gepubliceerd op 20 september 2024
Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het raadgevend comité van de treinreizigers
19 AUGUSTUS 2024. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het raadgevend comité van de treinreizigers
De Minister belast met de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen en bevoegd voor Infrabel,
Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, artikel 47/1 ingevoegd door de wet van 10 april 2014, gewijzigd door de wet van 10 augustus 2015;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2014 pub. 13/08/2014 numac 2014014362 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers sluiten tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers, artikel 9, § 1;
Besluit :
Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van het raadgevend comité van de treinreizigers, gevoegd bij dit besluit, wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 19 augustus 2024.
G. GILKINET
Bijlage bij het ministerieel besluit van 19 augustus 2024 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het raadgevend comité van de treinreizigers Bijlage Het huishoudelijk reglement Raadgevend Comité van de treinreizigers Dit reglement werd goedgekeurd op de plenaire vergadering van 28/06/2024. 1. ALGEMEENHEDEN
Artikel 1 Kader Dit huishoudelijk reglement is opgesteld conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2014 pub. 13/08/2014 numac 2014014362 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers sluiten tot regeling van de samenstelling en de werking van het Raadgevend Comité van de Treinreizigers hierna "het Comité" genoemd. Dit huishoudelijk reglement regelt de werking van het Comité. Het kan worden aangepast: ? op voordracht van de voorzitter of vicevoorzitter; of ? na gemotiveerd verzoek van ten minste de helft van de effectieve leden en op voorwaarde dat minstens de helft van de effectieve leden (of hun plaatsvervangers) aanwezig zijn op de vergadering; en ? na goedkeuring van de wijzigingen in de plenaire zittingen. 2. DE LEDEN
Artikel 2 Effectieve leden en plaatsvervangers De effectieve leden en de plaatsvervangers worden bij ministerieel besluit aangesteld. Binnen het Comité vertolken de leden het standpunt van hun organisatie. Bij externe communicatie kunnen de leden onder alle omstandigheden steeds hun eigen standpunt of dat van hun organisatie communiceren. De leden mogen zich echter in geen geval in naam van het Comité uitspreken.
Artikel 3 Ontslag De effectieve leden en de plaatsvervangers mogen te allen tijde hun ontslag schriftelijk indienen bij de minister met kopie aan de voorzitter en het secretariaat van het Comité. De voorzitter brengt de leden van het Comité hiervan op de hoogte.
Bij het ontslag van een effectief lid, en in afwachting van de bekendmaking van een ministerieel besluit dat in een opvolger voorziet, wordt het effectieve lid van rechtswege vervangen door zijn plaatsvervanger.
Wanneer een effectief lid gedurende een kalenderjaar aan geen enkele plenaire vergadering heeft deelgenomen en hij/zij niet systematisch de in artikel 14 bepaalde maatregelen trof om zich door zijn plaatsvervanger te laten vertegenwoordigen, dan wordt de bevoegde minister hiervan in kennis gesteld.
Artikel 4 Deontologische en ethische regels De leden oefenen hun mandaat rechtschapen en loyaal uit.
De leden moeten elk document dat wordt verspreid of doorgestuurd als vertrouwelijk beschouwen, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald (bv. indien het als `open brief' is gecommuniceerd door de voorzitter), en met uitzondering van de goedgekeurde en uitgebrachte adviezen waarvoor geen embargo bestaat of het embargo opgeheven is en die dus tot de openbaarheid behoren. Ze moeten er zich ook van onthouden hun positie te misbruiken om informatie of beslissingen te verkrijgen voor doeleinden die buiten hun functie in het Comité vallen.
Deze regels gelden voor alle activiteiten van het Comité (plenaire vergadering, werkgroep, uitvoerend bureau, overleg, ...). 3. HET UITVOEREND BUREAU
Artikel 5 De voorzitter en vicevoorzitter Conform artikel 4 van het koninklijk besluit van 13 juni 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2014 pub. 13/08/2014 numac 2014014362 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers sluiten tot regeling van de samenstelling en de werking van het raadgevend comité van de treinreizigers, worden de voorzitter en vicevoorzitter benoemd door de minister bevoegd voor Overheidsbedrijven. De voorzitter verklaart de plenaire zittingen voor geopend, geschorst of gesloten. Hij/zij leidt de besprekingen, geeft het woord en ontneemt het. Bij afwezigheid van de voorzitter vervult de vicevoorzitter de rol van de voorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter en de vicevoorzitter vervult het oudste lid van het uitvoerend bureau deze functie.
