Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 december 2002
gepubliceerd op 14 februari 2003

Ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035166
pub.
14/02/2003
prom.
18/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/18/2003035166/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants


De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2002 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants van 21 december 2001;

Gelet op het ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants van 28 juni 2002;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : Enig artikel. De bijlage XII : Module nummer 10 betreffende de subsidiëring van de herinrichting van schoolomgevingen van het ministerieel besluit van 28 juni 2002 betreffende de mobiliteitsconvenants wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

Brussel, 18 december 2002.

S. STEVAERT

Bijlage XII Vaststelling van het model van module 10 betreffende de subsidiëring van de herinrichting van schoolomgevingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze module hoort bij de koepelmodule ...............1/2, hierna de koepelmodule te noemen.

Art. 2.Voorwerp van deze overeenkomst Met deze module verbinden de partijen er zich toe de omgeving van een school, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een gewestweg, herin te richten om de verkeersveiligheid van de schoolgaande jeugd en verplaatsingen te voet, met de fiets, het openbaar vervoer of in carpool te bevorderen.

Onder schoolomgeving wordt verstaan, het wegvak ter hoogte van de schoolingang(en) die aan de gewestweg palen, tot op maximaal 200 meter van de schoolingang(en) en, in voorkomend geval, het wegvak ter hoogte van de schoolingang(en) die palen aan de zijstraten van die gewestweg tot op maximaal 200 meter van de schoolingang(en) en het kruispunt van die schoolzijstraten met de gewestweg.

Het herstel van het evenwicht tussen de verschillende categorieën verkeersdeelnemers staat centraal. Concreet betekent dit onder meer snelheidsbeheersing, verbetering van de oversteekbaarheid, een betere bescherming van de fietsers en voetgangers, reductie van parkeermogelijkheid in de directe schoolomgeving en creatie van veilige afzetmogelijkheden voor kinderen die met de auto worden gebracht.

Art. 3.Verbintenissen vanwege het gewest § 1. Het gewest verbindt zich ertoe om de herinrichting van de schoolomgeving langs de gewestweg nr. ...............1, tussen kilometerpunt ............... 1 en ............... 1 te subsidiëren, met uitzondering van de kosten die door de lokale overheid worden gedragen zoals bepaald in artikel 4, § 2. § 2. De tegemoetkoming bedraagt respectievelijk 100 %van de reële kostprijs voor werkzaamheden op het domein van het gewest, inclusief de studiekosten, en, in voorkomend geval, 50 %van de reële kostprijs voor werkzaamheden op het domein van de lokale overheid, inclusief de studiekosten. Tot de reële kostprijs van de werkzaamheden behoren onder meer : 1° de onteigeningskosten;2° eventuele verrekeningen, bijakten of bijwerken;3° BTW voor de werkzaamheden op het domein van het gewest of van de lokale overheid. De tegemoetkoming wordt in twee schijven uitbetaald. Een eerste schijf ten belope van de helft van de geraamde gewestbijdrage wordt uitbetaald bij de betekening van de opdracht aan de aannemer. Die schijf wordt evenwel slechts uitbetaald op voorwaarde dat alle bijlagen aan deze module toegevoegd werden en na goedkeuring van het project door de auditcommissie. Een tweede schijf ten belope van het saldo van de gewestbijdrage wordt betaald op basis van de goedgekeurde eindafrekeningen na de voorlopige oplevering van de werken. § 3. Het gewest verbindt zich ertoe om deel te nemen aan overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier. Hiervoor wijst het gewest een verantwoordelijke ambtenaar aan.

Art. 4.Verbintenissen vanwege de lokale overheid § 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om voor rekening van het gewest te zorgen voor het volledige ontwerp (met inbegrip van de onteigeningsplannen), aanbesteding en voortgangscontrole van de werkzaamheden die nodig zijn voor de in artikel 3, § 1, van deze module bedoelde infrastructuur. De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op ondersteuning door een extern studiebureau.

De lokale overheid verbindt zich ertoe om het ontwerp op te stellen met als referentie de publicatie « Schoolroutes en omgevingen » van het gewest. De lokale overheid stelt het ontwerp op in nauw overleg met de inrichtende macht, de ouders, de scholieren en de buurtbewoners. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de kosten voor haar rekening te nemen die verbonden zijn aan de volgende deelaspecten van de herinrichting van de schoolomgeving : 1° 50 % van de reële kostprijs voor werkzaamheden op het domein van de lokale overheid, inclusief de studiekosten;2° levering en plaatsing van nieuwe stoepverharding en onderhoud ervan;3° levering en plaatsing van het straatmeubilair en onderhoud ervan;4° levering en plaatsing van het groen en onderhoud ervan. Artikel 4, § 2, 2°, 3° en 4° hebben betrekking op levering en plaatsing zowel op het domein van het gewest als op het domein van de lokale overheid. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om alle onderhandelingen met de bevolking te voeren die kunnen bijdragen tot de snellere terbeschikkingstelling van gronden die niet tot het openbaar domein behoren. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de gronden waarover ze beschikt en die nodig zijn voor de in artikel 3, § 1, van deze module bedoelde infrastructuur kosteloos ter beschikking te stellen. § 5. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanbesteding alleen op te starten nadat de auditcommissie het ontwerp heeft goedgekeurd.

