gepubliceerd op 07 augustus 1999
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie
18 MEI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 23 december 1970 houdende goedkeuring van het besluit d.d. 21 april 1970 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende de vervanging van de financiële bijdragen van de lidstaten door eigen middelen van de Gemeenschappen;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wet van 11 april 1983 en bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1996;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 juni 1996;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2634/97 van 18 december 1997;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3886/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de premieregelingen waarin is voorzien bij verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 1244/82 en (EEG) nr. 714/89, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2502/97 van 15 december 1997;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 820/97 van 21 april 1997;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2015/95 van 21 augustus 1995;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989, en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat onverwijld maatregelen moeten genomen worden in de sector rundvlees teneinde de continuïteit van de financiering van de zoogkoeienpremie te verzekeren, Besluit :
Artikel 1.Artikel 8, § 2, eerste lid van het ministerieel besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie wordt vervangen door de volgende leden : « De aanvragen voor overdracht van premierechten moeten per aangetekende brief worden ingediend bij het provinciaal bureau van het Ministerie van Middenstand en Landbouw bij middel van een officieel formulier dat op dit bureau beschikbaar is.
De uiterste datum voor de indiening van de aanvragen is : - 28 februari 1997, voor de campagne 1997; - 30 november 1997, voor de campagne 1998; - 31 oktober van het voorafgaande jaar vanaf de campagne 1999. »
Art. 2.Artikel 10, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende leden : « Om de premie te kunnen bekomen moet de producent een premieaanvraag indienen bij middel van een officieel formulier. Dit formulier wordt ambtshalve bezorgd aan elke producent die over premierechten beschikt.
De indiening van de premieaanvragen dient te gebeuren in de periode : - van 1 november 1996 tot 6 december 1996 voor de campagne 1996; - van 1 maart 1997 tot 31 mei 1997 voor de campagne 1997; - van 1 februari 1998 tot 30 juni 1998 voor de campagne 1998; - van 1 januari tot 30 juni van het betreffende jaar, vanaf de campagne 1999. »
Art. 3.Een artikel 12bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «
Artikel 12bis.Op straf van uitsluiting moet het bezwaar tegen de beslissingen van de bevoegde diensten van het Bestuur voor het landbouwproductiebeheer (DG3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw tot uitvoering van het koninklijk besluit en van de uitvoeringsbesluiten ervan per angetekend schrijven, op straf van nietigheid, ingediend worden bij de Directeur-generaal van het Bestuur DG3 van dit Ministerie binnen de maand die volgt op de mededeling van de beslissing. »
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1997 en van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996.
Brussel, 18 mei 1999.
K. PINXTEN