Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 juli 1997
gepubliceerd op 06 september 1997

Ministerieel besluit betreffende de erkenning van installateurs van huisschakelaars en van installateurs voor eigen rekening

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014178
pub.
06/09/1997
prom.
17/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/17/1997014178/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 1997. Ministerieel besluit betreffende de erkenning van installateurs van huisschakelaars en van installateurs voor eigen rekening


De Minister van Telecommunicatie, Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 94, § 2, gewijzigd bij de wetten van 12 december 1994 en 20 december 1995, en § 4;

Overwegende het koninklijk besluit van 17 juli 1997 betreffende de aansluiting van huisschakelaars op de openbare telecommunicatie-infrastructuur;

Gelet op het voorstel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 maart 1995;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, van 9 mei 1995;

Overwegende dat nieuwe regels dienen uitgewerkt met betrekking tot de erkenning van installateurs van huisschakelaars sedert de hervorming van de Regie van telegrafie en telefonie tot de naamloze vennootschap van publiek recht BELGACOM, Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon gevestigd in één van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap of in één van de Lid-Staten van de Europese Vrijhandels Associatie, ondertekenaars van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, kan een aanvraag indienen ten einde de erkenning te verkrijgen van installateur van huisschakelaars.

Iedere in het Koninkrijk gevestigde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging, kan een aanvraag indienen om de erkenning te verkrijgen om als installateur voor eigen rekening zelf een huisschakelaar voor eigen gebruik te installeren.

Art. 2.De aanvraag om erkenning moet bij ter post aangetekende brief worden gericht aan het Instituut.

Art. 3.Om als volledig te worden beschouwd moet een dossier van aanvraag om erkenning van installateur van huisschakelaars de volgende gedagtekende en ondertekende inlichtingen en bescheiden bevatten : 1° het behoorlijk ingevulde aanvraagformulier, zoals opgenomen in bijlage I bij dit besluit;2° alle documenten en inlichtingen ten einde te bewijzen dat de aanvrager voldoet aan de in dit besluit opgenomen erkenningsvoorwaarden.Deze documenten en inlichtingen dienen duidelijk van elkaar gescheiden te worden door telkens melding te maken van het punt waarop zij betrekking hebben; 3° de behoorlijk ingevulde samenvattende staat, zoals opgenomen in bijlage II bij dit besluit. Om als volledig te worden beschouwd moet een dossier van aanvraag om erkenning van installateur voor eigen rekening de volgende gedagtekende en ondertekende inlichtingen en bescheiden bevatten : 1° het behoorlijk ingevulde aanvraagformulier, zoals opgenomen in bijlage III bij dit besluit;2° alle documenten en inlichtingen ten einde te bewijzen dat de aanvrager voldoet aan de in dit besluit opgenomen bekwaamheidsvereisten.Deze documenten en inlichtingen dienen duidelijk van elkaar gescheiden te worden door telkens melding te maken van het punt waarop zij betrekking hebben; 3° de behoorlijk ingevulde samenvattende staat, zoals opgenomen in bijlage IV bij dit besluit;4° verklaring waarbij de aanvrager aanduidt zelf voor het onderhoud van zijn installatie in te zullen staan ofwel een interventiecontract of een onderhoudscontract zal sluiten met een installateur van huisschakelaars.

Art. 4.Indien het dossier van aanvraag om erkenning onvolledig is, stelt het Instituut de aanvrager hiervan in kennis en verzoekt hem zijn aanvraag te regulariseren.

Art. 5.Het Instituut is gemachtigd alle bijkomende informatie te vragen die van belang wordt geacht voor de beoordeling met het oog op de erkenning.

Art. 6.De door de aanvrager afgegeven documentatie wordt eigendom van het Instituut zonder betaling van enige vergoeding aan de aanvrager. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke bepalingen Afdeling I. - Onderzoek van de aanvragen

Art. 7.Het Instituut richt een ontvangstmelding aan de aanvrager, zodra het dossier als volledig wordt beschouwd. In toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 juli 1997 tot vaststelling van het bedrag van de rechten betreffende de erkenning van installateurs van huisschakelaars en van installateurs voor eigen rekening, wordt een factuur toegevoegd.

Zodra deze factuur werd vereffend, wordt het onderzoek geopend.

Het Instituut doet een gemotiveerd voorstel binnen de termijn van drie maand na de ontvangst van dit bedrag.

