk besluit van 22 april 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/04/2005 pub. 23/05/2005 numac 2005014071 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart sluiten; 13° veiligheidsbeheerssysteem (« Safety Management System » of « SMS ») : systeem voor het beheer van de veiligheid van de grondafhandelingsactiviteiten, in het bijzonder de structuur van de organisatie, verantwoordelijkheden, procedures, processen en voorzieningen voor de implementatie van de veiligheidspolitiek van de onderneming, dat voorziet in de beheersing van de veiligheid tijdens het afhandelen en het veilig gebruik van ondersteunende systemen en apparaten. Aanvraagprocedure
Art. 3.§ 1. De onderneming dient een aanvraag in bij de Directeur-generaal in de door hem bepaalde vorm.
In de aanvraag vermeldt de onderneming voor welke categorieën grondafhandelingsdiensten zij erkend wil worden, hetzij als verlener van grondafhandelingsdiensten, hetzij als gebruiker die zelfafhandeling verricht. De exploitatiehandleiding, opgesteld voor de onderneming in kwestie, maakt integraal deel uit van de aanvraag. § 2. Een onderneming die actief wenst te worden in één of meerdere categorieën grondafhandelingsdiensten, dient minstens 4 maanden voor de aanvang van deze activiteiten een aanvraag tot erkenning in. § 3. Het Directoraat-generaal Luchtvaart gaat over tot de beoordeling van de aanvraag na ontvangst van alle documenten die moeten worden ingediend ter staving van de aanvraag.
Toezicht
Art. 4.§ 1. Het Directoraat-generaal Luchtvaart zal ter beoordeling van de aanvraag en daarna, telkens zij dit nodig acht, bij de onderneming audits, controles en inspecties uitvoeren. Bij het vastleggen van het auditprogramma kan het Directoraat-generaal Luchtvaart rekening houden met reeds bestaande interne en externe audit- en controlewerkzaamheden. § 2. Audits, controles en inspecties kunnen zowel aangekondigd als onaangekondigd plaatsvinden.
Indien de data en de reikwijdte van audits, controles en inspecties minimaal 14 dagen op voorhand aangekondigd worden, zorgt de onderneming ervoor dat de vereiste personen of functies beschikbaar zijn tijdens de audit, controle of inspectie. § 3. De eventuele vaststellingen en opmerkingen zullen in het auditrapport vermeld worden.
Indien de onderneming niet akkoord gaat met een vaststelling of opmerking, tekent de onderneming, binnen een termijn van 10 werkdagen na ontvangst van het auditrapport, gemotiveerd bezwaar aan bij de Directeur-generaal. § 4. De onderneming stelt een plan met correctieve acties op waarin voor elke vaststelling en opmerking een uiterlijke correctiedatum respectievelijk antwoorddatum bepaald wordt. Binnen de 15 werkdagen na ontvangst van het auditrapport bezorgt de onderneming een voorstel van bijgewerkt plan met correctieve acties aan de Directeur-generaal.
De Directeur-generaal kan dit voorstel aanvaarden of afwijzen. Als de Directeur-generaal dit voorstel afwijst, kan de Directeur-generaal voor één of meerdere vaststellingen of opmerkingen de uiterlijke correctie- of antwoorddata bepalen.
Erkenning
Art. 5.§ 1. De Directeur-generaal zal een definitieve erkenning uitreiken aan een onderneming die voldoet aan de volgende criteria : 1° de financiële bepalingen bedoeld in artikel 6;2° de verzekeringsbepalingen bedoeld in artikel 7;3° de bepalingen betreffende veiligheid en beveiliging van installaties, luchtvaartuigen, uitrusting en/of personeel bedoeld in artikel 8 en artikel 9;4° de bepalingen inzake de vorming van het personeel bedoeld in artikel 10;5° de bepalingen inzake bescherming van het milieu bedoeld in artikel 11;6° de bepalingen betreffende het eerbiedigen van de vigerende sociale wetgeving bedoeld in artikel 12;7° de bepalingen betreffende het systeem van rapportering van incidenten bedoeld in artikel 13;8° de bepalingen inzake het gebruikte kwaliteits- en veiligheidsbeheerssysteem bedoeld in artikel 14 tot en met artikel 18;9° de bepalingen met betrekking tot de exploitatiehandleiding bedoeld in artikel 19. § 2. Indien het Directoraat-generaal Luchtvaart vaststelt dat de onderneming niet voldoet aan één of meerdere criteria vermeld in artikel 5, § 1, neemt de onderneming deze op in haar plan met correctieve acties.
