Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 mei 2008
gepubliceerd op 04 juni 2008

Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de oprichting en de werking van het bijzonder college beoogd in artikel 11, § 6, van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2008003208
pub.
04/06/2008
prom.
16/05/2008
ELI
eli/besluit/2008/05/16/2008003208/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MEI 2008. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de oprichting en de werking van het bijzonder college beoogd in artikel 11, § 6, van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte


De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte, inzonderheid op artikel 11, § 6, ingevoegd bij de wet van 14 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 april 2008;

Gelet op de voorafgaande akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 13 mei 2008;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de eventuele betwistingen tussen de kredietinstelling, de beursvennootschap of de verzekeringsonderneming en de indiener van de aangifte betreffende de aanvaardbaarheid of geldigheid van de bewijzen die in het kader van artikel 11, § 6, van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte, op verzoek van de indiener van een eenmalige bevrijdende aangifte, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn rechthebbende binnen de zestig dagen en vóór 1 juli 2008 aan een bijzonder college moeten worden voorgelegd;

Overwegende dat gelet op artikel 11, § 3, van de voornoemde wet van 31 december 2003 de eventuele betwistingen kunnen rijzen vanaf 1 februari 2008 en bijgevolg dit besluit ten laatste op 1 april 2008 in werking dient te treden om de aangever of zijn rechthebbende in staat te stellen om zijn verzoek tijdig in te dienen bij het bijzonder college overeenkomstig artikel 11, § 6, van de voornoemde wet, Besluit :

Artikel 1.Het bijzonder college bedoeld in artikel 11, § 6, van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte, hierna het EBA college genoemd, is gevestigd bij de Federale overheidsdienst Financiën, EBA college, North Galaxy, Koning Albert II laan 33, bus 12, verdieping B27, 1030 Brussel.

Art. 2.Het EBA college bestaat uit drie effectieve leden en drie plaatsvervangende leden. Het is als volgt samengesteld : 1° een voorzitter.Indien het een betwisting met een kredietinstelling of een beursvennootschap betreft, is deze voorzitter de door Febelfin aangeduide vertegenwoordiger. Indien het een betwisting met een verzekeringsonderneming betreft, is deze voorzitter de door de Beroepsverening van verzekeringsondernemingen (Assuralia) aangeduide vertegenwoordiger; 2° een lid aangeduid door de Minister van Justitie;3° een lid aangeduid door de Minister van Financiën. Om geldig te beraadslagen dienen de drie leden van het EBA college aanwezig te zijn.

Art. 3.Het EBA college wordt bijgestaan door een secretariaat. De Minister van Financiën stelt het personeel en de middelen noodzakelijk voor zijn goede werking ter beschikking. Het mag zich laten bijstaan door deskundigen en vertalers.

Art. 4.De leden van het personeel van het secretariaat, de deskundigen en de vertalers zijn onderworpen aan een strikte geheimhoudingsplicht binnen de perken gesteld door artikel 11, § 6, van de wet van 31 december 2003 houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte.

Art. 5.De betwistingen worden aan het EBA college voorgelegd door de indiener van de aangifte, zijn wettelijke vertegenwoordiger of zijn rechthebbende, hierna de verzoeker genoemd, op het in artikel 1 vermelde adres, door middel van een verzoek ingediend tegen ontvangstbewijs, bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs.

De noodzakelijke stukken en elementen gevoegd bij de bij het EBA college ingediende betwistingen moeten opgenomen worden in een inventaris die opgesteld wordt door de verzoeker. Deze stukken en elementen zijn inzonderheid de bestreden beslissing met de naam en het adres van de kredietinstelling, beursvennootschap of verzekeringsonderneming waarmee een betwisting bestaat, en de nauwkeurige argumenten waarop de verzoeker zijn verzoek steunt.

Het secretariaat van het EBA college meldt onmiddellijk aan de Algemene administratie van de Thesaurie, Dienst van algemene boekhouding, Cel EBA, Kunstlaan 30, te 1040 Brussel, en naargelang het geval, aan de betrokken kredietinstelling, beursvennootschap of verzekeringsonderneming dat er een verzoek is ingediend.

Art. 6.Op straffe van nietigheid dienen de betwistingen ingediend te worden binnen de 60 dagen die volgen op de ontvangst van de beslissing van de kredietinstelling, de beursvennootschap of de verzekeringsonderneming en ten laatste op 30 juni 2008.

Indien de beslissing van de kredietinstelling, beursvennootschap of verzekeringsonderneming vóór de inwerkingtreding van dit besluit ontvangen werd, mag in afwijking van het eerste lid, de betwisting bij het EBA college worden ingediend binnen een termijn van 60 dagen na de inwerkingtreding van dit besluit en ten laatste op 30 juni 2008.

Art. 7.Het EBA college vergadert zoveel keren als nodig. Het zetelt met gesloten deuren.

Art. 8.Het EBA college beslist over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek.

Art. 9.Het EBA college beslist op basis van de stukken binnen de 6 maand te rekenen vanaf de datum van indiening van de betwisting of de datum waarop het dossier op zijn vraag vervolledigd is. De verzoeker heeft het recht om gehoord te worden. Hij kan zich hiervoor laten bijstaan of vertegenwoordigen.

Het EBA college kan aan de verzoeker, aan de kredietinstelling, de beursvennootschap of de verzekeringsonderneming, de aanvullende inlichtingen en stukken vragen die het noodzakelijk acht om zijn beslissing te kunnen nemen. Het kan de termijn bepalen binnen dewelke deze aanvullende inlichtingen en stukken moeten worden verstrekt.

Indien de verzoeker de aan hem gevraagde inlichtingen en stukken niet binnen deze termijn verstrekt, kan het EBA college zijn verzoek onontvankelijk verklaren.

Het brengt de verzoeker op de hoogte van zijn vraag aan de kredietinstelling, de beursvennootschap of de verzekeringsonderneming om aanvullende inlichtingen en stukken te verstrekken, alsook van de datum waarop het dossier vervolledigd is.

Het EBA college beslist bij meerderheid van stemmen.

Voor het overige beslist het EBA college over de regels noodzakelijk voor zijn goede werking.

Art. 10.De beslissing van het EBA college wordt binnen 2 werkdagen bij een ter post aangetekende brief bekendgemaakt aan de verzoeker, aan de Algemene administratie van de Thesaurie, Dienst van algemene boekhouding, Cel EBA, Kunstlaan 30, te 1040 Brussel, en naargelang het geval, aan de betrokken kredietinstelling, beursvennootschap of verzekeringsonderneming.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 16 mei 2008.

D. REYNDERS

^