In afwijking van alinea 3, geeft het Instituut een gemotiveerde beslissing binnen de termijn van negen maanden voor wat de aanvragen betreft die in toepassing van artikel 42 van dit besluit worden ingediend.

Na het onderzoek van de aanvraag, levert de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut in voorkomend geval de erkenning af.

Art. 8.In alle gevallen waarin de erkenning niet kan worden verleend, stelt de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut de aanvrager in kennis van de redenen van de weigering.

Art. 9.De houder van de erkenning dient het Instituut nauwkeurig op de hoogte te houden van iedere wijziging in het in artikel 3 vermelde dossier.

Indien het Instituut oordeelt dat de wijziging van aard is invloed uit te oefenen op de verleende erkenning, heeft het, onverminderd de bepalingen betreffende de schorsing of de intrekking, het recht : 1° ofwel een aanvullend onderzoek uit te voeren;2° ofwel te eisen dat een nieuwe volledige procedure wordt ingezet. Afdeling II. - Geldigheidsduur van de erkenning

Art. 10.De erkenning wordt verleend voor een termijn van vijf jaar.

Zij kan overeenkomstig de artikelen 12 en 13 worden geschorst of ingetrokken. De erkenning is niet vatbaar voor overdracht.

Art. 11.Indien het Instituut vaststelt dat de houder van de erkenning één van de bepalingen vervat in dit besluit of in het koninklijk besluit van 17 juli 1997 betreffende de aansluiting van huisschakelaars op de openbare telecommunicatie-infrastructuur niet naleeft, kan het Instituut hem bij aangetekend schrijven een aanmaning sturen en hem desgevallend, onverminderd de bepalingen betreffende de schorsing of de intrekking, een termijn opleggen binnen dewelke hij zich dient te voegen naar de wettelijke en reglementaire bepalingen ter zake.

Art. 12.De Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut kan de erkenning schorsen : 1° om dezelfde redenen als die welke de intrekking rechtvaardigen;2° wanneer de houder van de erkenning één van de bepalingen vervat in het koninklijk besluit van 17 juli 1997 betreffende de aansluiting van huisschakelaars op de openbare telecommunicatie-infrastructuur niet naleeft. De erkenning wordt geschorst volgens de modaliteiten en voor de duur die de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut bepaalt en bedraagt maximaal zes maanden.

De schorsing van de erkenning leidt automatisch tot de intrekking als de houder zich binnen de termijn van zes maanden niet voegt naar de wettelijke en reglementaire bepalingen ter zake.

Art. 13.De Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut mag de erkenning slechts in de volgende gevallen intrekken : 1° indien in voorkomend geval de houder van de erkenning niet meer beantwoordt aan de in dit besluit vervatte erkenningsvoorwaarden of bekwaamheidsvereisten;2° indien door zijn fout een door hem geïnstalleerde of onderhouden huisschakelaar storingen veroorzaakt op de openbare telecommunicatie-infrastructuur waarop hij is aangesloten;3° indien door zijn fout een door hem geïnstalleerde of onderhouden huisschakelaar schade berokkent aan de netlijnen van de operator, aan zijn installaties, of indien de huisschakelaar een gevaar betekent voor de veiligheid van de gebruikers of de leden van het personeel van de operator;4° indien blijkt dat de houder van de erkenning na twee of meerdere aanmaningen binnen een periode van twee jaar, de bepalingen vervat in dit besluit of in het koninklijk besluit van 17 juli 1997 betreffende de aansluiting van huisschakelaars op de openbare telecommunicatie-infrastructuur niet naleeft. Bovendien kan de erkenning ingetrokken worden indien de houder van de erkenning zijn verplichtingen uit de afgesloten interventiecontracten, onderhoudscontracten of abonnementsovereenkomsten niet nakomt;

Art. 14.Ingeval een procedure tot schorsing of intrekking van de erkenning door de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut wordt aangevat, wordt de houder van de erkenning hiervan per aangetekende brief op de hoogte gebracht waarbij hem eveneens de grieven worden meegedeeld die te zijnen opzichte bestaan.

De betrokkene heeft de mogelijkheid om, binnen een termijn van twee weken na ontvangst van de aangetekende brief waarvan sprake in het eerste lid, zijn wens te kennen te geven om gehoord te worden. Indien de betrokkene van dit recht gebruik wil maken, wordt door de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut een datum vastgesteld waarop hij gehoord kan worden en kan een beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning slechts genomen worden na afloop van de vastgestelde datum.

De Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar van het Instituut brengt de betrokkene per aangetekende brief op de hoogte van de beslissing die werd genomen en, in voorkomend geval, van de redenen van schorsing of intrekking van de erkenning.

Art. 15.Schorsing of intrekking van de erkenning geeft geen aanleiding tot het betalen van enige schadeloosstelling of vergoeding. HOOFDSTUK III. - Specifieke bepalingen Afdeling I. - Erkenning van installateurs van huisschakelaars

Art. 16.De aanvrager verkrijgt de erkenning voor de installatie van de merken en types van huisschakelaars waarvoor hij het bewijs levert over de mogelijkheden te beschikken tot onderhoud, herstelling, wijziging en/of uitbreiding van de geleverde installaties tijdens de normale levensduur ervan.

In alle gevallen moet de aanvrager het bewijs leveren dat de door hem geïnstalleerde apparatuur voldoet aan de bepalingen vervat in artikel 94 van de wet en de ter uitvoering ervan genomen bepalingen.

Art. 17.Het erkenningscertificaat vermeldt : 1° naam en adres van de aanvrager indien het een natuurlijke persoon betreft;vorm en naam van de vennootschap en nauwkeurige vermelding van de maatschappelijke zetel indien het een rechtspersoon betreft; 2° de merken van de huisschakelaars waarvoor hij erkend is als installateur;3° de geldigheidsduur waarvoor de erkenning werd afgeleverd;4° het erkenningsnummer dat als volgt is samengesteld : INS-BE-YY-MM-XXXX INS = Erkend installateur BE = België YY-MM = Jaar en maand van het vervallen van de erkenning XXXX = Doorlopend volgnummer Art.18. Een volledige en bijgewerkte lijst van de erkende installateurs ligt steeds ter inzage op het Instituut.

De lijst bevat de inlichtingen bepaald in artikel 17 van dit besluit.

Art. 19.De erkenning vervalt bij het verstrijken van de termijn die op het erkenningscertificaat wordt vermeld.

In geval van opzegging, intrekking of verval, moet het erkenningscertificaat zonder verwijl en onder een ter post aangetekende omslag aan het Instituut worden teruggezonden. Afdeling II. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 20.De aanvrager moet in één van de Lid-Staten van de Europese Unie of in één van de Lid-Staten van de Europese Vrijhandels Associatie, ondertekenaars van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, beschikken over een vestiging die volstaat om op een normale wijze zowel voor de totstandbrenging als voor het onderhoud van de huisschakelaars bij de Belgische klanten in te staan.

Art. 21.Ten einde het Instituut in staat te stellen de aanvraag te onderzoeken, wordt de volgende bijkomende informatie verstrekt : 1° overzicht van de vroegere beroepsactiviteiten van de aanvrager;2° oppervlakte van de werkhuizen, bureaus, opslagruimte en winkel waarover de aanvrager beschikt;3° indien de aanvrager zijn activiteit uitoefent in de hoedanigheid van natuurlijke persoon, het curriculum vitae van de aanvrager;4° als de aanvrager zijn activiteit via een handelsvennootschap uitoefent, de statuten en de balans van die vennootschap.

Art. 22.De aanvrager dient het bewijs te leveren over een voldoende technische bekwaamheid te beschikken. Dit kan aangetoond worden op basis van de volgende criteria : 1° de aanvrager beschikt in functie van zijn marktaandeel en marktsegment over voldoende technisch geschoold personeel om de installatie te verwezenlijken, conform het installatiecontract en de wettelijke bepalingen ter zake;2° het personeel dat technische taken vervult heeft ten minste een A2-opleiding elektriciteit of elektronica genoten, of beschikt over een relevante beroepservaring;3° als de technische bekwaamheid op basis van de bovenvermelde criteria niet kan worden aangetoond, kan het Instituut de aanvrager oproepen en kan het hem horen over de apparatuur die hij wil installeren;4° de aanvrager beschikt over de nodige mogelijkheden voor de adequate technische en administratieve ondersteuning - inclusief software-ondersteuning waar nodig - van zijn personeel dat de huisschakelaar installeert en in werking stelt, en in voorkomend geval aan de personen die instaan voor de controle en de aansluiting van de huisschakelaar op de openbare telecommunicatie-infrastructuur;5° hij beschikt over de nodige speciale werktuigen en materiaal, inclusief test- en meetapparaten, om zijn verplichtingen uit de installatie-overeenkomst te kunnen nakomen.