De eventuele uitreiking van een erkenning gebeurt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de onderneming de uiterlijke correctie- en antwoorddata, zoals vermeld in het door de Directeur-generaal aanvaarde plan met correctieve acties, respecteert. § 3. Indien tijdens de beoordeling van de aanvraag blijkt dat de onderneming duidelijk niet voldoet aan de criteria van artikel 5, § 1, kan de Directeur-generaal voor één of meerdere categorieën grondafhandelingsdiensten een voorlopige erkenning uitreiken aan de onderneming, vooropgesteld dat de Directeur-generaal zich ervan verzekerd heeft dat : 1° vóór de vervaldatum van de voorlopige erkenning een definitieve erkenning, zoals bepaald in artikel 5, § 1, voor de categorieën van grondafhandelingsdiensten waarvan sprake, aan de onderneming kan uitgereikt worden indien de onderneming een aanvaardbaar plan met correctieve acties heeft ingediend en dit plan respecteert;en 2° het uitreiken van een voorlopige erkenning de veiligheid niet in gedrang brengt. § 4. De Directeur-generaal neemt ten laatste 4 maanden na de formele aanvraag ter zake een beslissing overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit van 6 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 17/11/2010 numac 2010014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 08/03/2011 numac 2011014029 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven van Brussel-Nationaal. - Rechtzetting sluiten. § 5. Bij het uitreiken van een erkenning vermeldt de Directeur-generaal de categorieën grondafhandelingsdiensten en de voorwaarden.
De erkenning is enkel geldig voor de categorieën grondafhandelingsdiensten en volgens de voorwaarden die op de erkenning zijn vermeld. § 6. Luchthavengebruikers die een erkenning voor zelfafhandeling hebben gekregen, mogen op basis van deze erkenning geen afhandeling voor derde partijen verrichten. § 7. Behalve als ze ingetrokken wordt, is een definitieve erkenning geldig voor een periode van 7 jaar te rekenen vanaf de datum van uitreiking van de erkenning of, indien van toepassing, vanaf de datum van uitreiking van de voorlopige erkenning die de definitieve erkenning voorafgaat.
Behalve als ze ingetrokken wordt, is een voorlopige erkenning geldig voor een periode vermeld op de voorlopige erkenning met een maximum van één jaar, hernieuwbaar met een periode van maximaal één jaar. Een voorlopige erkenning vervalt ambtshalve op de datum waarop een definitieve erkenning wordt uitgereikt.
Financiële bepalingen
Art. 6.§ 1. De onderneming die een erkenning aanvraagt, toont aan dat : 1° zij gedurende een periode van 24 maanden vanaf de verwachte erkenningsdatum te allen tijde haar op realistische veronderstellingen gebaseerde, bestaande en potentiële verplichtingen kan nakomen;en 2° zij gedurende een periode van 3 maanden vanaf de verwachte erkenningsdatum haar vaste en variabele kosten kan dekken die voortvloeien uit de activiteiten volgens haar bedrijfsplan en die op realistische veronderstellingen zijn gebaseerd, zonder dat rekening wordt gehouden met de inkomsten uit haar activiteiten. § 2. De erkenning wordt geweigerd voor een onderneming die : 1° in staat van faillissement of van vereffening verkeert, haar werkzaamheden heeft gestaakt of een gerechtelijk akkoord heeft bekomen, of in een overeenstemmende toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in de nationale wetgevingen in het land van de maatschappelijke zetel van de onderneming;2° aangifte heeft gedaan van haar faillissement, een procedure van vereffening of een gerechtelijk akkoord aanhangig heeft of een gelijkaardige procedure lopende heeft overeenkomstig de wetgeving in het land van de maatschappelijke zetel van de onderneming;3° niet geregistreerd is in het beroepsregister, zoals door de wetgeving in het land van de maatschappelijke zetel van de onderneming wordt vereist;4° ter kwader trouw verkeerde informatie heeft verstrekt. § 3. Wanneer de onderneming niet meer voldoet aan de voorwaarden bedoeld in § 2, stelt de onderneming het Directoraat-generaal Luchtvaart hiervan onmiddellijk op de hoogte. § 4. De onderneming brengt verslag uit aan het Directoraat-generaal Luchtvaart over haar financiële situatie overeenkomstig de volgende modaliteiten : 1° elke onderneming, behalve een nieuwe onderneming, verstrekt bij de aanvraag haar geauditeerde jaarrekeningen van de vijf voorgaande boekjaren of van de beschikbare boekjaren wanneer de onderneming jonger is dan vijf jaar;2° de onderneming voegt bij haar aanvraag eveneens een ondertekende financiële analyse volgens het model bepaald door de Directeur-generaal.Dit model wordt elektronisch ter beschikking gesteld door het Directoraat-generaal Luchtvaart. De onderneming stelt de ingevulde financiële analyse eveneens elektronisch ter beschikking van het Directoraat-generaal Luchtvaart. De ondertekenaar van de financiële analyse is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens en de correcte invulling van de financiële analyse en is daartoe binnen de onderneming gemachtigd; 3° elke onderneming dient bij de aanvraag een bedrijfsplan in voor ten minste de drie jaren volgend op de verwachte erkenningsdatum.Het bedrijfsplan bevat ook nadere gegevens betreffende de financiële banden tussen de onderneming en eventuele andere commerciële activiteiten waarbij de onderneming rechtstreeks of via gelieerde ondernemingen betrokken is; 4° de onderneming verstrekt alle relevante informatie, en met name de volgende gegevens : a) een balansraming, met een winst- en verliesrekening voor de drie jaren volgend op de verwachte erkenningsdatum;b) geraamde cashflow en liquiditeitsplannen voor de drie jaren volgend op de verwachte erkenningsdatum;c) bijzonderheden over de financiering van de aankoop of huur van materiële vaste activa die een significante impact hebben op de kasstromen. Het Directoraat-generaal Luchtvaart kan bijkomende relevante informatie opvragen. § 5. Als de onderneming een moedervennootschap heeft, kan het Directoraat-generaal Luchtvaart een toereikende waarborg van de moedervennootschap vragen. In het geval dat het Directoraat-generaal Luchtvaart oordeelt dat de financiële toestand van de onderneming onvoldoende is, zal er een bijkomende garantie gevraagd worden van de moedervennoot-schap, op voorwaarde dat de financiële toestand van de moedervennootschap als voldoende wordt beoordeeld door het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Wanneer de financiële toestand van de moedervennootschap niet als voldoende wordt beoordeeld door het Directoraat-generaal Luchtvaart of wanneer de onderneming geen moedervennootschap heeft, kan er een voorlopige erkenning verstrekt worden. Gedurende de geldigheidsperiode van de voorlopige erkenning moet de onderneming voldoende inspanningen leveren om haar financiële toestand te verbeteren. De maatregelen die moeten genomen worden en de doelstellingen die de onderneming moet bereiken om een erkenning te verkrijgen, worden in samenspraak met het Directoraat-generaal Luchtvaart vastgelegd. § 6. De onderneming dient bij haar erkenningsaanvraag een attest van de Administratie der Directe Belastingen en van de btw-administratie - maximaal 6 maanden oud - in, waaruit blijkt dat er geen achterstallige bedragen verschuldigd zijn, of dat er een afbetalingsplan is dat behoorlijk wordt nageleefd. Een equivalent document is noodzakelijk voor een buitenlandse onderneming. Indien de autoriteiten dergelijke documenten of certificaten niet afleveren, kunnen zij vervangen worden door een verklaring onder eed of door een plechtige verklaring van de betrokken onderneming voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van het hoofdkantoor van de onderneming.
Na de uitreiking van de erkenning dient de onderneming jaarlijks een kopie in bij het Directoraat-generaal Luchtvaart van het document bedoeld in het eerste lid. § 7. De onderneming vermeldt in haar aanvraag de externe financiële audits of controles die werden uitgevoerd, door welke ondernemingen en op basis van welke criteria. § 8. De financiële gegevens worden confidentieel behandeld. § 9. § 1 en § 4 tot en met § 7 zijn niet van toepassing op gebruikers die zelfafhandeling verrichten.
Verzekeringsbepalingen
Art. 7.§ 1. De onderneming is verzekerd tegen de specifiek met grondafhandeling verband houdende aansprakelijkheid voor schade waarvoor een recht op vergoeding bestaat. De aansprakelijkheids-verzekering biedt toereikende dekking voor de geplande activiteiten (zowel wat de aard, het toepassingsgebied als het risiconiveau ervan betreft). Indien van toepassing, dekt de verzekering minimaal de volgende risico's : 1° luchtvaartaansprakelijkheid met inbegrip van oorlogsrisico's AVN 52, terrorisme, aansprakelijkheid luchtzijde en luchtvaart-aansprakelijkheid van voertuigen;2° burgerlijke aansprakelijkheid voor de goederen die onder het beheer, de zorg of de hoede van de onderneming vallen, onder meer de bagage die afgehandeld wordt en de apparatuur die gebruikt wordt om de bagage af te handelen;3° milieuaansprakelijkheid voor verontreinigingsschade en elke andere schade aan het milieu;4° voertuigdekking voor materiële en lichamelijke schade en luchtvaartaansprakelijkheid via de luchtvaartpolis;5° werkgeversaansprakelijkheid met inbegrip van aansprakelijkheid voor arbeidsongevallen conform de toepasselijke wetgeving. § 2. De in § 1 bedoelde verzekeringen worden afgesloten met een solvabele verzekerings-maatschappij die vermeld wordt op de lijst van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) met ondernemingen waaraan een toelating is verleend krachtens hoofdstuk II van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de controle der verzekerings-ondernemingen. Indien een verzekering is afgesloten met een verzekeringsmaatschappij gevestigd in het buitenland, dient de onderneming een attest in dat werd afgeleverd door de bevoegde overheid van het land waarin de verzekeringsmaatschappij gevestigd is en dat aangeeft dat de verzekeringsmaatschappij erkend is in dit land.
Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, kan het vervangen worden door een verklaring van de verzekeringsmaatschappij voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, of een bevoegde beroeps-organisatie van dat land. § 3. De onderneming stelt de originele verzekeringspolissen ter beschikking van het Directoraat-generaal Luchtvaart. § 4. De onderneming dient bij de aanvraag de ingevulde en ondertekende verzekeringsverklaring in volgens het model bepaald door de Directeur-generaal. Dit model wordt elektronisch ter beschikking gesteld door het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Na de uitreiking van de erkenning dient de onderneming jaarlijks een kopie van het document bedoeld in het eerste lid in bij het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Materieel
Art. 8.§ 1. De onderneming maakt voor haar activiteiten gebruik van voldoende, geschikt en veilig rollend en essentieel materieel zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 6 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 17/11/2010 numac 2010014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal type koninklijk besluit prom. 06/11/2010 pub. 08/03/2011 numac 2011014029 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven van Brussel-Nationaal. - Rechtzetting sluiten. § 2. Het rollend en essentieel materieel dient te worden onderhouden, geïnspecteerd en, indien van toepassing, gekeurd overeenkomstig de van toepassing zijnde regelgeving. § 3. De onderneming houdt een lijst bij met vermelding van die systemen van gecentraliseerde infrastructuur waarvan zij gebruik maakt op de luchthaven Brussel-Nationaal.
Beveiliging
Art. 9.§ 1. De onderneming leeft de geldende regelgeving en voorschriften inzake de beveiliging van installaties, luchtvaartuigen, uitrusting en/of personen, van toepassing op de luchthaven Brussel-Nationaal, na.
Vorming van het personeel
Art. 10.§ 1. De onderneming zorgt ervoor dat al haar werknemers die betrokken zijn bij het verlenen van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandeling, inclusief management, de nodige opleidingen volgen om hen in staat te stellen de aan hen toegewezen taken uit te voeren.
Daartoe stelt de onderneming voor elk personeelslid een individueel opleidingsprogramma op dat rekening houdt met de vorming, kwalificaties en ervaring van de desbetreffende persoon. § 2. Het opleidingsprogramma bedoeld in § 1 bestaat uit initiële opleidingen en herhalingsopleidingen. Initiële opleidingen worden gegeven vóór de indiensttreding, vóór het aanvatten van een nieuwe functie of tijdens de overeenkomstige stageperiode.
Herhalingsopleidingen worden daarna volgens een vastgelegde frequentie gegeven.
Voor zover relevant voor de werknemer in kwestie, heeft de opleiding minstens betrekking op : 1° beveiliging, inclusief beveiligingscontrole, beveiliging van activiteiten, beveiliging van apparatuur en beheer van veiligheidsdreigingen;2° gevaarlijke goederen;3° veiligheid aan de luchtzijde, inclusief de veiligheidspolitiek, veiligheidsregels, gevaren, menselijke factoren, markeringen en bebakening aan de luchtzijde, noodsituaties, het voorkomen van motorschade ten gevolge van opgezogen vreemde voorwerpen, persoonlijke bescherming, ongevallen/ incidenten/bijna botsingen, en toezicht op de veiligheid aan de luchtzijde;4° het besturen van voertuigen aan de luchtzijde, inclusief algemene verantwoordelijkheden en procedures, procedures bij beperkt zicht, voertuigapparatuur, luchthavenregels en lay-out van het verkeers- en manoeuvreerterrein;5° werking en beheer van hulpmiddelen op de grond, inclusief onderhoud en gebruik van hulpmiddelen op de grond;6° ladingscontrole, inclusief vakkundigheid en kennis met betrekking tot algemeen gewicht en evenwicht, structurele belastingsgrenzen van luchtvaartuigen, eenheidslaadinrichtingen, ruimlading in bulk, vrachtbrief, ladings-tabellen/-formulieren, ladingsinstructie-verslag, ladingsberichten, en controle op het laden van gevaarlijke goederen;7° passagiersafhandeling, inclusief bediening van passagiersbruggen en informatie en bijstand aan passagiers;8° bagageafhandeling;9° afhandeling van luchtvaartuigen en belading;10° bewegingen van luchtvaartuigen op de grond, inclusief het beheer van bewegingen van luchtvaartuigen op de grond, de bediening van apparatuur, koppelings- en loskoppelings-procedures tussen apparatuur en luchtvaartuigen, handsignalen voor bewegingen van luchtvaartuigen op de grond, het loodsen van luchtvaartuig, en bijstand voor bewegingen van luchtvaartuigen op de grond;11° afhandeling van vracht en post, inclusief toepasselijke verboden en beperkingen op de handel van goederen;12° coördinatie inzake de rotatie van luchtvaartuigen;13° milieu, inclusief controle op lozingen, afvalbeheer en -verwijdering;14° noodmaatregelen en crisisbeheer;15° rapportagesystemen;16° kwaliteitscontrole op diensten in uitbesteding;17° het veiligheidsbeheerssysteem;18° het kwaliteitsbeheerssysteem. § 4. De onderneming houdt voor ieder personeelslid een opleidingsfiche bij. § 5. Het Directoraat-generaal Luchtvaart kan zich op ieder ogenblik vergewissen van de goede uitvoering van de opleidingsprogramma's en de voortdurende bekwaamheid van het personeel van de onderneming.