De voorzitter ziet er ook op toe: ? dat de opdrachten die aan het Comité zijn toegewezen, worden uitgevoerd; ? dat de wet en dit reglement worden nageleefd; ? dat het debat en de dialoog tussen de leden op onpartijdige wijze wordt aangestuurd; ? dat er binnen het Comité naar een consensus wordt gestreefd; ? dat hij/zij op de hoogte blijft van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen die het Comité heeft opgericht; ? dat de officiële documenten van het Comité worden ondertekend; ? om de plenaire zittingen van het Comité en de vergaderingen van het Bureau bijeen te roepen.
De vicevoorzitter staat de voorzitter bij in de uitvoering van diens taken en vervangt hem/haar wanneer de voorzitter afwezig is, bekleed met dezelfde bevoegdheden en verplichtingen als de voorzitter.
Artikel 6 Samenstelling van het uitvoerend bureau 1° Het uitvoerend bureau is samengesteld uit de voorzitter, de vicevoorzitter en twee adjunct-leden die bij ministerieel besluit worden benoemd. De voorzitter van het Comité is ook de voorzitter van het uitvoerend bureau. 2° De leden van het uitvoerend bureau moeten actief deelnemen aan de activiteiten van het Comité en zijn diverse organen. Artikel 7 Werking van het uitvoerend bureau Het uitvoerend bureau wordt bijeengeroepen door de voorzitter, telkens wanneer hij/zij dit nodig acht en in principe één keer per maand.
Deskundigen mogen worden uitgenodigd op de vergaderingen van het uitvoerend bureau wanneer de bespreking van een agendapunt dit rechtvaardigt. Deze deskundigen nemen niet deel aan de beraadslaging van het uitvoerend bureau.
Het uitvoerend bureau neemt het dagelijkse beheer van het Comité voor zijn rekening.
Bovendien zorgt het voor: ? de vastlegging van de agenda van de plenaire vergaderingen van het Comité; ? het toezicht op de uitvoering van de beslissingen van het Comité; ? de voordracht van de werkgroepensamenstelling binnen het Comité; ? de vertegenwoordiging van het Comité bij overleg en andere externe evenementen; ? de opmaak van het jaarlijkse activiteitenverslag van het Comité en van het uitvoerend bureau.
Indien de voorzitter niet beschikbaar is, legt de ondervoorzitter de data en de agenda van de vergaderingen van het uitvoerend bureau vast.
Indien de ondervoorzitter op zijn/haar beurt niet beschikbaar is, legt het oudste beschikbare lid van het bureau de data en de agenda van de vergaderingen van het uitvoerend bureau vast.
Elk lid van het uitvoerend bureau mag vragen om een bepaald punt op de agenda te plaatsen. De voorzitter of zijn vervanger plant de vergaderingen van het uitvoerend bureau zo in dat het grootst mogelijke aantal leden kunnen deelnemen.
Het uitvoerend bureau beslist collegiaal en in consensus. Het uitvoerend bureau kan echter een of meerdere van zijn leden belasten met de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten.
Het uitvoerend bureau kan ook een of meerdere van zijn leden belasten met de vertegenwoordiging van het Comité bij overleg en op andere externe evenementen. Het uitvoerend bureau wordt systematisch op de hoogte gehouden over de uitvoering van deze diverse opdrachten.