Art. 23.De aanvrager levert tevens het bewijs diverse ondersteuningsprocedures voorhanden te hebben voor : 1° de planning van de installatie van huisschakelaars;2° het opvolgen van de vordering van de installaties;3° het ondernemen van acties wanneer een installatie geen voldoening schenkt;4° het verlenen van assistentie aan de gebruiker;5° het voorhanden zijn van de nodige documentatie voor de gebruiker;6° het zich ervan te vergewissen dat de gebruiker een interventiecontract, een onderhoudscontract of een abonnementsovereenkomst gesloten heeft met hem;7° het opstellen van een installatieplan waarin hij voorafgaandelijk aan de installatie alle stappen van het installatieproces en alle hiermee verbonden informatie gedetailleerd weergeeft, zodat kan nagegaan worden of de installatie conform het contract en de wettelijke bepalingen ter zake geschiedt.Hij voert de installatie uit conform het installatieplan en eventuele anomalieën worden in dit installatieplan opgetekend.

Art. 24.De aanvrager houdt gedurende een periode van vijf jaar overzichten bij van alle door hem uitgevoerde installaties, zodat kan nagegaan worden in welke mate hij aan de wettelijke bepalingen ter zake voldoet.

Hij levert het bewijs procedures voorhanden te hebben voor : 1° de inventarisatie en beveiliging van stocks;2° het scheiden van defecte en niet-defecte componenten. Hij bewijst over voldoende componenten te beschikken om aan de eisen van het installatieplan te voldoen.

Art. 25.Onverminderd de bepalingen van artikel 28 van dit besluit levert de aanvrager, met betrekking tot de inspectie en het in werking stellen van de huisschakelaar, het bewijs dat, wanneer de installatie voltooid is, het voor hem mogelijk is om : 1° zich ervan te vergewissen dat de installatie gebeurd is in overeenstemming met de wettelijke bepalingen;2° de huisschakelaar in gebruik te stellen;3° de installatie te testen en een testrapport bij te houden;4° zich ervan te vergewissen dat de installatie tijdens de indienststelling werkt in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en de technische specificaties.

Art. 26.Ten einde de door hem uitgevoerde werkzaamheden achteraf te controleren, levert de aanvrager het bewijs te beschikken over adequate technische procedures voor het uitvoeren van een audit-controle binnen de twaalf werkuren na aansluiting van de huisschakelaar op de openbare telecommunicatie-infrastructuur. Hiertoe zal hij gedurende de eerste zes maanden na aansluiting op de openbare telecommunicatie-infrastructuur, minimaal 10 percent van de door zijn toedoen geïnstalleerde huisschakelaars controleren en daarna minimaal 5 percent.

Art. 27.Ten einde zijn verplichtingen uit het interventiecontract te kunnen nakomen, levert de aanvrager het bewijs te beschikken over adequate technische procedures om : 1° storingsmeldingen te ontvangen, te behandelen en op te volgen tot hij zijn verplichtingen inzake het interventiecontract heeft nagekomen;2° overzichten bij te houden ten einde een evaluatie mogelijk te maken van de mate waarin voldaan wordt aan het ontvangen, behandelen en opvolgen van de gerapporteerde storingen;3° binnen de twaalf werkuren zijn verplichtingen inzake het interventiecontract te kunnen nakomen;4° defect materiaal te identificeren en te controleren;5° zijn personeel ter plaatse technische assistentie te verlenen, de vragen om technische assistentie te ontvangen en te behandelen, en deze vragen op te volgen tot ze een bevredigend antwoord gekregen hebben;6° zijn personeel adequate toegang te verlenen tot alle relevante technische documenten. Hij levert daarnaast het bewijs te beschikken over : 1° voldoende geschoold personeel om alle contractueel vastgelegde verbintenissen te kunnen nakomen;2° speciale werktuigen en materiaal, inclusief test- en meetapparatuur, nodig om zijn verplichtingen uit de interventiecontract na te komen;3° technische ondersteuning, inclusief software-ondersteuning waar nodig;4° de nodige technische documentatie.

