Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 augustus 1998
gepubliceerd op 04 september 1998

Ministerieel besluit houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de status "Aujeszky-vrij" voor bedrijven waar fokvarkens worden gehouden

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016196
pub.
04/09/1998
prom.
19/08/1998
ELI
eli/besluit/1998/08/19/1998016196/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 AUGUSTUS 1998. - Ministerieel besluit houdende voorwaarden betreffende het verwerven en behouden van de status "Aujeszky-vrij" voor bedrijven waar fokvarkens worden gehouden


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994 en 20 december 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1993 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de ziekte van Aujeszky, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 mei 1993, 7 augustus 1995 en 10 augustus 1998, inzonderheid op de artikelen 11, 12 en 13;

Gelet op het advies van de Raad van het Fonds voor de gezondheid en de produktie van de dieren van 9 mei 1995;

Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is onverwijld varkensbedrijven officieel als Aujeskzy-vrij te kunnen erkennen ten einde de exportmogelijkheden van de sector te vrijwaren, Besluit :

Artikel 1.De status "Aujesky-vrij", zoals bedoeld bij artikel 11 van het koninklijk besluit van 5 maart 1993 houdende maatregelen van diergeneeskun dige politie betreffende de ziekte van Aujeszky, wordt toegekend aan een bedrijf waar fokvarkens worden gehouden, onder de volgende voorwaarden : 1° De verantwoordelijke van het bedrijf waarvoor hij de status "Aujeszky-vrij" wenst te verwerven dient hiertoe een aanvraagformulier in waarvan een model is bijgevoegd in bijlage II, bij de inspecteur-dierenarts.2° De verantwoordelijke laat de fokdieren met een minimum leeftijd van 6 maanden van zijn bedrijf onderwerpen aan de onderzoeken verbonden aan de toegangstest bepaald in bijlage III.De staalnames vereist voor de onderzoeken worden uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts. Indien de resultaten van deze onderzoeken conform zijn met de voorwaarden bepaald in bijlage III, kan de verantwoordelijke laten overgaan tot de onderzoeken verbonden aan de aannemingstest bepaald bij lid 3°. 3° De verantwoordelijke laat de fokdieren met een minimumleeftijd van 6 maanden van zijn bedrijf onderwerpen aan de onderzoeken verbonden aan de aannemingstest bepaald in bijlage IVa of de verkorte aannemingstest bepaald in bijlage IVb.De staalnames vereist voor deze onderzoeken worden uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts. De resultaten van deze onderzoeken moeten alle gE-negatief zijn. 4° Aan de verantwoordelijken van de bedrijven die voldoen aan de voorwaarden voor het behalen van de status "Aujeszky-vrij" wordt door de Dienst het certificaat "Aujeszky-vrij" verleend.Een model van dit certificaat is opgenomen in bijlage I van dit besluit.

Art. 2.De status van "Aujeszky-vrij" bedoeld bij artikel 1 wordt behouden op voorwaarde dat de verantwoordelijke de fokdieren met een minimum leeftijd van 6 maanden van zijn bedrijf laat onderwerpen aan de onderzoeken verbonden aan de opvolgingstest bepaald in bijlage V. De staalnames vereist voor de onderzoeken, worden uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts. De resultaten van deze onderzoeken moeten alle gE-negatief zijn.

Art. 3.Indien gE-positieve resultaten bij de onderzoeken verbonden aan de opvolgingstest worden vastgesteld : 1° waarbij het aantal gE-positieve stalen niet hoger is dan 2, wordt een bijkomende bemonstering uitgevoerd bij 40, of indien er minder dan 40 zijn bij alle fokdieren met een minimum leeftijd van 6 maanden; indien na dit bijkomend onderzoek het totaal aantal gE positieve resultaten niet hoger is dan 2, blijft de status "Aujeszky-vrij" behouden indien de gE-positieve fokdieren onverwijld geslacht worden; 2° waarbij het aantal gE-positieve stalen hoger is dan 2, of indien na de bijkomende bemonstering bedoeld bij lid 1° het totaal aantal gE- positieve resultaten hoger is dan 2, wordt de status "Aujeszky-vrij" ingetrokken door de inspecteur-dierenarts.

Art. 4.§ 1. Indien de status "Aujeszky-vrij" werd ingetrokken als gevolg van de gE-positieve resultaten vastgesteld zoals beschreven in artikel 3, kan deze worden teruggewonnen : 1° hetzij doordat de verantwoordelijke de fokdieren met een minimum leeftijd van 6 maanden van zijn bedrijf opnieuw laat onderwerpen aan de onderzoeken verbonden aan de aannemingstest bepaald in bijlage IVa., conform artikel 1, lid 3°; 2° hetzij door het doorvoeren van een verkorte procedure : - waarbij alle fokdieren met een minimum leeftijd van 6 maanden worden bemonsterd waarna de verantwoordelijke de gE-positieve dieren onverwijld laat slachten en de gE-negatieve fokdieren laat herbemonsteren 1 maand na de eerstgenoemde bemonstering, en waarbij de status "Aujeszky-vrij" wordt herwonnen indien alle resultaten gE-negatief zijn; - of waarbij de verantwoordelijke alle fokdie ren met een minimum leeftijd van 6 maanden onverwijld laat slachten en zijn bedrijf herbevolkt met fokdieren afkomstig uit beslagen die beschikken over de status "Aujeszky-vrij" of waar de fokdieren bestemd voor de herbevolking bemonsterd werden conform de bepalingen van artikel 11, paragraaf 3, lid 2°, van het hierboven genoemd koninklijk besluit van 5 maart 1993. De status "Aujeszky-vrij" wordt herwonnen indien de resultaten van de eerstvolgende bemonstering in het kader van de opvolgingstest bedoeld bij artikel 2, alle gE-negatief zijn. § 2. Indien de status "Aujeszky-vrij" werd ingetrokken in toepassing van artikel 6 van het hierbovengenoemde koninklijk besluit van 5 maart 1993 kan deze worden teruggewonnen mits uitvoering van de toegangstest en de aannemingstest zoals bepaald in artikel 1.

Art. 5.De analyses van de monsters bedoeld bij artikelen 1 en 2 worden uitgevoerd door de erkende laboratoria binnen de grenzen van de daarin vastgelegde territoriale bevoegdheid, met de technische bijstand van het C.O.D.A., en uitsluitend met behulp van een diagnostische kit erkend door het C.O.D.A., en onder het gezag en de controle van de Dienst.

Art. 6.De erkende Verbonden tot bestrijding van dierenziekten zijn ertoe gehouden hun medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit besluit en van de richtlijnen van de Dienst, volgens de modaliteiten die hij voorschrijft.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de eerste maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Brussel, 19 augustus 1998.

K. PINXTEN

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^