Voor elke vergadering van het uitvoerend bureau stelt het secretariaat een beknopt verslag van de vergadering opdat ter goedkeuring naar de leden van het uitvoerend bureau wordt verstuurd. 4. WERKGROEPEN
Artikel 8 Oprichting van werkgroepen Op voordracht van het uitvoerend bureau, kan het Comité werkgroepen aanstellen, bestaande uit vaste of plaatsvervangende leden, om een advies voor te bereiden of om ieder vastomlijnd onderwerp te onderzoeken en dit met inbegrip van de informatievergaring en de ontwikkeling van relevante kennis. Wanneer de oprichting van een werkgroep tijdens de plenaire zitting omwille van de agenda niet mogelijk is, dan informeert de voorzitter, in overleg met de leden van het uitvoerend bureau, per e-mail alle leden over de oprichting van een werkgroep en doet een oproep tot kandidaatstelling van de leden die van deze werkgroep deel willen uitmaken.
Artikel 9 Coördinatie van de werkgroepen De werkgroepen worden aangestuurd door een coördinator. Laatstgenoemde wordt door het uitvoerend bureau aangesteld uit de leden die de werkgroep vormen.
De coördinator bepaalt de vergaderdata van zijn werkgroep. Hij/zij waakt erover om de vergaderingen van de werkgroep zo te plannen dat het grootst mogelijke aantal van de leden van de werkgroep eraan kan deelnemen. Het vinden van een datum dient in gezamenlijk overleg te gebeuren, maar als er in dringende gevallen geen datum op korte termijn kan gevonden worden waarop alle leden van de werkgroep aanwezig kunnen zijn, is het de coördinator zelf die over de vergaderdatum zal beslissen.
Het secretariaat stelt een vergaderzaal ter beschikking van de werkgroep.
De coördinatoren brengen aan het uitvoerend bureau van het Comité verslag uit over de voortgang van de werkzaamheden van hun werkgroep.
Artikel 10 Een beroep doen op externe expertise Met instemming van het uitvoerend bureau kan de werkgroep de bevoegde deskundigen over de behandelde onderwerpen horen en dit met het oog op het aanleveren van doelgerichte informatie. Deze deskundigen nemen niet deel aan de beraadslagingen van de werkgroep.
Artikel 11 Advies op eigen initiatief Een werkgroep kan op eigen initiatief een adviesontwerp voorleggen na hiervoor de toestemming te hebben gekregen van het uitvoerend bureau.
De op eigen initiatief uitgebrachte adviesontwerpen volgen dezelfde goedkeuringsprocedure als de andere adviezen. 5. DE VERGADERINGEN
Artikel 12 Werktalen Op de vergaderingen bedient elk lid zich van het Nederlands of het Frans, volgens zijn/haar keuze. De oproeping, de agenda en de notulen van de vergaderingen worden opgesteld in het Nederlands of in het Frans. Vervolgens worden ze in de andere taal vertaald.
De eventuele verschillen in de vertaling tussen het Nederlands en het Frans worden beslecht door het Bureau en zonder dat er een voorkeur wordt gegeven aan een tekst boven een andere.
De werkdocumenten worden niet vertaald. Enkel de op een plenaire vergadering van het Comité ter goedkeuring van de leden voorgelegde officiële en definitieve documenten worden in de beide talen vertaald.
Ook de agenda en het verslag van de plenaire vergadering worden vertaald in de beide talen vóór verzending naar de leden van het Comité.
Het jaarlijks activiteitenverslag van het Comité wordt in het Nederlands en het Frans opgesteld.
Artikel 13 Plenaire vergaderingen Het Comité komt minstens twee maal per jaar in plenaire zitting samen op initiatief van het uitvoerend bureau of naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van minstens één derde van de effectieve leden van het Comité. In dit laatste geval zal in het verzoek tot organisatie van een plenaire vergadering de titel van het (/de) op de agenda te plaatsen punt(en) worden vermeld, waarbij elk van deze agendapunten van een toelichting zal voorzien zijn.
De uitnodigingen en de agenda moeten per e-mail aan alle effectieve, plaatsvervangende en waarnemende leden worden gericht.
De agenda van de plenaire vergadering wordt op initiatief van de voorzitter door het uitvoerend bureau bepaald. Op verzoek van een of meer leden van het Comité kan er een punt op de agenda worden geplaatst.