Bepalingen inzake bescherming van het milieu
Art. 11.§ 1. De onderneming leeft de milieuwetgeving en milieuvoorschriften van toepassing op de luchthaven Brussel-Nationaal na. § 2. De onderneming houdt een register bij van de vigerende regelgeving en voorschriften met betrekking tot milieubeleid, milieuvergunningen, afvalvoorkoming en -beheer en bodemsanering, van toepassing voor de onderneming, en eventuele inbreuken op de milieuwetgeving. Dit register staat ter beschikking van het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Indien van toepassing, vermeldt de onderneming in het register de start- en einddatum van haar milieugerelateerde vergunningen.
Eerbiedigen van de sociale wetgeving
Art. 12.§ 1. De onderneming leeft te allen tijde de vigerende sociale wetgeving, vooral de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. § 2. Betreffende de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen, voegt een Belgische onderneming een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van minder dan 6 maanden oud bij haar aanvraag tot erkenning dat aantoont dat geen achterstallige bedragen verschuldigd zijn, of een afbetalingsplan dat behoorlijk wordt nageleefd.
Indien de onderneming in het buitenland gevestigd is, voegt zij bij haar aanvraag tot erkenning een recent attest bij, afgeleverd door de bevoegde overheid van het land van vestiging en dat certificeert dat zij op die datum volgens de wettelijke bepalingen van dat land in regel is met haar verplichtingen aangaande de betaling van sociale zekerheidsbijdragen. Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, kan het vervangen worden door een verklaring van de onderneming voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van dat land. § 3. Indien uitzendkrachten voor bepaalde functies worden ingezet, houdt de onderneming een kopie van het arbeidsreglement voor uitzendkrachten ter beschikking van het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Op verzoek van de Directeur-generaal stelt de onderneming een attest van het Fonds voor Bestaanszekerheid voor Uitzendkrachten van haar uitzendkantoor ter beschikking van het Directoraat-generaal Luchtvaart, dat aantoont dat er geen achterstallige bedragen verschuldigd zijn bij deze instelling.
Indien de onderneming in het buitenland gevestigd is, stelt zij, op verzoek van de Directeur-generaal, een equivalent document ter beschikking van het Directoraat-generaal Luchtvaart.
Rapportering van incidenten
Art. 13.§ 1. De onderneming licht het Directoraat-generaal Luchtvaart in over voorvallen in de grondafhandeling teneinde : 1° de relevante informatie omtrent voorvallen aan andere bedrijven en organisaties te verspreiden;2° de veiligheidskritische voorvallen te analyseren en de nodige acties te kunnen nemen om de veiligheid te verbeteren. § 2. Een gedetailleerde beschrijving van de voorvallen die verplicht dienen gemeld te worden is te vinden in het Reglement betreffende de melding van voorvallen. § 3. De aan het Directoraat-generaal Luchtvaart gemelde voorvallen kunnen in een databank opgeslagen worden teneinde een internationale uitwisseling van informatie te verzekeren. § 4. De meldingsplicht van voorvallen vermindert de taken en verantwoordelijkheden van de onderneming niet. De hoofdverantwoordelijkheid inzake veiligheid ligt steeds bij de desbetreffende onderneming. § 5. De onderneming neemt geen maatregelen die het rapporteren van voorvallen door haar werknemers of door derden belemmeren of verbieden.
Kwaliteitsbeheerssysteem
Art. 14.§ 1. De onderneming beschikt over een kwaliteitsbeheerssysteem. § 2. De onderneming beschikt over een kwaliteitshandboek, als onderdeel van haar exploitatiehandleiding, en werkt deze bij.
Het kwaliteitshandboek bevat minimaal de volgende informatie : 1° de reikwijdte van het kwaliteitsbeheerssysteem;2° het kwaliteitsbeleid;3° de procedures van het kwaliteitsbeheerssysteem;4° een kwaliteitsplan, dat bepaalt hoe aan de kwaliteitseisen betreffende de verlening van grondafhandelingsdiensten of voor zelfafhan-deling zal voldaan worden;5° een verwijzing naar de kwaliteitsdocumentatie, zoals bepaald in § 3. § 3. De onderneming documenteert het kwaliteitsbeheerssysteem voldoende en werkt deze bij.
De kwaliteitsdocumentatie bestaat minstens uit de volgende elementen, die geïntegreerd kunnen worden in één of meerdere documenten : 1° de kwaliteitsdoelstellingen;2° de verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot kwaliteit van leidinggevend en uitvoerend personeel, inclusief personeel dat verificaties uitvoert;3° het kwaliteitshandboek, zoals bepaald in § 2;4° de documenten en registraties die nodig zijn om een doeltreffende planning, uitvoering en beheersing van de processen te bewerkstelligen. § 4. De onderneming voorziet, in het kader van het kwaliteitsbeheerssysteem, een systeem voor het beheer van haar documenten en registraties. § 5. De onderneming legt de processen voor de uitvoering van opdrachten vast en plant deze. De onderneming zorgt ervoor dat de processen beheerst verlopen. § 6. De onderneming maakt haar kwaliteitsbeleid en kwaliteitsdoelstellingen aan iedere medewerker bekend. De kwaliteitsdoelstellingen zijn concreet en meetbaar, gebaseerd op de verwachtingen en noden van de gebruikers en op de overeenkomsten gesloten met de luchthavenuitbater ter regeling van de toepassing van de kwaliteitsnormen en -indicatoren van de diensten verbonden aan de uitbating van de luchthaveninstallaties.
