gepubliceerd op 21 mei 2004
Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de verklaring bedoeld bij artikel 116, § 6, van het Kieswetboek af te leggen door de kandidaten voor de verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, tot vaststelling van het model van de aangiften van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda en van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, en tot vaststelling van het ontvangstbewijs van die aangiften
17 MEI 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de verklaring bedoeld bij artikel 116, § 6, van het Kieswetboek af te leggen door de kandidaten voor de verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, tot vaststelling van het model van de aangiften van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda en van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, en tot vaststelling van het ontvangstbewijs van die aangiften
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het Kieswetboek, inzonderheid op artikel 116, § 6, gewijzigd bij de wetten van van 19 mei 1994, 10 april 1995, 19 november 1998, 27 december 2000, 13 december 2002 en 2 april 2003;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 31, § 5, eerste lid, vervangen bij de wet van 25 april 2004;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 22, § 5, eerste lid, gewijzigd bij de bijzondere wet van 25 april 2004;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 44, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993, 16 december 1996 en 7 januari 2002;
Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, inzonderheid op de artikelen 7 en 11, gewijzigd bij de wet van 25 april 2004;
Gelet op de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid, inzonderheid op de artikelen 7 en 11, gewijzigd bij de wet van 25 april 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat artikel 7 van de voormelde wetten van 19 mei 1994 het voormelde artikel 116, § 6, van het Kieswetboek van toepassing verklaart voor de verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden; dat dit artikel zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers ertoe verplicht zich er schriftelijk, in hun akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen toe te verbinden om de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruikt hebben om die uitgaven te dekken, aan te geven binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen, de stavingsstukken betreffende deze verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de verkiezingen te bewaren, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren; dat de akten van bewilliging van hun kandidaatstellingen, wanneer het gaat om de verkiezingen die gehouden zullen worden op 13 juni 2004 voor het Europees Parlement, ingediend zullen moeten worden bij de voorzitter van het collegehoofdbureau samen met de akten van voordracht van de kandidaatstellingen; dat het model van die verklaring en van de aangiften derhalve onverwijld bepaald moet worden, Besluit :
Artikel 1.De verklaring die bij de akte van bewilliging van kandidaatstellingen moet worden gevoegd en waarin de kandidaten voor de verkiezing van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden zich ertoe verbinden de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken aan te geven binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen, de stavingsstukken betreffende deze verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de verkiezingen te bewaren, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 125 euro en meer gedaan hebben, te registreren, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Art. 2.De aangiften tot vastlegging van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten aangewend hebben voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen die de kandidaten gebruiken om de bedoelde uitgaven te dekken, worden opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
Art. 3.Het ontvangstbewijs van de aangiften bedoeld in artikel 2 wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.
Art. 4.De registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die ter financiering van de verkiezingsuitgaven giften van 125 euro en meer hebben gedaan wordt opgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.
Brussel, 17 mei 2004.
P. DEWAEL
Bijlage 1 VERKLARING IN AKTE VAN BEWILLIGING Verkiezingen van 13 juni 2004 voor het Europees Parlement en de Raden Wij ondergetekenden, bewilligende kandidaten, zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers, verbinden ons ertoe overeenkomstig artikel 116, § 6, van het Kieswetboek : 1° de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven in acht te nemen;2° de aangiften van onze verkiezingsuitgaven en van de herkomst van de geldmiddelen die daaraan zijn besteed, tegen ontvangstbewijs, binnen vijfenveertig dagen na de verkiezingen aan te geven bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring of bij de voorzitter van het collegehoofdbureau van het Nederlandse kiescollege;3° de stavingsstukken betreffende onze verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de datum van de verkiezingen te bewaren. Voor zover in onze aangifte van de herkomst van de geldmiddelen giften worden vermeld, verbinden wij er ons bovendien toe om de identiteit van de natuurlijke personen die, ter financiering van de verkiezingsuitgaven, giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren, vertrouwelijk te houden en, binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen, aan te geven aan de federale Controlecommissie die toeziet op de naleving van deze verplichting overeenkomstig artikel 11 van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en/of aan de Raad (of het door hem aangewezen orgaan) die toeziet op de naleving van deze verplichting overeenkomstig artikel 11 van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid.
Wij weten dat wij gestraft kunnen worden overeenkomstig artikel 181 van het Kieswetboek, indien de uitgaven of de financiële verbintenissen die inzake verkiezingspropaganda ten bate van ons zijn gedaan of aangegaan, hetzij door onszelf, hetzij door derden, niet aangegeven worden bij de voorzitter van het betrokken hoofdbureau of slechts aangegeven worden na het verstrijken van de termijn van vijfenveertig dagen na de verkiezingen, indien die uitgaven of verbintenissen de maximumbedragen overschrijden die zijn bepaald in artikel 2, §§ 2 en 3, van de voormelde wetten, of indien wij de in artikel 5 van dezelfde wetten gestelde bepalingen overtreden.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.
De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Bijlage 2 VERKIEZINGEN VOOR DE .. (betrokken vergadering) 13 juni 2004 AANGIFTEFORMULIER (1) Wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement.
Wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid.
Gelieve bij het invullen van dit formulier de voetnoten aandachtig te lezen en, indien mogelijk, het vademecum te raadplegen dat de parlementaire Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen heeft opgesteld naar aanleiding van de parlementsverkiezingen van 18 mei 2003 en dat van overeenkomstige toepassing werd verklaard voor de verkiezing van 13 juni 2004 (stuk Kamer, nr. 50-2461/1 en Senaat, nr. 2-1600/1) (dit vademecum is ook on line beschikbaar op de websites van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat : www.dekamer.be, nr. 51-1046/1, en www.senate.be, 3-646/1) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C. VARIA (17) 1. Boegbeeld (18) Hierbij bevestig ik dat mijn partij mij als boegbeeld heeft aangewezen overeenkomstig artikel 2, § 1, laatste lid, van de wet van 4 juli 1989.Als bijlage gaat het stavingsstuk uitgaande van de partij. 2. Ondersteuning van de individuele verkiezingscampagne door de partij (de zogenaamde 25 procent - 10 procent-regeling) (19) Overeenkomstig artikel 2, § 1, derde lid, van de wet van 19 mei 1994 kan de partij 25 procent van het maximumbedrag van 1 miljoen euro dat zij aan verkiezingsuitgaven mag spenderen, aan haar kandidaten toewijzen.Van die 25 procent mag zij vervolgens maximaal slechts 10 procent aan een enkele kandidaat toewijzen. Deze laatste mag dit bedrag dan naar eigen goeddunken spenderen aan zijn individuele verkiezingscampagne. Hij of zij hoeft dit bedrag niet in zijn of haar eigen verkiezingsaangifte op te geven. Dat dient de partij te doen.
Wel dient de betrokken kandidaat pro memorie de betrokken uitgaven in zijn aangifte mee te delen.
Hierbij bevestig ik pro memorie dat mijn partij mij, binnen de door artikel 2, § 1, derde lid, van de wet van 19 mei 1994 bepaalde grenzen, een bedrag van ............................................. heeft toegekend om er mijn individuele verkiezingscampagne mee te financieren.
Aantal bijlagen (iedere bijlage dient genummerd en geparafeerd te worden) : Datum en handtekening, Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.
De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) U dient dit aangifteformulier, zelfs wanneer u geen verkiezingsuitgaven heeft verricht, ingevuld en ondertekend, binnen vijfenveertig dagen na de verkiezingen, aan te geven bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring of van het kiescollege.Er zal u dan een ontvangstbewijs worden overhandigd of toegezonden. Het verzuim om deze aangifte in te dienen, vormt een misdrijf waarvoor u kunt worden vervolgd, met als mogelijke straf : gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en/of geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro. (2) Indien u geen enkele uitgave voor verkiezingspropaganda heeft verricht, dient u enkel deze rubriek in te vullen.(3) U dient de stavingsstukken betreffende uw verkiezingsuitgaven (zoals facturen enzovoort) en de herkomst van de geldmiddelen die u daaraan heeft besteed, gedurende twee jaar na de verkiezingen te bewaren.(4) De campagne dient gevoerd te worden met inachtneming van de wetgeving inzake bescherming van de privacy (zie de nota's en het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die als bijlage bij het vademecum van de Controlecommissie zijn gepubliceerd).(5) Wanneer u zich tegelijkertijd kandidaat stelt voor de verkiezing van het Europees Parlement en voor deze van een Gewest- of Gemeenschapsraad, mag u de voor elk van deze verkiezingen geldende maximumbedragen niet cumuleren.Alleen het hoogste maximumbedrag, d.w.z. het bedrag dat geldt voor de verkiezing van het Europees Parlement, wordt in aanmerking genomen. (6) Indien u door uw politieke partij als de bijkomende kandidaat bent aangewezen die overeenkomstig artikel 2, § 2, 1°, van de wetten van 19 mei 1994 het verhoogde maximumbedrag mag uitgeven, dient u deze schriftelijke aanwijzing als bijlage bij deze aangifte te voegen.(7) Wanneer u tezamen met andere kandidaten van uw lijst een gemeenschappelijke verkiezingscampagne voert, dient u met hen vooraf schriftelijk te bepalen welk gedeelte ieder van u zal aangeven.U dient een kopie van deze overeenkomst bij uw aangifte te voegen. (8) Wanneer u gevraagd wordt iets te preciseren, gelieve dat dan op een bijlage te doen.Elke bijlage dient te worden genummerd, gedateerd en ondertekend. (9) Zie voetnoot 8.