gepubliceerd op 25 juni 2015
Ministerieel besluit tot vaststelling van buitengewone productievoorschriften voor het gebruik van niet-biologisch vegetatief teeltmateriaal
VLAAMSE OVERHEID
Landbouw en Visserij
17 JUNI 2015. - Ministerieel besluit tot vaststelling van buitengewone productievoorschriften voor het gebruik van niet-biologisch vegetatief teeltmateriaal
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Gelet op verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91, het laatst gewijzigd bij de verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013;
Gelet op verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft, het laatst gewijzigd bij de uitvoeringsverordening (EU) nr. 1358/2014 van de Commissie van 18 december 2014;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1° en 2° ;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 20/02/2009 numac 2009035162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten sluiten betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten, artikel 10, § 3, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 2015;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 maart 2015;
Gelet op advies 57.466/3 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities en algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° biologische stekgrond : de stekgrond die is samengesteld conform bijlage I van verordening 889/2008 of grond die afkomstig is van percelen die de omschakelperiode hebben doorlopen of een combinatie daarvan;2° niet-toegelaten middelen : de middelen die niet opgenomen zijn in bijlage I of II van verordening 889/2008;3° stek : het plantenonderdeel dat nog geen wortels heeft en dat bedoeld is om gestekt te worden met het oog op het uitgroeien tot een volwaardige productieplant;4° plugplant : de plant die ontstaat nadat een stek gestekt werd in stekgrond.Een plugplant wordt ook wel minitray, misted tip of plante motte genoemd; 5° verse plant : volledig ontwikkelde plant die op het moederveld ontstaan is uit een stek die ter plaatse ingeworteld is.Een verse plant wordt ook wel groene plant of plant met naakte wortel genoemd.
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op het gebruik van vegetatief teeltmateriaal in de biologische productiemethode, met uitzondering van pootaardappelen.
Art. 3.Conform artikel 45, lid 1, b), van verordening 889/2008 moet er gebruikgemaakt worden van biologisch vegetatief teeltmateriaal voor een bepaald ras als er voor dat ras vegetatief teeltmateriaal in de biologische vorm beschikbaar is.
Biologisch vegetatief teeltmateriaal wordt als beschikbaar beschouwd als het ras geregistreerd is in de databank, vermeld in artikel 48 van verordening 889/2008.
De rassen waarvan biologisch geproduceerd vegetatief teeltmateriaal beschikbaar is, worden op verzoek van de leverancier in de databank opgenomen.
Art. 4.Als er voor een bepaald ras geen biologisch vegetatief teeltmateriaal beschikbaar is, is het gebruik van vegetatief teeltmateriaal dat niet overeenkomstig de biologische productiemethode is verkregen, alleen toegestaan als aan de bepalingen van dit besluit, het besluit van de Vlaamse Regering 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten en aan de bepalingen van verordening 834/2007 en de uitvoeringsbepalingen ervan is voldaan.
Art. 5.De marktdeelnemer die niet-biologisch vegetatief teeltmateriaal wil gebruiken, meldt dat voor het gebruik ervan aan zijn controleorgaan.
De melding, vermeld in het eerste lid, bevat minstens de volgende gegevens : 1° de contactgegevens van de marktdeelnemer;2° de naam van het gewenste gewas, en het ras en de hoeveelheid ervan. HOOFDSTUK 2. - Bijkomende specifieke bepalingen voor het gebruik van niet-biologisch vegetatief teeltmateriaal voor de productie van biologische aardbeien
Art. 6.De marktdeelnemer die niet-biologische stekken van aardbeiplanten of niet-biologische verse aardbeiplanten aankoopt, moet de melding, vermeld in artikel 5, doen.
Art. 7.In dit artikel wordt verstaan onder junidrager : de kortedagaardbeiplant waarvan de bloemaanleg vanaf september gebeurt en de oogst onder natuurlijke groeiomstandigheden in juni valt.
In geval van junidragers is het gebruik van niet-biologische stekken alleen toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° de stekken werden gestekt in biologische stekgrond en werden vervolgens niet behandeld met niet-toegelaten middelen;2° de daaruit voortgekomen plugplanten worden vervolgens voor 1 september geplant op een perceel dat de omschakelingsperiode heeft doorlopen;3° de verdere productie gebeurt volledig conform de biologische productiemethode. In geval van junidragers is het gebruik van niet-biologische verse planten alleen toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° de verse planten worden voor 1 september geplant op een perceel dat de omschakelingsperiode doorlopen heeft;2° na het planten gebeurt de verdere productie volledig conform de biologische productiemethode.
Art. 8.In geval van doordragers is het gebruik van niet-biologische stekken van het desbetreffende ras alleen toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° de stekken werden gestekt in biologische stekgrond en werden vervolgens niet behandeld met niet-toegelaten middelen;2° de daaruit voortgekomen plugplanten worden vervolgens voor 1 november geplant op een perceel dat de omschakelingsperiode doorlopen heeft;3° de plugplanten worden vanaf het moment dat ze geplant zijn, volledig conform de biologische productiemethode geteeld. In het eerste lid wordt verstaan onder doordrager : de dagneutrale aardbeiplant die bloemen aanlegt bij een minimale temperatuur van 12 ° C, waardoor de oogst over een langere periode valt. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2015.
Brussel, 17 juni 2015.
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE