Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 juni 2000
gepubliceerd op 18 juli 2000

Ministerieel besluit tot bepaling van het vaccinatieschema ten behoeve van de centra voor leerlingenbegeleiding

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035681
pub.
18/07/2000
prom.
15/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/15/2000035681/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JUNI 2000. - Ministerieel besluit tot bepaling van het vaccinatieschema ten behoeve van de centra voor leerlingenbegeleiding


De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 18, 2°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 tot bepaling van sommige opdrachten van de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid op artikel 19, 20, 21 en 22;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999 en 14 april 2000, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het centrum : het centrum voor leerlingenbegeleiding;2° vaccin : de entstof zoals die voor de betrokken doelgroep gratis ter beschikking gesteld wordt door de overheid;3° inhaalvaccinatie : toedienen van een onder 2° vermeld vaccin op andere tijdstippen dan voorzien in het vaccinatieschema, met als doel alsnog de vereiste immuniteit te verwerven;4° vaccinatieschema : de vaccinatiekalender zoals aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad;5° verantwoordelijke : de ouders, de voogd of de persoon die de minderjarige onder zijn hoede heeft.

Art. 2.Rekening houdend met het vaccinatieschema, worden de vaccinaties door het centrum aangeboden in leerjaren waarin algemene of gerichte consulten plaatshebben.

Art. 3.§ 1. In het eerste leerjaar van het basisonderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, in het leerjaar waarin het kalenderjaar begint waarin de leerling zeven jaar wordt, wordt een vaccinatie tegen difterie en tetanus en tegen poliomyelitis aangeboden.

Vanaf de leeftijd van 7 jaar wordt hiertoe het combinatievaccin gebruikt met gereduceerde dosis van de difteriecomponent. § 2. In het vijfde leerjaar van het basisonderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, in het leerjaar waarin het kalenderjaar begint waarin de leerling elf jaar wordt, wordt een vaccinatie tegen mazelen, bof, rubella aangeboden. § 3. In het eerste jaar van het secundair onderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, in het leerjaar waarin het kalenderjaar begint waarin de leerling dertien jaar wordt, wordt de hepatitis B-vaccinatie in drie dosissen (op 0 - 1 - 6 maanden) aangeboden. § 4. In het derde jaar van het secundair onderwijs of,voor het buitengewoon onderwijs, in het leerjaar waarin de leerling vijftien jaar wordt, wordt een vaccinatie tegen tetanus en difterie aangeboden.

Art. 4.Het centrum gaat naar aanleiding van algemene en gerichte consulten de vaccinatiestatus na van alle begeleide leerlingen, neemt de nodige maatregelen voor eventuele inhaalvaccinaties en biedt minstens de toediening van de inhaalvaccinaties aan.

Conform het vaccinatieschema gaat daarbij bijzondere aandacht uit naar de eerste dosis van het vaccin tegen mazelen, bof en rubella.

Art. 5.De meerderjarige leerling of de verantwoordelijke van de minderjarige leerling wordt schriftelijk geïnformeerd door het centrum over de aard en de bedoeling van de vaccinatie.

Art. 6.Het centrum dient de vaccinatie toe nadat het hiervoor van de meerderjarige leerling of van de verantwoordelijke van de minderjarige leerling de schriftelijke toestemming gekregen heeft.

Deze toestemming kan worden gegeven voor meerdere vaccinaties tegelijk, maar is niet langer dan twee jaar geldig.

Art. 7.Het centrum streeft ernaar een vaccinatiegraad van minstens 95 % te halen bij de leerlingen die het begeleidt.

Art. 8.Overeenkomstig de richtlijnen van de administratie Gezondheidszorg, houdt het centrum van iedere begeleide leerling op een gestandaardiseerde wijze, de vaccinatietoestand bij.

De beschikbare vaccinatiegegevens worden minstens na elke vaccinatie schriftelijk meegedeeld aan de meerderjarige leerling of de verantwoordelijke van de minderjarige leerling.

Op verzoek worden de beschikbare gegevens tevens meegedeeld aan de behandelend arts en, overeenkomstig de richtlijnen van de administratie Gezondheidszorg, aan de administratie Gezondheidszorg of aan een door haar aangewezen instelling.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.

Brussel, 15 juni 2000.

Mevr. M. VOGELS

^