Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 november 1997
gepubliceerd op 30 september 1998

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het intern reglement van de Overlegstructuur tussen ziekenhuisbeheerders, geneesheren en verzekeringsinstellingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022589
pub.
30/09/1998
prom.
19/11/1997
ELI
eli/besluit/1997/11/19/1998022589/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 1997. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het intern reglement van de Overlegstructuur tussen ziekenhuisbeheerders, geneesheren en verzekeringsinstellingen


De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Gelet op de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, in het bijzonder artikel 162.

Besluiten : Enig artikel. Het intern reglement van de Overlegstructuur tussen ziekenhuisbeheerders, geneesheren en verzekeringsinstellingen, waarvan de tekst bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Brussel, 19 november 1997.

De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

Bijlage Intern reglement van de Overlegstructuur tussen ziekenhuisbeheerders, geneesheren en verzekeringsinstellingen I. De structuur 1. De voorzitter Artikel 1.De voorzitter leidt de werkzaamheden en zit de vergaderingen van de plenaire vergadering en het bureau voor. Hij opent en sluit de vergaderingen en zorgt voor het goede verloop van de besprekingen.

Art. 2.De voorzitter ondertekent de notulen en de adviezen en voorstellen samen met de secretaris.

Art. 3.De voorzitter kan alle vergaderingen van de werkgroepen als waarnemer bijwonen.

Art. 4.Bij verhindering wordt de voorzitter vervangen door het oudste aanwezige lid. 2. Het bureau Art.5. Het bureau is samengesteld uit de voorzitter en de leden van het secretariaat.

Art. 6.Het bureau regelt en coördineert de werkzaamheden van de Overlegstructuur.

Art. 7.Het bureau onderzoekt de ontvankelijkheid van de in toepassing van artikel 154 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen (=organieke wet) aanhangig gemaakte dossiers.

Een dossier aanhangig gemaakt door minstens vijf leden wordt als ontvankelijk beschouwd.

Art. 8.Het bureau bepaalt de volgorde en de algemene lijnen van behandeling van de ontvankelijke dossiers.

De plenaire vergadering behoudt evenwel de mogelijkheid te beslissen deze volgorde te wijzigen.

Aan de dossiers ingediend door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft en door de Minister die Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft, wordt absolute voorrang verleend. 3. De plenaire vergadering Art.9. De plenaire vergadering is samengesteld zoals bepaald in artikel 159 van de organieke wet.

Art. 10.Met het oog op het vervullen van haar opdracht kan de plenaire vergadering overeenkomstig artikel 161 van de organieke wet : 1° een beroep doen op deskundigen en op vertegenwoordigers van andere personeelscategoriën die tussenkomen in de ziekenhuisactiviteit;2° werkgroepen oprichten die belast worden met een welomschreven opdracht.4. De werkgroepen Art.11. De werkgroepen worden opgericht door de plenaire vergadering.

De oprichtingsbeslissing vermeldt de opdracht en de samenstelling met aanduiding van de voorzitter.

Art. 12.De plenaire vergadering kan permanente werkgroepen oprichten.

Art. 13.Het secretariaat van een werkgroep wordt waargenomen door een door de secretaris aangeduid ambtenaar.

Art. 14.De werkgroepen zijn samengesteld op voordracht van en uit de leden.

Het maximum aantal leden van een werkgroep wordt vastgesteld op één derde van het aantal effectieve leden van de plenaire vergadering, exclusief de technici.

Art. 15.De plenaire vergadering kan bij de oprichting van een werkgroep beslissen technici er in op te nemen.

Het aantal technici mag niet hoger liggen dan de helft van het in toepassing van het vorig artikel vastgesteld aantal leden.

Art. 16.Wanneer een lid van de werkgroep drie maal (na elkaar) afwezig blijft op de werkgroepvergaderingen wordt dit gemeld aan het bureau dat gebeurlijk passende maatregelen treft.

Art. 17.De voorzitter van de werkgroep is ertoe gehouden om periodiek aan het bureau de stand van zaken van de werkzaamheden van zijn werkgroep mee te delen teneinde het bureau toe te laten zijn coördinerende functie te vervullen. 5. Het secretariaat Art.18. Het secretariaat bestaat uit een gelijk aantal ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en wordt geleid door een door de Minister van Sociale Zaken en de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft aangestelde secretaris.

Art. 19.Het secretariaat kan voor zijn administratieve begeleiding/werking beroep doen op door hem aangewezen ambtenaren en of personeelsleden.

Art. 20.Het secretariaat zorgt voor het opstellen van de notulen van de vergaderingen van de plenaire vergadering, de werkgroepen en het bureau.

Art. 21.De leden van het secretariaat en de door hen samen aangewezen ambtenaren kunnen alle vergaderingen van de werkgroepen als waarnemer bijwonen.