(10) Zie voetnoot 8.(11) Wanneer u zelf borden maakt of aankoopt, dan mag u de kostprijs daarvan afschrijven over drie verkiezingen waaraan u deelneemt, ongeacht welke, met een minimum van een derde van de uitgave per verkiezing.Indien u deze borden huurt, dient u de huurprijs in zijn geheel aan te geven. Deze huurprijs dient commercieel verantwoord te zijn (bv. een derde van de kostprijs). Het gebruik van volledig afgeschreven borden dient niet te worden aangegeven. (12) Zie voetnoot 8.(13) Zie voetnoot 8.(14) U dient de identiteit van de schenker en het van hem ontvangen bedrag te registreren en binnen vijfenveertig dagen na de verkiezingen op het bijgevoegde formulier rechtstreeks aan te geven bij, wat de verkiezing van het Europees Parlement betreft, de federale Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen (Kamer van volksvertegenwoordigers, Secretariaat van de Controlecommissie verkiezingsuitgaven, Natieplein 2, 1008 Brussel) en, wat de verkiezingen van de Raden betreft, bij de betreffende Raad of het door hem aangewezen orgaan.Aangezien deze gegevens strikt vertrouwelijk zijn, mogen ze dus niet worden meegedeeld aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring of van het kiescollege en mogen ze dus niet worden geraadpleegd door de kiezers. (15) Zie voetnoot 14.(16) Zie voetnoot 14.(17) De twee volgende rubrieken betreffen slechts een gering aantal kandidaten.Indien ze op u niet van toepassing zijn, gelieve ze dan te willen doorhalen. (18) Deze informatie zal ook aan uw partij worden gevraagd.(19) Deze informatie zal ook aan uw partij worden gevraagd. Bijlage 3 ONTVANGSTBEWIJS (1) Hierbij bevestigt ondergetekende dat de heer/Mevrouw (2) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.
De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) U dient zelf de gegevens in het kader in te vullen.(2) Schrappen wat niet past. Bijlage 4 Overzicht houdende registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die giften doen van 125 euro en meer aan kandidaten Ik ondergetekende, die mij kandidaat gesteld heb voor de verkiezingen van 13 juni 2004 met het oog op de vernieuwing van ........................ (hier de benaming van de betrokken vergadering(en) opgeven, namelijk het Europees Parlement, de Vlaamse Raad of de Brusselse Hoofdstedelijke Raad) en die in die hoedanigheid op plaats ............................ (hier de op de lijst bezette rang opgeven, hetzij voor de effectieve mandaten, hetzij voor de plaatsvervangende mandaten) gestaan heb op de lijst ... (hier het letterwoord en de volledige benaming van de lijst opgeven) voor het kiescollege ............................. (1) of in de kieskring .................... (hier de benaming van de betrokken kieskring opgeven en, in geval van kandidaatstelling voor meer dan één verkiezing bij gelijktijdige verkiezingen voor de vernieuwing van meerdere vergaderingen, voor elk van hen de voormelde inlichtingen opgeven, namelijk de bezette rang op de lijst, de aard van de kandidaatstelling, voor de effectieve mandaten of voor de plaatsvervangende mandaten, het letterwoord en de volledige benaming van de lijst, evenals het kiescollege (1) en de benaming van de kieskring waarin de kandidatuur ingediend is), verklaar op mijn erewoord van de hieronder vermelde natuurlijke personen ter financiering van mijn verkiezingscampagne voor de verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden de giften van 125 euro en meer ontvangen te hebben, waarvan de lijst bij dit overzicht gevoegd is (2).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gedaan te ................, op .................... (Handtekening) (naam, voornaam, hoedanigheid en volledig adres van de persoon die de verklaring aflegt) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.
De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) Voor de verkiezing van het Europees Parlement het kiescollege opgeven waarvoor de kandidatuur ingediend werd, namelijk het Nederlandse kiescollege.(2) De bijgevoegde tabel invullen in de volgorde van ontvangst van de giften.(3) Hier de naam en voornamen, nationaliteit en volledig adres (straat, nummer en gemeente van hoofdverblijfplaats) vermelden van de persoon die de gift doet. (4) Hier het juiste bedrag van de gift in euro opgeven of, als het niet gaat om een gift in geld, haar tegenwaarde in euro, voor zover zij redelijkerwijs op ten minste 125 euro geschat moet worden.