Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 december 1999
gepubliceerd op 01 februari 2000

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 mei 1977 tot afwijking van de bepalingen van het ministerieel besluit van 5 november 1955 houdende reglementering der prijzen van de elektrische laagspanningsenergie en tot bekrachtiging van algemene tarieven met een vaste term

bron
ministerie van economische zaken
numac
1999011465
pub.
01/02/2000
prom.
15/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/15/1999011465/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 16 mei 1977 tot afwijking van de bepalingen van het ministerieel besluit van 5 november 1955 houdende reglementering der prijzen van de elektrische laagspanningsenergie en tot bekrachtiging van algemene tarieven met een vaste term


De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek en de Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, Gelet op de wet van 22 januari 1945 op de economische reglementering en de prijzen, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wet van 23 december 1969;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 20, § 1;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 november 1955 houdende reglementering der prijzen van de elektrische laagspanningsenergie;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 mei 1977 tot afwijking van de bepalingen van het ministerieel besluit van 5 november 1955 houdende reglementering der prijzen van de elektrische laagspanningsenergie en tot bekrachtiging van algemene tarieven met een vaste term;

Gelet op de aanbeveling van 14 juli 1999 van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het passend is vanaf 1 september 1999 de toepassing mogelijk te maken van tarifaire maatregelen voor de elektrische laagspanningsenergie, Besluiten :

Artikel 1.In de bijlage bij het ministerieel besluit van 16 mei 1977 tot afwijking van de bepalingen van het ministerieel besluit van 5 november 1955 houdende reglementering der prijzen van de elektrische laagspanningsenergie en tot bekrachtiging van algemene tarieven met een vaste term, worden de rubrieken « Tarieven voor residentiële aanwendingen (R) », « Tarieven voor zuivere en gemengde professionele aanwendingen (P) », « Tarief voor uitsluitend nachtaanwendingen (N) », « Buiten spits tarief (BST) » en « Tarieven voor speciale aanwendingen (S) » vervangen door de volgende rubrieken : « 1. Normaal tarief Dit tarief wordt toegepast op de afnemers in laagspanning, zonder beperking van het ter beschikking gesteld vermogen.

Dit tarief omvat : - een vaste term van : 1869 NE F/jaar; - voor de afnemers die beschikken over een vermogen van meer dan 10 kVA, een bijkomende vaste term van : 727 NE F/jaar per kVA hoger dan 10.

Voor de leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term van : (3,460 NE + 0,685 NC) F/kWh. 2. Tarief beperkt vermogen Dit tarief wordt automatisch toegepast op de afnemers waarvan het ter beschikking gesteld vermogen niet meer dan 6 kVA bedraagt;het is voordeliger dan het normaal tarief wanneer het jaarlijks verbruik kleiner is dan of gelijk is aan 2500 kWh/jaar.

Het tarief beperkt vermogen omvat : - een vaste term van : 562 NE F/jaar; - een proportionele term van : (3,983 NE + 0,685 NC) F/kWh.

Wanneer het gaat over de woonplaats van een residentiële afnemer wordt de gemiddelde prijs per kWh die ontstaat door toepassing van bovenstaande termen, afgetopt tot een maximumprijs gelijk aan : (5,525 NE + 0,685 NC) F/kWh. 3. Tarief kleine leveringen Wanneer het ter beschikking gesteld vermogen meer dan 6 kVA bedraagt, wordt dit tarief automatisch toegepast wanneer het voordeliger is dan het normaal tarief, dit wil zeggen wanneer het jaarlijks verbruik minder dan 1.500 kWh bedraagt.

Het tarief kleine leveringen wordt uitsluitend toegepast op het verbruik dat heeft plaatsgevonden in de woonplaats van de residentiële afnemer en omvat : - een vaste term van : 395 NE F/jaar; - een proportionele term van : (4,443 NE + 0,685 NC) F/kWh.

De gemiddelde prijs per kWh die ontstaat door toepassing van bovenstaande termen, wordt afgetopt tot een maximumprijs gelijk aan : (5,525 NE + 0,685 NC) F/kWh.

Voor leveringspunten van na 1 september 1999 en voor leveringspunten die bestonden voor 1 september waarvoor een vermogenaanpassing is aangevraagd, wordt de toegang tot dit tarief beperkt tot een ter beschikking gesteld vermogen van 10 kVA. Het tarief kleine leveringen is niet van toepassing op het verbruik : - van tweede verblijven; - van gemeenschappelijke delen van residentiële gebouwen; - van met residentiële afnemers gelijkgestelde professionele afnemers, - van tijdelijke afnemers, - van afnemers die twee-urentarief genieten. 4. Twee-urentarief Dit tarief is, op aanvraag, van toepassing voor eender welk ter beschikking gesteld vermogen en omvat : - een vaste term van : (1869 NE = 1049 NE) F/jaar; met inbegrip van de vergoeding voor de klok of het op afstand bediende ontvangstrelais; - voor afnemers die beschikken over een vermogen van meer dan 10 kVA, een bijkomende vaste term van : 727 NE F/jaar per kVA hoger dan 10.

Voor leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term voor dagverbruik van : (3,460 NE + 0,685 NC) F/kWhd; - een proportionele term voor nachtverbruik van : (1,429 NE + 0,563 NC) F/ kWhn.

De prijs voor nachtverbruik wordt enkel toegepast gedurende negen uren per nacht en de keuze van de uurregeling wordt aan de verdeler overgelaten. 5. Tarieven 36 kVA 5.1. Normaal tarief 36 kVA Het normaal tarief 36 kVA wordt toegepast op afnemers met ten minste 36 ter beschikking gestelde kVA en voor zover het normaal tarief bedoeld in punt 1. niet voordeliger is.

Dit tarief omvat : - een vaste term van : 1869 NE F/jaar; - een bijkomende vaste term van : 2002 NE F/jaar per kVA, met een minimum van 36 gefactureerde kVA. Voor leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor krachtige aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term van : (2,200 NE + 0,685 NC) F/kWh. 5.2 Het twee-urentarief 36 kVA Het twee-urentarief 36 kVA wordt, op aanvraag, toegepast op afnemers waarvan het ter beschikking gesteld vermogen ten minste gelijk is aan 36 kVA en voor zover het twee-urentarief bedoeld in punt 4. niet voordeliger is.

Dit tarief omvat : - een vaste term van : (1869 NE + 1049 NC) F/jaar; met inbegrip van de vergoeding voor de klok of het op afstand bediende ontvangstrelais; - een bijkomende vaste term van : 2002 NE F/jaar per kVA, met een minimum van 36 gefactureerde kVA. Voor de leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term voor dagverbruik van : (2,200 NE + 0,685 NC) F/kWhd; - een proportionele term voor nachtverbruik van : (1,429 NE + 0,563 NC) F/kWhn.

De prijs voor nachtverbruik wordt enkel toegepast gedurende negen uren per nacht en de keuze van de uurregeling wordt aan de verdeler overgelaten. 6. Tarief voor uitsluitend nachtaanwendingen Dit tarief omvat : - een vergoeding voor bijzondere meetapparatuur van : * 1049 NE F/jaar; wanneer het bij de afnemer geassocieerd is met het normaal tarief, het tarief beperkt vermogen of het normaal tarief 36 kVA; * 500 NE F/jaar; wanneer het bij de afnemer geassocieerd is met het twee-urentarief of met het twee-urentarief 36 kVA; - een proportionele term van : (1,033 NE + 0,563 NC) F/kWh.

Dit tarief is voorbehouden aan toestellen die uitsluitend tijdens de nacht worden gebruikt.

Dit tarief wordt toegepast gedurende negen uren per nacht waarbij de keuze van de uurregeling aan de verdeler wordt overgelaten; het kan, op aanvraag van de afnemer, worden toegepast gedurende 15 uren overdag op zondag waarbij de verdeler evenwel over de mogelijkheid beschikt de bevoorrading te onderbreken gedurende de meer belaste uren. 7. Buiten spits tarief Dit tarief omvat : - een vergoeding voor bijzondere meet-apparatuur van : 1049 NE F/jaar; - een proportionele term van : (1,328 NE + 0,685 NC) F/kWh De toestellen met een verbruik dat geniet van dit tarief, moeten vast en afzonderlijk worden aangesloten en het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke telling.

De leveringen mogen door de verdeler zonder verwittiging worden onderbroken.

De onderbreking zal per dag maximum 15 uren bedragen en zich normaal situeren in de loop van de periode van november tot februari.

