gepubliceerd op 12 juli 2007
Ministerieel besluit tot vaststelling van de vorm van de uitvoeringsrekeningen van de begroting, van de sluitposttabel, van de staat van het actief en het passief en van de staat van de inventaris van het patrimonium voor de wetenschappelijke instellin-gen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
15 JUNI 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de vorm van de uitvoeringsrekeningen van de begroting, van de sluitposttabel, van de staat van het actief en het passief en van de staat van de inventaris van het patrimonium voor de wetenschappelijke instellin-gen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer
De Minister van financien, De Minister van Wetenschasbeleid, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140, tweede lid, 1°;
Gelet op het koninklijk besluit nr 504 van 31 december 1986 waarbij de wetenschappelijke instellingen van de Staat, die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, omgevormd worden tot Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd door de programmawet (I) van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 38, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 juni 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 oktober 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 22 mei 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de regelgevende grondslag met betrekking tot de vorm van de uitvoeringsrekeningen van de begroting van de federale wetenschappelijke instellingen van de Staat, die vanaf 1 januari 2004 geldt voor het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en op 1 januari 2005 voor de andere instellingen vermeld in artikel 1 van het voornoemde koninklijk besluit van 1 februari 2000, zonder verwijl dient te worden vastgelegd;
Overwegende dat om de juridische zekerheid te waarborgen, dit besluit in werking moet treden met ingang van 1 januari 2004 voor het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en op 1 januari 2005 voor de andere instellingen en dat het daarom dringend moet worden bekendgemaakt, Besluiten : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de wetenschappelijke instellingen vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 504 van 31 december 1986 waarbij de onder de voor het Wetenschapsbeleid bevoegde minister ressorterende wetenschappelijke instellingen van de Staat opgericht worden als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer. § 2. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder « instelling » : de wetenschappelijke instellingen bedoeld in paragraaf 1. HOOFDSTUK II. - Voorstelling van de rekeningen
Art. 2.De uitvoeringsrekening van de begroting van iedere instelling wordt opgemaakt volgens de tabellen gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit.
Art. 3.De sluitposttabel van iedere instelling wordt opgemaakt volgens de tabel gevoegd in bijlage 2 bij dit besluit.
Art. 4.Een staat van het actief, voor de vlottende activa, en het passief wordt opgemaakt volgens de tabel gevoegd in bijlage 3 bij dit besluit.
Art. 5.De staat van de inventaris van het patrimonium voor de vaste activa wordt opgemaakt volgens de tabel gevoegd in bijlage 4 bij dit besluit. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004 ten aanzien van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en met ingang van 1 januari 2005 ten aanzien van de andere instellingen zoals bedoeld in het artikel 1, § 2 van dit besluit.
Art. 7.De Voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juni 2007.
De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 15 juni 2007.
De Minister van Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN