Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 februari 2005
gepubliceerd op 28 februari 2005

Ministerieel besluit tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van aardgas door de distributieondernemingen aan de eindafnemers wier leveringscontract werd opgezegd door hun leverancier en die niet als residentieel beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie in de zin van artikel 15/10, § 2, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen kunnen beschouwd worden

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011086
pub.
28/02/2005
prom.
15/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/15/2005011086/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 FEBRUARI 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van aardgas door de distributieondernemingen aan de eindafnemers wier leveringscontract werd opgezegd door hun leverancier en die niet als residentieel beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie in de zin van artikel 15/10, § 2, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen kunnen beschouwd worden


De Minister van Economie, Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 15/10, § 1, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999 en vervangen bij de wet van 20 maart 2003;

Gelet op de adviezen van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 3 juni 2004 en 14 juli 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 november 2004;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers;

Gelet op het advies van Raad van State nr. 37.847/1, gegeven op 9 december 2004 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de raad van State, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° "niet-beschermde eindafnemer" : elke residentiële eindafnemer die niet kan beschouwd worden als een "residentiële beschermde klant met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie" in de zin van artikel 15/10, § 2, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;2° "energieprijs" : prijs waartegen de distributieonderneming haar energie aankoopt;3° "distributieonderneming" : elke natuurlijke of rechtspersoon die gasdistributie verricht zoals bedoeld in artikel 2, 13°, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen.

Art. 2.De distributieondernemingen verzekeren de bevoorrading van de in aanmerking komende niet-beschermde eindafnemers wier leveringscontract werd opgezegd door hun leverancier, volgens de geldende gewestelijke wetgeving, tegen de maximumprijzen vastgesteld als volgt : Energieprijs + vervoerstarief + Distributienettarief + Marge.

Art. 3.De marge bedoeld in artikel 2 is een bedrag dat bij de som van de energieprijs, het vervoerstarief en het distributienettarief geteld wordt, indien deze som lager is dan het gemiddelde van de door de leveranciers in het verdelingsgebied van de distributie-onderneming aangekondigde, meest recente prijzen voor een soortgelijke categorie van klanten. Deze marge is in dit geval gelijk aan het verschil tussen voornoemde gemiddelde en de som van de eerste drie componenten van de maximumprijzen berekend volgens de formule van artikel 2. In elk ander geval is de marge gelijk aan nul.

De aangekondigde prijzen bedoeld in het eerste lid worden vastgesteld op de eerste dag van de maand die de in artikel 4 bedoelde data voorafgaat.

De Commissie kan nadere technische regels vastleggen betreffende de berekening van de marge.

Art. 4.De distributieondernemingen publiceren ten laatste op 1 januari en op 1 juli van elk jaar de maximumprijzen, bedoeld in artikel 2, die geldig zijn voor de daaropvolgende periode van zes maanden.

Art. 5.De maximumprijzen bedoeld in artikel 2 bevatten geen belasting over de toegevoegde waarde (BTW) noch de extra belastingen en heffingen, gevestigd door de bevoegde overheden en van toepassing op de niet-beschermde eindafnemers.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 15 februari 2005.

M. VERWILGHEN

^