De duur van de gecumuleerde onderbrekingen zal maximaal 500 u./jaar zijn. 8. Specifieke sociale tarieven. 8.1. De specifieke sociale tarieven die bedoeld zijn in punt 8.2. en 8.3. zijn, op aanvraag, van toepassing op de residentiële verbruiker die het voorwerp uitmaakt van een van de volgende beslissingen : - beslissing van toekenning van het bestaansminimum, krachtens de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; - beslissing van toekenning van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, krachtens de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden; - beslissing van toekenning van een tegemoetkoming aan de mindervaliden ingevolge een blijvende arbeidsongeschiktheid of een invaliditeit van ten minste 63 %, krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen; - Beslissing van toekenning van een inkomensvervangende tegemoetkoming aan gehandicapten, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten; - beslissing van toekenning van een integratietegemoetkoming aan gehandicapten behorend tot de categorieën II, III of IV, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten; - beslissing van toekenning van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten; - beslissing tot toekenning van een tegemoetkoming voor hulp van derde, krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de mindervaliden; 8.2. Normaal specifiek sociaal tarief Het normaal specifiek sociaal tarief omvat : - een proportionele term van : (3,460 NE + 0,685 NC) F/kWh; - voor de afnemers die beschikken over een vermogen van meer dan 10 kVA, een bijkomende vaste term van : 727 NE F/jaar per kVA hoger dan 10, die van toepassing is : . op de kVA die het resultaat zijn van een vermogenversterking na 1 september 1999 van een leveringspunt dat voor die datum bestond; . op de nieuwe leveringspunten na 1 september 1999. 8.3. Twee-uren specifiek sociaal tarief Het twee-uren specifiek sociaal tarief omvat : - een vaste term van : 1049 NE F/jaar - voor de afnemers die beschikken over een vermogen van meer dan 10 kVA, een bijkomende vaste term van : 727 NE F/jaar per kVA hoger dan 10 die van toepassing is : . op de kVA die het resultaat zijn van een vermogenversterking na 1 september 1999 van een leveringspunt dat voor die datum bestond; . op de nieuwe leveringspunten na 1 september 1999. - een proportionele term voor dagverbruik : (3,460 NE + 0,685 NC) F/kWhd; - een proportionele term voor nachtverbruik van : (1,429 NE + 0,563 NC) F/ kWhn. 8.4. De specifieke sociale tarieven zijn niet van toepassing op het verbruik : - van de tweede verblijfplaatsen; - van de gemeenschappelijke delen van residentiële gebouwen; - van met residentiële afnemers gelijkgestelde professionele afnemers; - van tijdelijke afnemers. 9. Toepassingsmodaliteiten 9.1. Gemeenschappelijke gedeelten van residentiële appartementsgebouwen.

Men onderscheidt twee categorieën gebouwen : 9.1.1. Gebouwen zonder lift.

De laagspanningstarieven bedoeld bij de punten 1., 4. en 5. zijn van toepassing op het laagspanningsverbruik van de gemeenschappelijke gedeelten zonder lift wanneer dat verbruik bepaald wordt door meting op afzonderlijke stroomkring of door een aansluiting op de installatie van een bewoner of van de conciërge. 9.1.2. Gebouwen met lift De laagspanningstarieven bedoeld in de punten 1., 4., en 5., zijn van toepassing voor de gemeenschappelijke gedeelten van residentiële gebouwen met lift; indien het ter beschikking gesteld vermogen zulks rechtvaardigt, kan het tweeledig tarief A hoogspanning worden toegepast wanneer voor het voeden van de gemeenschappelijke gedeelten een speciale transformatiecabine hoogspanning-laagspanning op kosten van de mede-eigenaars werd geïnstalleerd. 9.2. Professioneel en residentieel verbruik Evenzo worden de gemengde professionele afnemers, d.w.z. de professionele afnemers waarvan de meters ook het verbruik voor residentiële aanwendingen registreren, behandeld als zuiver professionele afnemers.

Worden echter met de residentiële afnemers gelijkgesteld, de gemengde professionele afnemers waarvan het voor professionele aanwendingen ter beschikking gestelde vermogen 1 KW niet overschrijdt. 9.3. Ter beschikking gesteld vermogen Het ter beschikking gesteld vermogen dat in de tarieven een rol speelt, wordt bepaald op basis van het kaliber van de beveiliging dat, in samenspraak met de afnemer, aan diens behoeften is aangepast en wordt uitgedrukt in kVA met een decimaal. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1999.

Brussel, 15 december 1999.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, R. DEMOTTE De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, O. DELEUZE

^