Art. 28.Ten einde zijn verplichtingen uit het onderhoudscontract of uit de abonnementsovereenkomst te kunnen naleven, dient de aanvrager het bewijs te leveren : 1° over een procedure te beschikken om foutmeldingen op te nemen, acties op te zetten en de herstellingen door te voeren tot de storing gelicht is;2° voldoende vervangstukken voorhanden te hebben om de contractuele verplichtingen na te komen of een contract gesloten te hebben met de fabrikant waarbij de laatste zich ertoe verbonden heeft voldoende vervangstukken te zijner beschikking te stellen zodat hij de contractuele verplichtingen voortvloeiend uit het onderhoudscontract of de abonnementsovereenkomst kan nakomen.

Art. 29.Het is de erkende installateur verboden de installatiewerkzaamheden in onderaanneming te geven, behoudens aan een andere erkende installateur.

Onderaanneming inzake het nakomen van de verplichtingen voortvloeiend uit de door hem aangegane interventiecontracten is verboden.

Het is de erkende installateur verboden het geheel of het grootste gedeelte van het onderhoudscontract in onderaanneming uit te besteden, behoudens in het geval dat de uitbesteding gebeurt aan een andere erkende installateur, en dit in uitzonderlijke gevallen of wegens hoogdringendheid.

In afwijking van alinea 3, is onderaanneming van onderhoudscontracten daarentegen toegestaan voor : 1° het herstellen van materiaal door de fabrikant of een goedgekeurde herstellingsdienst;2° het onderhoud van de kablering. Afdeling III. - Erkenning van installateurs voor eigen rekening

Art. 30.De erkenning verleend aan de aanvrager voor de huisschakelaar die hij aanwijst, geldt voor de volgende werkzaamheden : 1° de installatiewerkzaamheden;2° de wijziging van de huisschakelaar zoals, onder meer, elke uitbreiding of vermindering, verplaatsing of verhuis, elke gedeeltelijke wijziging of verandering van welke aard;3° in voorkomend geval het onderhoud van de installatie. Afdeling IV. - Bekwaamheidsvereisten

Art. 31.Wanneer de aanvrager zelf in het onderhoud van zijn installatie wil voorzien, verkrijgt hij de erkenning voor de installatie van de huisschakelaar waarvoor hij het bewijs levert over de mogelijkheden te beschikken tot onderhoud, herstelling, wijziging en/of uitbreiding van de geleverde installatie tijdens de normale levensduur ervan.

Art. 32.Ten einde het Instituut in staat te stellen de aanvraag te onderzoeken, wordt de volgende bijkomende informatie verstrekt : 1° overzicht van de vroegere beroepsactiviteiten van de aanvrager;2° indien de aanvrager zijn activiteit uitoefent in de hoedanigheid van natuurlijke persoon, het curriculum vitae van de aanvrager;

Art. 33.De aanvrager dient het bewijs te leveren over een voldoende technische bekwaamheid te beschikken. Dit kan aangetoond worden op basis van de volgende criteria : 1° de aanvrager beschikt over voldoende technische kennis of over voldoende technisch geschoold personeel om de installatie te verwezenlijken;2° de personen die instaan voor de verwezenlijking van de installatie, hebben ten minste een A2-opleiding elektriciteit of elektronica genoten, of beschikken over een relevante beroepservaring;3° als de technische bekwaamheid op basis van de bovenvermelde criteria niet kan worden aangetoond, kan het Instituut de aanvrager oproepen en kan het hem horen over de apparatuur die hij wil installeren;4° de aanvrager beschikt over de nodige mogelijkheden voor de adequate technische en administratieve ondersteuning - inclusief software-ondersteuning waar nodig - van zijn personeel dat de huisschakelaar installeert en in werking stelt, en in voorkomend geval aan de personen die instaan voor de controle en de aansluiting van de huisschakelaar op de openbare telecommunicatie-infrastructuur;5° hij beschikt over de nodige speciale werktuigen en materiaal, inclusief test- en meetapparaten, om de installatie te kunnen verwezenlijken.

Art. 34.De aanvrager levert tevens het bewijs diverse ondersteuningsprocedures voorhanden te hebben voor : 1° de planning van de installatie van de huisschakelaar;2° het opvolgen van de vordering van de installatie;3° het ondernemen van acties wanneer de installatie geen voldoening schenkt;4° het voorhanden zijn van de nodige documentatie;5° het opstellen van een installatieplan waarin hij voorafgaandelijk aan de installatie alle stappen van het installatieproces en alle hiermee verbonden informatie gedetailleerd weergeeft, zodat kan nagegaan worden of de installatie conform de wettelijke bepalingen ter zake geschiedt.Hij voert de installatie uit conform het installatieplan en eventuele anomalieën worden in dit installatieplan opgetekend.