De onderneming : 1° onderzoekt welke materiële middelen nodig zijn en aan welke voorwaarden deze middelen moeten voldoen;2° stelt de nodige middelen ter beschikking;3° wijst geschoold personeel aan voor het leidinggeven, het uitvoeren van het werk en de verificatiewerkzaamheden;4° laat interne kwaliteitsaudits en kwaliteitscontroles op diensten in uitbesteding uitvoeren door geschoold personeel. De directie van de onderneming : 1° beoordeelt periodiek het kwaliteitsbeheerssysteem;2° registreert deze beoordeling;3° voert zo nodig aanpassingen en verbeteringen van het systeem door;4° voorziet communicatie over de doeltreffendheid van het kwaliteitsbeheerssysteem. § 7. De onderneming bepaalt welke middelen nodig zijn en zorgt ervoor dat deze middelen aanwezig zijn om : 1° het kwaliteitsbeheerssysteem in te voeren, te onderhouden en de doeltreffendheid ervan continu te verbeteren;en 2° de gebruikerstevredenheid te verhogen. § 8. De onderneming bepaalt de vereiste controles en metingen, met inbegrip van controle- en meetuitrusting, teneinde de conformiteit van het product of de dienst ten opzichte van de vastgestelde kwaliteitseisen na te gaan.
Producten of diensten met afwijkingen worden geïdentificeerd, geregistreerd, geëvalueerd, apart gehouden (indien praktisch uitvoerbaar) en een verdere bestemming gegeven. § 9. De onderneming : 1° behandelt klachten van gebruikers en interne tekortkomingen;2° voert procedures in omtrent corrigerende en preventieve maatregelen;3° verzekert zich ervan dat genomen corrigerende en preventieve maatregelen doeltreffend zijn;4° legt relevante gegevens over genomen maatregelen ter beoordeling aan de directie voor. § 10. De volgende ondernemingen worden geacht zonder bijkomende formaliteiten te voldoen aan de bepalingen van dit artikel : 1° ondernemingen die ISO 9001gecertificeerd zijn;2° gebruikers die uitsluitend zelfafhandeling verrichten en over een kwaliteitsbeheerssysteem in het kader van hun AOC beschikken, waarbij de zelfafhandeling is inbegrepen;3° verleners van grondafhandelingsdiensten die uitsluitend actief zijn in de categorie « lijnonderhoud » en over een kwaliteitsbeheerssysteem beschikken in het kader van een vergunning voor het onderhoud van luchtvaartuigen, waarbij de grondafhandelingsdiensten zijn inbegrepen. Veiligheidsbeheerssysteem
Art. 15.§ 1. De onderneming beschikt over een veiligheidsbeheerssysteem. § 2. De onderneming legt haar veiligheidsbeleid schriftelijk vast. Dit veiligheidsbeleid : 1° weerspiegelt het organisatorisch engagement van de onderneming voor wat betreft de veiligheid;2° bevat een duidelijke verklaring over het verschaffen van de middelen die nodig zijn om het veiligheidsbeleid uit te voeren;3° vermeldt de rapporteringsprocedures met betrekking tot veiligheid;4° verduidelijkt onaanvaardbaar gedrag en voorwaarden waaronder disciplinaire maatregelen niet van toepassing zijn;5° wordt door de verantwoordelijke directeur van de onderneming ondertekend;6° wordt binnen de hele onderneming zichtbaar verspreid;7° wordt regelmatig nagezien om ervoor te zorgen dat het relevant blijft en steeds passend is voor de onderneming. § 3. De onderneming : 1° duidt de eindverantwoordelijke voor het implementeren en het bijwerken van het veiligheidsbeheerssysteem aan;2° bepaalt duidelijk de verantwoordelijkheden voor de veiligheid binnen de onderneming, en in het bijzonder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de hogere kaders voor de veiligheid;3° legt de verantwoordelijkheden met betrekking tot de veiligheidsprestaties van het veiligheidsbeheerssysteem vast, zowel de verantwoordelijkheden van alle leden van de directie, ongeacht hun andere taken, als van de werknemers;4° licht de verantwoordelijkheden, de toereken-baarheid en de bevoegdheden op het gebied van veiligheid toe en verspreidt ze binnen de hele onderneming;5° bepaalt de directieniveaus die de bevoegdheid hebben beslissingen te nemen over de toelaatbaarheid van een veiligheidsrisico. § 4. De onderneming ziet erop toe dat haar noodplannen doeltreffend afgestemd zijn op de noodplannen van andere organisaties waarmee zij in aanraking komt bij het uitoefenen van haar activiteiten. § 5. De onderneming stelt een uitvoeringsplan op voor het veiligheidsbeheerssysteem. Dit uitvoeringsplan bepaalt haar benadering van veiligheidsbeheer, die beantwoordt aan de veiligheidsdoelstellingen van de onderneming. § 6. De onderneming voorziet in een formele methode van veiligheidscommunicatie die het mogelijk maakt dat : 1° het personeel op de hoogte is van het veiligheidsbeheerssysteem, op het gepaste niveau in overeenstemming met hun functie;2° veiligheidskritische informatie doorgegeven wordt;3° uitgelegd wordt waarom specifieke veiligheidsmaatregelen genomen worden;4° uitgelegd wordt waarom veiligheidsprocedures ingevoerd of gewijzigd worden.
Art. 16.§ 1. De onderneming beschikt over een handboek van het veiligheidsbeheerssysteem, als onderdeel van haar exploitatiehandleiding, en werkt deze bij.
Het handboek van het veiligheidsbeheersystem bevat minimaal de volgende informatie : 1° de reikwijdte van het veiligheidsbeheers-systeem;2° het veiligheidsbeleid;3° de procedures van het veiligheidsbeheers-systeem, onder meer voor het bepalen van gevaren, het meten van veiligheidsprestaties, het uitvoeren van veiligheidsevaluaties en -audits en de veiligheidscommunicatie;4° een verwijzing naar de veiligheidsdocumentatie, zoals bepaald in paragraaf 2. § 2. De onderneming documenteert het veiligheidsbeheerssysteem voldoende en werkt dit bij. De veiligheidsdocumentatie bevat minstens de volgende elementen, die geïntegreerd kunnen worden in één of meerdere documenten : 1° de veiligheidsdoelstellingen;2° de verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de processen en de procedures van het veiligheidsbeheerssysteem;3° het handboek van het veiligheidsbeheers-systeem, zoals bedoeld in paragraaf 1;4° de processen van het veiligheidsbeheerssysteem;5° de resultaten van het veiligheidsbeheerssysteem.
Art. 17.§ 1. De onderneming beschikt over : 1° een bijgewerkte procedure om de gevaren te bepalen die met haar grondafhandelings-activiteiten zijn verbonden.De bepaling van de gevaren is gebaseerd op een combinatie van reactieve, proactieve en voorspellende methodes om veiligheidsgegevens te verzamelen; 2° een bijgewerkte procedure om de veiligheidsrisico's met betrekking tot de vastgestelde gevaren te kunnen analyseren, evalueren en beheren;3° bijgewerkte methodes om haar veiligheids-prestaties te verifiëren en om de doeltreffendheid van de maatregelen om de veiligheidsrisico's te beheren, te valideren;4° een bijgewerkte procedure waarmee de wijzigingen worden geïdentificeerd die een invloed kunnen hebben op het niveau van haar veiligheidsrisico's, en waarmee de veiligheidsrisico's die uit deze wijzigingen voortvloeien, worden bepaald en beheerd. § 2. De veiligheidsprestaties van de onderneming worden geverifieerd aan de hand van de door het veiligheidsbeheerssysteem opgestelde prestatie-indicatoren en -doelstellingen. § 3. De onderneming evalueert de procedures van zijn veiligheidsbeheerssysteem en volgt de doeltreffendheid ervan op om de globale prestaties van het veiligheidsbeheerssysteem continu te verbeteren.
Art. 18.De volgende ondernemingen worden geacht zonder bijkomende formaliteiten te voldoen aan de bepalingen van artikelen 15 tot 17 : 1° gebruikers die uitsluitend zelfafhandeling verrichten en over een veiligheidsbeheerssysteem in het kader van hun AOC beschikken, waarbij de zelfafhandeling tot de reikwijdte van het veiligheidsbeheerssysteem behoort;2° verleners van grondafhandelingsdiensten die uitsluitend actief zijn in de categorie "lijnonderhoud" en over een veiligheids-beheerssysteem beschikken in het kader van een vergunning voor het onderhoud van luchtvaartuigen, waarbij de grondafhandelings-diensten tot de reikwijdte van het veiligheids-beheerssysteem behoren. Exploitatiehandleiding
Art. 19.§ 1. De onderneming beschikt voor haar activiteiten op de luchthaven Brussel-Nationaal over een exploitatiehandleiding voor de relevante activiteiten. § 2. Deze exploitatiehandleiding bevat de volgende informatie : 1° organisatieschema, management, beschrijving van verantwoordelijkheden en taken, toerekenbaarheid;2° het kwaliteitshandboek, zoals bepaald in art.14, § 2; 3° het handboek van het veiligheidsbeheers-systeem, zoals bepaald in artikel 16;4° de procedures voor beveiligingsbeheer;5° standaard afhandelingsprocedures, inclusief coördinatie met gebruikers en de luchthavenuitbater, coördinatie van activiteiten en specifieke afhandelingsprocedures voor specifieke klanten. § 3. De exploitatiehandleiding is beschikbaar in een elektronische of een papieren versie.
