gepubliceerd op 06 september 2005
Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 8 van het koninklijk besluit van 23 september 2002 tot uitvoering van artikel 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft
19 AUGUSTUS 2005. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 8 van het koninklijk besluit van 23 september 2002 tot uitvoering van artikel 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, inzonderheid op artikel 59;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 2002 tot uitvoering van artikel 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan betreft, inzonderheid op artikel 8, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 6 december 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 januari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 mei 2005;
Gelet op het advies 38.497/1 van de Raad van State, gegeven op 16 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De jaarlijkse loonkost voor een personeelslid dat volledig of gedeeltelijk opteert voor het behoud van de arbeidsduur (Y1), zoals bedoeld in artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 23 september 2002 tot uitvoering van artikel 59 van de programmawet van 2 januari 2001 wat de maatregelen inzake vrijstelling van arbeidsprestaties en einde loopbaan betreft, bedraagt : 1° Vanaf 1 oktober 2002 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 42.215,05 euro - voor verzorgenden : 32.946,54 euro - voor gelijkgestelden : 31.098,23 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 43.154,76 euro - voor verzorgenden : 30.753,60 euro - voor gelijkgestelden : 36.921,94 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 47.735,19 euro - voor verzorgenden : 37.036,70 euro - voor gelijkgestelden : 42.491,25 euro. 2° Vanaf 1 oktober 2003 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 43.706,81 euro - voor verzorgenden : 34.124,51 euro - voor gelijkgestelden : 32.229,80 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 45.340,82 euro - voor verzorgenden : 33.303,86 euro - voor gelijkgestelden : 39.241,46 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 47.808,60 euro - voor verzorgenden : 37.093,14 euro - voor gelijkgestelden : 42.556,44 euro. 3° Vanaf 1 oktober 2004 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 43.706,81 euro - voor verzorgenden : 34.124,51 euro - voor gelijkgestelden : 32.229,80 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 45.340,82 euro - voor verzorgenden : 33.303,86 euro - voor gelijkgestelden : 39.241,46 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 47.808,60 euro - voor verzorgenden : 37.093,14 euro - voor gelijkgestelden : 42.556,44 euro. § 2. De jaarlijkse loonkost voor een personeelslid dat de uren vrijstelling compenseert (Y2), zoals bedoeld in artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, bedraagt : 1° Vanaf 1 oktober 2002 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 32.768,17 euro - voor verzorgenden : 30.022,42 euro - voor gelijkgestelden : 28.364,28 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 34.431,73 euro - voor verzorgenden : 29.023,51 euro - voor gelijkgestelden : 30.841,51 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 35.889,31 euro - voor verzorgenden : 32.088,66 euro - voor gelijkgestelden : 35.307,33 euro. 2° Vanaf 1 oktober 2003 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 34.081,29 euro - voor verzorgenden : 31.271,36 euro - voor gelijkgestelden : 29.574,55 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 37.409,44 euro - voor verzorgenden : 32.953,00 euro - voor gelijkgestelden : 33.657,14 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 36.104,06 euro - voor verzorgenden : 32.305,68 euro - voor gelijkgestelden : 35.521,22 euro. 3° Vanaf 1 oktober 2004 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 34.438,66 euro - voor verzorgenden : 32.167,39 euro - voor gelijkgestelden : 30.664,73 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 37.409,44 euro - voor verzorgenden : 32.953,00 euro - voor gelijkgestelden : 33.657,14 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 36.104,06 euro - voor verzorgenden : 32.305,68 euro - voor gelijkgestelden : 35.521,22 euro.
Art. 2.De jaarlijkse loonkost voor een personeelslid dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de voorlopige tegemoetkoming (Y), zoals bedoeld in artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit, bedraagt : 1° Vanaf 1 oktober 2002 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 32.768,17 euro - voor verzorgenden : 30.022,42 euro - voor gelijkgestelden : 28.364,28 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 34.431,73 euro - voor verzorgenden : 29.023,51 euro - voor gelijkgestelden : 30.841,51 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 35.889,31 euro - voor verzorgenden : 32.088,66 euro - voor gelijkgestelden : 35.307,33 euro. 2° Vanaf 1 oktober 2003 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 34.081,29 euro - voor verzorgenden : 31.271,36 euro - voor gelijkgestelden : 29.574,55 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 37.409,44 euro - voor verzorgenden : 32.953,00 euro - voor gelijkgestelden : 33.657,14 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 36.104,06 euro - voor verzorgenden : 32.305,68 euro - voor gelijkgestelden : 35.521,22 euro. 3° Vanaf 1 oktober 2004 : a) in het geval van een rustoord voor bejaarden, een centrum voor dagverzorging of een rust- en verzorgingstehuis : - voor verpleegkundigen : 34.438,66 euro - voor verzorgenden : 32.167,39 euro - voor gelijkgestelden : 30.664,73 euro b) in het geval van de diensten voor thuisverpleging en de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België : - voor verpleegkundigen : 37.409,44 euro - voor verzorgenden : 32.953,00 euro - voor gelijkgestelden : 33.657,14 euro c) in alle andere gevallen : - voor verpleegkundigen : 36.104,06 euro - voor verzorgenden : 32.305,68 euro - voor gelijkgestelden : 35.521,22 euro.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang : 1° vanaf 1 oktober 2002 voor artikel 1, § 1, 1° en § 2, 1°, en voor artikel 2, 1°;2° vanaf 1 oktober 2003 voor artikel 1, § 1, 2° en § 2, 2°, en voor artikel 2, 2°;3° vanaf 1 oktober 2004 voor artikel 1, § 1, 3° en § 2, 3°, en voor artikel 2, 3°. Brussel, 19 augustus 2005.
R. DEMOTTE