gepubliceerd op 28 mei 1999
Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het comité tot regeling van de gerechtelijke politie bij de parketten
15 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het comité tot regeling van de gerechtelijke politie bij de parketten
De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 7 april 1919 tot instelling van gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 augustus 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, inzonderheid op artikel 67;
Gelet op het voorstel van huishoudelijk reglement opgesteld door het comité tot regeling van de gerechtelijke politie bij de parketten, vergaderend in plenaire zitting op 10 december 1998, Besluit : Enig artikel. Het huishoudelijk reglement van het comité tot regeling van de gerechtelijke politie bij de parketten opgesteld tijdens de voltallige vergadering van 10 december 1998, als bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.
Brussel, 15 februari 1999.
T. VAN PARYS
Bijlage Huishoudelijk reglement van het Comité tot regeling van de gerechtelijke politie bij de parketten Voorstel opgesteld door het Comité tot regeling van de gerechtelijke politie bij de parketten, vergaderend in plenaire zitting op 10 december 1998
Artikel 1.Elke afdeling heeft zijn zetel op het Ministerie van Justitie, Waterloolaan 115, te 1000 Brussel. Zij vergadert en beraadslaagt er en geeft er haar adviezen over de zaken die haar zijn voorgelegd door de bevoegde procureur-generaal, op de dag en het uur vastgelegd door de voorzitter en op uitnodiging van de secretaris.
Art 2. De procureur-generaal die gevat is van de zaak, stuurt het dossier naar de voorzitter van de bevoegde afdeling op het adres van de zetel.
Art 3. Binnen vijftien dagen na ontvangst van het dossier door de voorzitter, bepaalt hij de datum van de vergadering van de afdeling waarop de zaak zal behandeld worden en brengt deze ter kennis van de secretaris.
Art 4. Per aangetekende brief en ten minste 20 werkdagen voor de vergadering deelt de secretaris aan de comparant, de vastgelegde datum voor de vergadering van de afdeling mede en deze vanaf dewelke hij, evenals zijn verdediger, toegelaten wordt het dossier te raadplegen op de zetel van de afdeling tijdens de werkdagen van 9 u. tot 12 u. en van 13 u. tot 16 u.
Art 5. De secretaris stuurt de uitnodigingen aan de leden van de afdeling ten minste 20 werkdagen voor de datum van de vergadering. De leden kunnen het dossier raadplegen op de zetel van de afdeling tijdens de werkdagen van 9 u. tot 12 u. en van 13 u. tot 16 u.
Art 6. Indien door onvoorziene omstandigheden de vergadering niet kan plaatshebben op de vastgelegde datum, zorgt de secretaris ervoor om al de betrokkenen zo snel mogelijk hiervan op de hoogte te brengen.
Art 7. Onverminderd de artikelen 61 en 62 van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, beslist de afdeling in geval van verhindering van de verdediger van de comparant, of er reden toe is om de vergadering uit te stellen.
De zaak zal in voorkomend geval worden vastgesteld voor de volgende vergadering.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 15 februari 1999.
T. VAN PARYS