16 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit betreffende een vergoeding voor de melkproducenten in het kader van de dioxinebesmetting

De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990, het koninklijk besluit van 25 oktober 1995 en de wetten van 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999;

Gelet op de beschikking 1999/368/EG van de Commissie van 4 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke of dierlijke voeding bestemde dierlijke producten afkomstig van runderen en varkens;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 september 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 1 oktober 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld tijdelijke maatregelen te nemen inzake de handel in landbouwproducten voortvloeit uit de noodzaak om de uitvoering van de beslissingen van de Europese Commissie ten gevolge van dioxinebesmetting te verzekeren;

Overwegende dat een aantal melkproducenten verplicht werden hun melkproductie te vernietigen ten gevolge van de beperkte afzetmogelijkheden die door de Europese reglementering ontstonden, Besluit :

Artikel 1.Een vergoeding wordt toegekend, ten laste voor 77 % van de basisallocatie 31/55.2.4.53.41 en voor 23 % van de basisallocatie 31/55.2.4.53.40 aan de eigenaar van de melk vernietigd in het kader van dit besluit.

Art. 2.De vergoeding mag slechts toegekend worden voor zover : a) het gaat om vernietigde melk tussen 5 juni en 12 juni 1999, en b) de eigenaar van deze melk een aanvraag vóór 31 december 1999 tot vergoeding heeft ingediend op volgend adres : Ministerie van Middenstand en Landbouw - DG 5 WTC III, 4e verdieping Simon Bolivarlaan 30 1000 Brussel Art.3. De toegekende vergoeding wordt berekend op basis van de volgende modaliteiten : 8 BEF per liter vernietigde melk of melkequivalenten.

Art. 4.De vergoeding bedoeld in artikel 1 wordt slechts toegekend voor zover de eigenaar van de melk de bewijsstukken voorlegt : - van de werkelijke vernietiging van de melk; - dat deze vernietiging een gevolg is van de niet-ophaling door de kopers van melk in het kader van de dioxinecrisis.

Art. 5.De eigenaar verliest zijn recht op vergoeding wanneer één of meerdere inbreuken worden vastgesteld op de bepalingen genomen in uitvoering van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 16 december 1999.

J. GABRIELS