Art. 35.De aanvrager bewijst te kunnen beschikken over voldoende componenten om aan de eisen van het installatieplan te voldoen.

Art. 36.Met betrekking tot de inspectie en het in werking stellen van de huisschakelaar, levert hij het bewijs dat, wanneer de installatie voltooid is, het voor hem mogelijk is om : 1° zich ervan te vergewissen dat de installatie gebeurd is in overeenstemming met de wettelijke bepalingen;2° de huisschakelaar in gebruik te stellen;3° de installatie te testen en een testrapport bij te houden;4° zich ervan te vergewissen dat de installatie tijdens de indienststelling werkt in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en de technische specificaties.

Art. 37.Ten einde de door hem uitgevoerde werkzaamheden achteraf te controleren, levert de aanvrager het bewijs procedures voorhanden te hebben voor het uitvoeren van een controle binnen de twaalf werkuren na aansluiting van de huisschakelaar op de openbare telecommunicatie-infrastructuur.

Art. 38.§ 1. Wanneer de aanvrager zelf het onderhoud op zich neemt, levert hij het bewijs procedures voorhanden te hebben om : 1° storingsmeldingen te behandelen en op te volgen tot de storing gelicht is;2° overzichten bij te houden ten einde een evaluatie mogelijk te maken van de mate waarin voldaan wordt aan het behandelen en opvolgen van de gerapporteerde storingen;3° defect materiaal te identificeren en te controleren;4° toegang te hebben tot alle relevante technische documenten. Hij levert daarnaast het bewijs de beschikking te hebben over : 1° speciale werktuigen en materiaal, inclusief test- en meetapparatuur, nodig om onderhoud en herstellingen te kunnen uitvoeren;2° technische ondersteuning, inclusief software-ondersteuning waar nodig;3° de nodige technische documentatie. § 2. Het is de aanvrager in dit geval verboden het geheel of het grootste gedeelte van het onderhoud in onderaanneming uit te besteden, behoudens in het geval dat de uitbesteding gebeurt aan een erkende installateur van huisschakelaars, en dit in uitzonderlijke gevallen of wegens hoogdringendheid. § 3. In afwijking van paragraaf 2, is onderaanneming van onderhoud daarentegen toegestaan voor : 1° het herstellen van materiaal door de fabrikant of een goedgekeurde herstellingsdienst;2° het onderhoud van de kablering.

Art. 39.Wanneer de aanvrager beslist het onderhoud van de huisschakelaar die hij installeert niet zelf uit te voeren, deelt hij aan het Instituut de identiteit mee van de erkende installateur van huisschakelaars met wie hij een interventie- of onderhoudscontract heeft gesloten.

De aanvrager stuurt een kopie van dat contract naar het Instituut uiterlijk de dag dat de huischakelaar in dienst wordt genomen. HOOFDSTUK IV. - Machtigingen

Art. 40.Machtiging wordt verleend aan de Administrateur-generaal van het BIPT om : 1° de erkenning af te leveren;2° de aanvrager in kennis stellen van de redenen van de weigering, in alle gevallen waarin de erkenning niet kan worden verleend;3° de erkenning te schorsen;4° de erkenning in te trekken.

Art. 41.Bij afwezigheid of verhindering van de Administrateur-generaal, worden de in artikel 40 toegestane machtigingen uitgeoefend door de Directeur-generaal van het Instituut. HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen

Art. 42.BELGACOM en de firma's die door de vroegere Regie van Telegrafie en Telefonie of door het Ministerie van Verkeerswezen en Infrastructuur een goedkeuring verkregen voor de installatie van huistelefooncentrales, worden tot op het ogenblik van de officiële kennisgeving van de in artikel 7, vierde alinea, vermelde gemotiveerde beslissing, beschouwd als erkende installateur van huisschakelaars, op voorwaarde dat zij binnen een termijn van drie maanden na het in werking treden van dit besluit een aanvraag tot erkenning, conform de artikelen 2 en 3, eerste alinea, hebben ingediend. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding

Art. 43.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 17 juli 1997.

E. DI RUPO Bijlage I bij het ministerieel besluit van 17 juli 1997 betreffende de erkenning van installateurs van huisschakelaars en van installateurs voor eigen rekening Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 juli 1997 betreffende de erkenning van installateurs van huisschakelaars en van installateurs voor eigen rekening.

De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO

^