Behalve in uitzonderlijke of dringende gevallen waarmee een meerderheid van de aanwezige leden instemt, kan geen enkel ander punt worden besproken dan die welke op de agenda staan.
Bij een absolute en behoorlijk onderbouwde noodzaak kan de voorzitter van deze procedure afwijken.
Artikel 14 Deelname aan de plenaire vergaderingen De vergaderingen van het Comité zijn niet openbaar. Ze zijn uitsluitend toegankelijk voor: ? de effectieve leden en de plaatsvervangers van het Comité; ? de leden van het secretariaat; ? de wettelijk bepaalde waarnemers; ? de deskundigen die worden uitgenodigd door het bureau.
Alle effectieve leden en plaatsvervangers worden op de plenaire vergaderingen van het Comité uitgenodigd. Wanneer een effectief lid en zijn/haar plaatsvervanger aanwezig zijn, is enkel het effectieve lid stemgerechtigd.
Elke afwezigheid van een effectief lid op een vergadering van het Comité moet voor de plenaire vergadering worden gemeld aan het secretariaat. Wanneer een effectief lid een vergadering onmogelijk kan bijwonen, waarschuwt hij/zij zijn plaatsvervanger en het secretariaat.
Wanneer een vervangend lid aanwezig is ter vervanging van het effectieve lid, geniet hij/zij hetzelfde stemrecht als het effectieve lid.
De waarnemers die uitgenodigd werden op plenaire zittingen van het Comité hebben geen stemrecht.
Indien nodig is het uitvoerend bureau gemachtigd om gekwalificeerde deskundigen op de plenaire vergaderingen uit te nodigen teneinde hen te horen in de materies die onder de bevoegdheid van het Comité vallen, of dit nu gebeurt in het kader van een specifiek dossier of in een bredere context. Deze deskundigen hebben geen stemrecht.
Artikel 15 Besluitvorming 1° Beslissingen worden ofwel eenparig of bij gewone meerderheid goedgekeurd.Bij staking van stemmen geeft de stem van de Voorzitter de doorslag. 2° Conform het artikel 9 van het K.B. van 13 juni 2014 kan over een wijziging van het intern reglement slechts beraadslaagd worden in de plenaire vergadering als minstens de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. 3° Voor elke andere beslissing is de stemming geldig wanneer het aantal op de plenaire vergadering aanwezige, stemgerechtigde leden ten minste één derde van het totale aantal effectieve leden bedraagt.4° De vervangende leden die in voorkomend geval tezelfdertijd aanwezig zijn als het effectieve lid aan wie ze gekoppeld zijn, hebben geen stemrecht.Hetzelfde geldt voor de wettelijk voorziene waarnemers. 5° Wanneer het voormelde vereiste quorum niet is bereikt, kan de voorzitter binnen vijf werkdagen een nieuwe plenaire vergadering beleggen met dezelfde agenda.Deze vergadering kan doorgaan zelfs als niet de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. 6° De voorzitter kan ook beslissen geen fysieke maar een digitale vergadering te laten doorgaan waarop alle leden worden uitgenodigd, waarin een bespreking en stemming van de behandelde punten van de oorspronkelijke plenaire vergadering kan doorgaan, ongeacht het aantal deelnemende leden.Ook deze digitale vergadering zal belegd worden binnen de vijf werkdagen na de oorspronkelijke plenaire vergadering. 6. DE ADVIEZEN
Artikel 16 Adviesaanvragen Overeenkomstig artikel 47/1 van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven brengt het Comité adviezen uit op verzoek van de bedrijven die diensten van treinreizigersvervoer leveren die het voorwerp uitmaken van opdrachten van openbare dienst, op verzoek van de minister die de bevoegdheid over deze overheidsbedrijven heeft, op verzoek van de minister bevoegd voor de regulering van het spoorvervoer of op eigen initiatief van het Comité. Het Bureau kan op vraag van één of meerdere leden of externe democratische, representatieve instellingen initiatief nemen om een advies uit te brengen.