Art. 22.De voorzitter en de secretaris ondertekenen de notulen, adviezen en voorstellen van de plenaire vergadering.

Art. 23.De secretaris tekent alle briefwisseling namens de overlegstructuur, behoudens andersluidende beslissing door de voorzitter.

II. Werking 1. Oproeping Art.24. De effectieve leden van de plenaire vergadering worden door middel van een oproepingsbrief tot de plenaire vergadering opgeroepen.

De plaatsvervangende leden krijgen de oproepingsbrief en de documenten voor de vergadering ten informatieven titel toegestuurd. Indien een effectief lid verhinderd is, dient hij persoonlijk en tijdig zijn plaatsvervanger in kennis te stellen.

Art. 25.De oproepingsbrief met in bijlage de nodige documenten vermeldt de plaats, de datum, het uur en de agenda van de vergadering en wordt ten laatste op de vijfde werkdag voor de vergadering aan de leden toegezonden.

Art. 26.Dezelfde manier van oproeping geldt mutatis mutandis voor het bureau en de werkgroepen.

Art. 27.De oproepingsbrief en documenten van de werkgroepvergaderingen worden enkel aan de leden en de technici van de betreffende werkgroep overgemaakt. 2. Aanwezigheidsquorum Art.28. Opdat de plenaire vergadering en de werkgroepen geldig een advies of een voorstel zouden kunnen uitbrengen moet ten minste de helft van de leden aanwezig zijn.

Indien dit aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt, worden de leden ten laatste binnen de veertien dagen opnieuw bijeengeroepen. Voor het punt dat dienvolgens een tweede maal op de agenda wordt geplaatst is geen aanwezigheidsquorum vereist. 3. Stemming Art.29. De stemming zoals verder omschreven geldt voor de plenaire vergadering en de werkgroepen.

Art. 30.De ambtenaar belast met het secretariaat telt op het ogenblik van de stemming het aantal aanwezige leden. Dit aantal wordt in de notulen opgenomen.

Art. 31.De stemming geschiedt door handopsteken. Op verzoek van één of meerdere leden dient men over te gaan tot een geheime stemming.

Art. 32.De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid der stemmen van de bij de stemming aanwezige leden, onthoudingen niet meegerekend.

Art. 33.Stemmen bij volmacht is niet toegelaten. De technici hebben geen stem.

Art. 34.Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 35.Bij het voorwerp van de stemming wordt de uitslag van de stemming gevoegd. In voorkomend geval kan een minderheid, zijnde ofwel één vierde van het totaal aantel leden van het betreffende orgaan ofwel alle leden in het betreffende orgaan die één van de in artikel 159, 2°, 3° of 4° vernoemde groepen vertegenwoordigen, een nota met zijn standpunt aan het voorwerp van de stemming toevoegen. 4. Notulering Art.36. De notulen worden door het secretariaat in het Nederlands en het Frans opgesteld.

De notulen bevatten de lijst met de namen van de aanwezige leden, de goedkeuring van de notulen van vorige vergadering met aanduiding van de eventuele aan te brengen wijzigingen, een verslag over de bespreking en discussies met opgave van de besluiten waartoe ze geleid hebben, het aantal aanwezige leden op het ogenblik van de stemming en het resultaat van de stemmingen die hebben plaats- gevonden.

Art. 37.Het ontwerp van notulen wordt samen met de oproepingsbrief voor de volgende vergadering aan de leden van het betreffende orgaan opgestuurd.

Art. 38.De notulen dienen in de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.

Indien binnen een redelijke termijn geen volgende vergadering wordt vastgesteld, kan een schriftelijke goedkeuring van de notulen worden overwogen.

In dringende gevallen kan de goedkeuring van de notulen schriftelijk gebeuren binnen een termijn die door de voorzitter wordt vastgesteld. 5. Adviezen en voorstellen Art.39. Een advies en een voorstel wordt geldig geacht indien de desbetreffende notulen van de plenaire vergadering worden goedgekeurd.

Art. 40.Bij hoogdringendheid kan een advies of een voorstel ter zitting worden goedgekeurd op voorwaarde dat dit expliciet werd vermeld op de uitnodiging van de desbetreffende vergadering. 6. Geheimhouding Art.41. Alle leden van de Overlegstructuur, de technici in de werkgroepen en de personen die tijdens de bespreking met het oog op het vervullen van hun taak door hen geraadpleegd worden, zijn gehouden tot geheimhouding van de beraadslagingen. 7. Orde der werkzaamheden Art.42. De vergaderingen van de Overlegstructuur worden gehouden op de plaats, dag en uur vermeld op de oproepingsbrief en zodanig dat de leden zo talrijk mogelijk de vergadering kunnen bijwonen.

Art. 43.Het bureau vergadert telkens de voorzitter het nodig acht.

Art. 44.De werkgroepen beslissen zelf over het tijdstip en ritme van hun vergaderingen.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 19 november 1997.

De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

^