Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 februari 2005
gepubliceerd op 03 maart 2005

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 februari 2003 tot vaststelling van de wijze van monstervoorbereiding en criteria voor de analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2005022173
pub.
03/03/2005
prom.
17/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/17/2005022173/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN


17 FEBRUARI 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 februari 2003 tot vaststelling van de wijze van monstervoorbereiding en criteria voor de analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, inzonderheid op artikel 3, § 5;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 februari 2003 tot vaststelling van de wijze van monstervoorbereiding en criteria voor de analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 9 september 2004;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen, gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 2375/2001 van 29 november 2001, nr. 221/2002 van 6 februari 2002, nr. 257/2002 van 12 februari 2002, nr. 472/2002 van 12 maart 2002, nr. 563/2002 van 2 april 2002, nr. 1425/2003 van 11 augustus 2003, nr. 2174/2003 van 12 december 2003, nr. 242/2004 van 12 februari 2004, nr. 455/2004 van 11 maart 2004 en nr. 683/2004 van 13 april 2004;

Gelet op de Richtlijn 2004/43/EG van 13 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 98/53/EG en Richtlijn 2002/26/EG wat de bemonsteringswijzen en analysemethoden betreft voor de officiële controle op de gehalten aan aflatoxine en ochratoxine A in levensmiddelen voor zuigelingen en peuters;

Gelet op het advies nr 37.934/3 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : Enig artikel. In de bijlage van het ministerieel besluit van 27 februari 2003 tot vaststelling van de wijze van monstervoorbereiding en criteria voor de analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen vervangen bij het ministerieel besluit van 9 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In hoofdstuk I, wordt het punt 3 aangevuld met het volgende lid : « Indien het maximumgehalte voor de droge stof geldt, wordt het gehalte aan droge stof bepaald op een deel van het gehomogeniseerde monster, met gebruikmaking van een procedure waarvan is aangetoond dat ze het gehalte aan droge stof accuraat vaststelt.» 2° In hoofdstuk I, wordt een punt 6.5 ingevoegd luidende : « 6.5 Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters - Aanvaarding als het verzamelmonster het maximumgehalte niet overschrijdt, met inachtneming van de meetonzekerheid en de correctie voor terugvinding. - Weigering als het verzamelmonster het maximumgehalte buiten redelijke twijfel overschrijdt, met inachtneming van de meetonzekerheid en de correctie voor terugvinding. » 3° In hoofdstuk II, wordt het punt 1 aangevuld met het volgende lid : « Indien het maximumgehalte voor de droge stof geldt, wordt het gehalte aan droge stof bepaald op een deel van het gehomogeniseerde monster, met gebruikmaking van een procedure waarvan is aangetoond dat ze het gehalte aan droge stof accuraat vaststelt.» 4° In hoofdstuk II, wordt het punt 3 vervangen als volgt : « 3.Berekening van het terugvindingspercentage en rapportage van de resultaten Het analyseresultaat wordt al dan niet met een correctie op basis van de terugvinding geregistreerd. De registratiewijze en het terugvindingspercentage moeten worden vermeld. Het voor de terugvinding gecorrigeerde analyseresultaat wordt gebruikt om te bepalen of aan de eisen is voldaan (zie hoofdstuk II, punt 4).

Het analyseresultaat wordt gerapporteerd als x +/- U, waarbij x het analyseresultaat en U de meetonzekerheid is.

U is de uitgebreide onzekerheid, met een dekkingsfactor 2, die een betrouwbaarheidsniveau van ongeveer 95 % oplevert. » 5° In hoofdstuk II, wordt het punt 4 vervangen als volgt : « 4.Aanvaarding van een partij of een subpartij - Aanvaarding als het monster het maximumgehalte niet overschrijdt, met inachtneming van de meetonzekerheid en de correctie voor terugvinding, - Weigering als het monster het maximumgehalte buiten redelijke twijfel overschrijdt, met inachtneming van de meetonzekerheid en de correctie voor terugvinding. » Brussel, 17 februari 2005.

R. DEMOTTE

^