Artikel 17 Adviesprocedure 1° De adviesontwerpen mogen worden opgesteld door: - de voorzitter; - de vicevoorzitter; - een lid van het uitvoerend bureau; - de coördinator van een werkgroep. Laatstgenoemde kan zich laten bijstaan door een verslaggever die hij/zij zelf uit de leden van de werkgroep heeft aangesteld. In alle gevallen blijft de coördinator verantwoordelijk voor de opmaak van het ontwerpadvies.
De adviesontwerpen worden doorgestuurd naar het uitvoerend bureau dat ze afwerkt en ze inschrijft op de agenda van het Comité. Het secretariaat ziet erop toe dat het afgewerkte adviesontwerp wordt vertaald. 2° De adviesontwerpen zijn bestemd voor de plenaire vergaderingen om te worden voorgelegd aan alle leden van het Comité en om een collegiaal debat mogelijk te maken.Wanneer de termijn voor het uitbrengen van het advies het niet toelaat om het in een belegde plenaire vergadering te behandelen kan het ontwerpadvies via e-mail ter consultatie voorgelegd worden aan de leden. 3° De leden kunnen schriftelijke wijzigingen onder de vorm van een amendement aan een adviesontwerp voorstellen.Elk voorstel tot wijziging moet per e-mail naar alle leden van het Comité verstuurd worden. Elk voorstel tot wijziging onder de vorm van een amendement zal door het secretariaat individueel of gebundeld per e-mail of via een dataplatform overgemaakt worden aan alle leden van het Comité. 4° Idealiter worden de adviezen unaniem goedgekeurd.In het geval waarin geen eensgezindheid kan worden bereikt, roept de voorzitter een plenaire vergadering samen of beslist hij/zij de beraadslaging uit te stellen tot de eerstkomende reeds geplande plenaire vergadering. De voorzitter legt het advies op de plenaire vergadering ter stemming voor aan de aanwezige stemgerechtigde leden. In principe geldt dat de bespreking in plenaire zitting zich beperkt tot de wijzigingen. 5° Het advies wordt goedgekeurd volgens de procedure vastgelegd in artikel 15 van dit huishoudelijk reglement.Leden die niet akkoord gaan met de consensus kunnen dat op hun verzoek doen vermelden in voetnoot van het advies. Het staat hen uiteraard ook vrij via hun eigen communicatiekanalen hun standpunt te verspreiden. Het Comité zal steeds het consensusvoorstel communiceren.
Artikel 18 Dringende adviezen In geval van een met redenen omklede hoogdringendheid, kan de bevoegde minister advies vragen van het Comité om zich uit te spreken binnen een korte termijn. De minister kan deze termijn bij de adviesvraag vermelden, maar deze zal niet minder zijn dan tien werkdagen. Als werkdag wordt beschouwd iedere andere kalenderdag dan een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag.
Wanneer het Comité een dringende adviesaanvraag krijgt, of wanneer het Comité een advies op eigen initiatief wenst uit te brengen over een actuele kwestie die eveneens dringende aandacht vereist, brengt de voorzitter de leden van het uitvoerend bureau en alle leden van het Comité meteen op de hoogte.
Het uitvoerend bureau stelt de dringende aard vast, en staat in voor de opmaak van een advies met de hulp van de leden die zich daarvoor willen inzetten en zich hiervoor bij het secretariaat hebben aangemeld. Bij gebrek daaraan is het uitvoerend bureau belast met de voorbereiding van een advies.
Het advies wordt zo snel mogelijk per e-mail aan de leden bezorgd. De reactie van de leden wordt verwacht ten minste twee werkdagen voor de wettelijke termijn voor de mededeling van het dringende advies aan de bevoegde minister verstrijkt. Het uitblijven van een reactie van een lid binnen de voorgeschreven termijn wordt beschouwd als een stilzwijgende instemming.
In voorkomend geval kunnen op hun verzoek de namen van de organisaties die niet instemmen met het consensusvoorstel in een voetnoot bij het advies worden opgenomen en kan het afwijkend standpunt ook aan de minister worden bezorgd.