Het ontwerp wordt toegelicht door de lokale overheid of haar studiebureau. De toelichting van het ontwerp omvat minstens de volgende gegevens : 1° een analyse van de reële en de gewenste schooltrajecten voor de verschillende vervoerswijzen;2° de formulering van de verkeersproblemen, een analyse van mogelijke oplossingen en een afweging van hun impact op de veiligheid en de bereikbaarheid te voet, per fiets of per bus;3° de te nemen maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden. § 6. De lokale overheid organiseert overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier.

Hiervoor wijst de lokale overheid een verantwoordelijke ambtenaar aan.

De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op de ondersteuning door een extern studiebureau. § 7. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van het evenwicht tussen de verschillende categorieën verkeersdeelnemers ter hoogte van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening. § 8. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module.

Art. 5.Verbintenissen vanwege de school § 1. De school verbindt zich ertoe een schoolvervoerplan op te stellen met een visie op korte en lange termijn en een reeks van concrete acties op het vlak van informatie, vervoersorganisatie en sensibilisatie.

Er wordt onder meer aandacht geschonken aan het organiseren van de toegangen tot de school, het op- en afhalen van de scholieren, het voorzien van voldoende en veilige fietsstallingen, het parkeren en halteren van de schoolbus, het begeleiden van de scholieren naar de dichtst bijzijnde halte van het openbaar vervoer, de inzet van gemachtigde opzichters, het langparkeren van de leerkrachten en het organiseren van een carpool, schoolpool of fietspool. Er wordt aandacht geschonken aan niet-infrastructurele maatregelen zoals informatie, advies, sensibilisatie, transportgebonden producten en diensten.

Het schoolvervoerplan wordt samen met de verantwoording van het project voorgelegd aan de auditcommissie. Het schoolvervoerplan gaat als bijlage bij deze module. § 2. De school verbindt zich ertoe om in samenwerking met de ouders periodieke sensibiliseringsacties te organiseren ter ondersteuning van het schoolvervoerplan. § 3. De school verbindt zich ertoe om de lokale overheid te adviseren bij de opmaak van het ontwerp.

Art. 6.Verbintenissen vanwege de ouders § 1. De ouders verbinden zich ertoe om mee te werken aan de opmaak van het schoolvervoerplan. § 2. De ouders verbinden zich ertoe om in samenwerking met de school periodieke sensibiliseringsacties te organiseren ter ondersteuning van de uitvoering van het schoolvervoerplan. § 3. De ouders verbinden zich ertoe om de lokale overheid te adviseren bij de opmaak van het ontwerp.

Art. 7.Verbintenissen vanwege de scholieren § 1. De scholieren verbinden zich ertoe om mee te werken aan de opmaak van het schoolvervoerplan. § 2. De scholieren verbinden zich ertoe om hun ouders te sensibiliseren mee te werken aan de uitvoering ervan. § 3. De scholieren verbinden zich ertoe om de lokale overheid te adviseren bij de opmaak van het ontwerp.

Art. 8.Verbintenissen vanwege de VVM § 1. De VVM verbindt er zich toe om de andere partijen te adviseren over de organisatie van het openbaar vervoer bij de herinrichting van de schoolomgeving. § 2. De VVM verbindt er zich toe om voor de duur van de werken de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de halte-inplantingen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.

Art. 9.Evaluatie § 1. Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant ................1/2, heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de beoogde verhoging van de verkeersveiligheid en het bevorderen van alternatieve verplaatsingswijzen voor de auto in het kader van het woon-schoolverkeer. De evaluatie door de commissie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgesteld evaluatieverslag. § 2. Het schoolvervoerplan wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd.

Art. 10.Sancties § 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.

Art. 11.Bijlagen (worden pas na de ondertekening toegevoegd) De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.

Voetnoot 1. Vul nummer in.2. Vul datum in.3. Vul in.4. Herhaal deze rubriek voor elke andere bijlage. Bijlagen Bijlage 1 : de verantwoording voor het project (art. 4, § 5) Bijlage 2 : het schoolvervoerplan (art. 5, § 1) Bijlage ................ 1 : ................ 3/4 Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie betreffende de mobiliteitsconvenants van 18 december 2002.

Brussel, 18 december 2002.

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

^