18 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de rekenplichtigen van de fiscale administraties

De Minister van Financien, Gelet op de artikelen 61, 62 en 63 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juni 1991;

Gelet op de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 10 maart 1866 betreffende de borgtochten der rekenplichtigen en der andere leden van het Rijkspersoneel;

Gelet op artikel 42 van het ministerieel besluit van 27 maart 1935 tot uitvoering van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935, tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas;

Gelet op het ministerieel besluit van 31 maart 1994 tot vaststelling van het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de rekenplichtigen van de fiscale administraties;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende : - dat dit besluit minimumbedragen in euro vastlegt die vanaf 1 januari 2002 van toepassing zijn; - dat de betrokkenen zo spoedig mogelijk moeten worden in kennis gesteld van de terzake genomen maatregelen; - dat dit besluit dus onverwijld moet worden getroffen, Besluit :

Artikel 1.Het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de rekenplichtigen van de fiscale administraties, met uitzondering van de hypotheekbewaarders, wordt eenvormig vastgesteld op 25,00 EUR.

Art. 2.De door de hypotheekbewaarders te stellen borgtocht wordt vastgesteld op 750,00 EUR.

Art. 3.Alle ambtenaren van de fiscale administraties die zullen worden aangewezen om te interimaire titel een rekenplichtige functie uit te oefenen, kunnen slechts in die functie worden aangesteld nadat zij een borgtocht van 12,50 EUR hebben gesteld.

Art. 4.Als overgangsbepaling worden de bedragen opgenomen in de artikelen 1 tot 3 hiervoor respectievelijk vastgesteld op 24,79 EUR, 743,68 EUR en 12,39 EUR voor de rekenplichtigen van het Departement van Financiën die deze borgtochten hebben verstrekt voor 1 januari 2002.

Art. 5.Het ministerieel besluit van 31 maart 1994 tot vaststelling van het het minimumbedrag van de borgtocht te stellen door de rekenplichtigen van de fiscale administraties wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 7.De Secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 december 2001.

D. REYNDERS