De volledige procedure voor de opmaak en goedkeuring van een als dringend aangemerkt advies kan ook op afstand, per e-mail, of nog, telefonisch en via videoconferentie verlopen. 7. EXTERNE COMMUNICATIE
Artikel 19 Vertegenwoordiging en communicatie van het comité De voorzitter en vicevoorzitter vertegenwoordigen het Comité.Enkel zij mogen in naam van het Comité spreken.
Ze zullen de betrokkenen (NMBS, Infrabel, de minister, derden die om advies vroegen) maar ook de reizigers en burgers over de inhoud van de uitgebrachte adviezen informeren. Ze zien er ook op toe dat enkel de door het Comité toegestane en goedgekeurde documenten deel uitmaken van de externe communicatie van het Comité.
De voorzitter en vicevoorzitter kunnen beslissen om extern te communiceren, in de mate dat de inhoud van de communicatie betrekking heeft op een goedgekeurd advies of een andere externe communicatie die gevalideerd is door het Comité. Er zal over gewaakt worden dat de communicatie qua inhoud en qua toon ook de eventuele diversiteit van de standpunten binnen het Comité weergeeft.
De publicatie van een advies kan het voorwerp uitmaken van een persmededeling en/of bericht op sociale media.
Wanneer daar reden voor is, mogen de voorzitter en vicevoorzitter deze opdrachten delegeren aan een lid van het uitvoerend bureau.
Het Comité kan gebruik maken van de verschillende sociale media om zijn adviezen en posities kenbaar te maken. De communicatie via sociale media zal gebeuren via een of meerdere RGCT-profielen en worden beheerd door de voorzitter of een persoon die hij/zij daarvoor een mandaat gaf.
Artikel 20 Verspreiding van de adviezen De adviezen die goedgekeurd zijn door het Comité worden vervolgens door het secretariaat doorgestuurd naar de bestemmelingen van het advies. Het secretariaat ziet er ook op toe dat het advies op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer wordt gepubliceerd.
Indien de communicatie over een advies gaat dat op vraag van een externe partij werd geformuleerd dan zullen de modaliteiten van de adviesvrager gerespecteerd worden. Indien daarover geen overeenkomst met die partij bestaat kan het Comté elke informatie naar buiten brengen die niet specifiek als vertrouwelijk werd aangeduid door de adviesvrager.
Bij adviezen op eigen initiatief engageert het Comité zich ertoe geen vertrouwelijke informatie te verspreiden. 8. SECRETARIAAT EN BRIEFWISSELING
Artikel 21 Rol van het secretariaat Het secretariaat is belast met de verzending van alle uitnodigingen en verslagen, van eventuele documentatie en van adviesontwerpen naar de betrokken leden. Het secretariaat stelt de verslagen op van de plenaire vergaderingen en van de vergaderingen van het Bureau. Elk ontwerpverslag moet ter controle aan de voorzitter en aan de leden van het uitvoerend bureau worden voorgelegd. Het secretariaat staat het uitvoerend bureau bij de uitwerking van het jaarlijkse activiteitenverslag bij.
Het secretariaat zorgt voor een online opslagruimte waarop alle interne documenten (ontwerpadviezen, notulen, enz.) worden geplaatst.
Deze ruimte is toegankelijk voor alle leden van het Comité.
Het secretariaat zorgt voor een website waarop alle publieke documenten (adviezen, jaarverslagen, enz.) gemakkelijk kunnen geraadpleegd worden, zowel door externen als door de leden zelf.
Artikel 22 Relatie tussen het secretariaat en het Comité Het secretariaat werkt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Er mag geen enkele ondergeschiktheid bestaan tussen het Comité en het personeel van de FOD Mobiliteit en Vervoer dat het secretariaat van het Comité verzorgt.
Artikel 23 Contactgegevens secretariaat Alle briefwisseling en elke mededeling met betrekking tot het Comité en zijn activiteiten worden gericht aan: RAADGEVEND COMITE VAN DE TREINREIZIGERS FOD Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid Vooruitgangstraat, 56 1210 BRUSSEL e-mail: CCVF-RGCT@mobilit.fgov.be Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 19 augustus 2024 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het raadgevend comité van de treinreizigers.
De Minister belast met de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen en bevoegd voor Infrabel, G. GILKINET