Zij is zodanig samengesteld dat : 1° zij gemakkelijk kan bijgewerkt worden;2° zij een systeem bevat om de geldigheid van de informatie en de aangebrachte wijzigingen aan te duiden, met inbegrip van een registratie van de revisies;3° het proces van opmaak en nazicht vergemakkelijkt wordt. § 4. De exploitatiehandleiding wordt ter beschikking gesteld van alle betrokken personen en alle exemplaren worden bijgewerkt; op elk blad of bij elke informatie wordt vermeld op welke datum deze van toepassing werd. § 5. Een bijgewerkt exemplaar van de exploitatiehandleiding wordt ter beschikking gesteld van het Directoraat-generaal Luchtvaart. Op aanvraag zorgt de onderneming ervoor dat het Directoraat-generaal Luchtvaart dit exemplaar op een adres naar keuze van het Directoraat-generaal Luchtvaart kan raadplegen. § 6. De onderneming amendeert de exploitatiehandleiding, telkens en van zodra dit nodig is om de juistheid van de erin opgenomen inlichtingen te behouden. § 7. Ondernemingen die ISO 9001 gecertificeerd zijn, worden geacht zonder bijkomende formaliteiten te voldoen aan de bepalingen van artikel 19, §§ 3, 4 en 6.
Uitbesteding
Art. 20.§ 1. Indien de onderneming beroep doet op een of meer onderaannemers, houdt de onderneming een register van haar onderaannemers bij. Dit register staat ter beschikking van het Directoraat-generaal Luchtvaart. § 2. De onderneming die een beroep doet op een of meer onderaannemers verzekert zich ervan dat haar dienstverlening of zelfafhandeling voldoet aan de criteria van dit besluit.
Intrekking en schorsing van de erkenning
Art. 21.§ 1. De Directeur-generaal kan een erkenning intrekken of schorsen als de onderneming om redenen die haar zijn aan te rekenen : 1° duidelijk niet langer voldoet aan de criteria vermeld in artikel 5, § 1 van dit besluit;of 2° ter kwader trouw verkeerde informatie heeft verstrekt waardoor een juiste voorstelling van de feiten onmogelijk wordt gemaakt;of 3° de activiteiten, vermeld in de erkenning, niet heeft opgestart binnen een periode van twaalf maanden na het verkrijgen van een erkenning;of 4° haar activiteiten gedurende meer dan twaalf maanden heeft gestaakt. § 2. De Directeur-generaal deelt het voornemen tot intrekking of schorsing van een erkenning en de redenen daartoe per aangetekende brief met ontvangstbewijs mee aan de onderneming. Een kopie van deze brief wordt naar de luchthavenuitbater gestuurd.
Binnen een termijn van 15 werkdagen na de datum van ontvangst van deze brief, kan de onderneming gemotiveerd bezwaar aantekenen bij de Directeur-generaal.
De Directeur-generaal neemt een beslissing betreffende de intrekking of schorsing binnen een termijn van 20 werkdagen, die ingaat na verloop van de termijn van 15 werkdagen vermeld in het vorige lid. De onderneming wordt per aangetekende brief met ontvangstbewijs op de hoogte gesteld van deze beslissing. De Directeur-generaal bepaalt de voorwaarden van intrekking of schorsing, waaronder begrepen doch niet gelimiteerd de termijn waarbinnen de intrekking of schorsing effectief wordt. Een kopie van deze beslissing wordt naar de luchthavenuitbater gestuurd.
De Directeur-generaal houdt bij de bepaling van de termijn waarbinnen de intrekking of schorsing effectief wordt, rekening met de continuïteit van de diensten. § 3. In afwijking van de bepalingen in paragraaf 2, kan de Directeur-generaal de erkenning met onmiddellijke ingang schorsen indien dit omwille van de veiligheid vereist is. De onderneming wordt per aangetekende brief met ontvangstbewijs op de hoogte gesteld van deze beslissing en de redenen daartoe. Een kopie van deze beslissing wordt naar de luchthavenuitbater gestuurd.
Wijziging van de erkenning
Art. 22.§ 1. De onderneming waakt erover dat de gegevens op haar erkenning te allen tijde juist zijn. Als één of meerdere gegevens vermeld op de erkenning niet langer juist zijn, vraagt de houder van de erkenning onverwijld een wijziging van de erkenning aan bij de Directeur-generaal.
De onderneming stelt het Directoraat-generaal Luchtvaart onmiddellijk in kennis van : 1° ingrijpende wijzigingen in de omvang van haar activiteiten;2° eventuele insolventieprocedures die tegen de onderneming zijn opgestart. § 2. De Directeur-generaal kan de erkenning wijzigen indien voldaan is aan de bepalingen van dit besluit.
Overgangsbepalingen
Art. 23.Een onderneming die, op het moment dat dit besluit van kracht wordt, reeds actief is in deze categorieën grondafhandelingsdiensten op de luchthaven Brussel-Nationaal, dient binnen de 6 maanden nadat dit besluit van kracht wordt, een aanvraag tot erkenning in, overeenkomstig artikel 3.
Voor deze aanvragen neemt de Directeur-generaal, in afwijking op artikel 5, § 4, ten laatste 6 maanden na de aanvraag bedoeld in het eerste lid een beslissing.
Inwerkingtreding
Art. 24.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 19 november 2014.
De Minister van Mobiliteit, Mevr. J. GALANT