Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 september 2004
gepubliceerd op 19 oktober 2004

Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004022770
pub.
19/10/2004
prom.
14/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/14/2004022770/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 SEPTEMBER 2004. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen


De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op het koninklijk besluit nr. 47 van 24 oktober 1967 tot instelling van een Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen en tot vaststelling van het statuut van de Nationale Paritaire Commissies voor andere beoefenaars van de geneeskunt of voor andere categorieën van inrichtingen, alsmede van de gewestelijke Paritaire Commissies;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 november 1970 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen;

Gelet op het huishoudelijk reglement door de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen, ter zitting van 27 januari 2004 opgesteld, Besluit :

Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen, waarvan de tekst bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het ministerieel besluit van 12 november 1970 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen wordt opgeheven.

Gegeven te Brussel, 14 september 2004.

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage Huishoudelijk reglement van de Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen I. Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° de Commissie : de Nationale Paritaire Commissie geneesheren-ziekenhuizen;2° de bank van de geneesheren : de leden die de representatieve organisaties van geneesheren in de Commissie vertegenwoordigen;3° de bank van de beheerders : de leden die de representatieve organisaties van de ziekenhuizen of hun vertegenwoordigers in de Commissie vertegenwoordigen;4° het koninklijk besluit nr.47 : het koninklijk besluit nr. 47 van 24 oktober 1967 tot instelling van een Nationale Paritaire Commissie Geneesheren-Ziekenhuizen en tot vaststelling van het statuut van de Nationale Paritaire Commissies voor andere beoefenaars van de geneeskunst of voor andere categorieën van inrichtingen, alsmede van de gewestelijke Paritaire Commissies; 5° het koninklijk besluit van 10 augustus 1987 : koninklijk besluit van 10 augustus 1987 tot vaststelling van de regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van de medische raad in uitvoering van de artikelen 24, 25 en 26 van de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen;6° de wet op de ziekenhuizen : de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987. II. De organen 1. De voorzitter Art.2. De voorzitter zit de vergaderingen voor van de plenaire vergadering, het dagelijks bestuur en van het bestendig bureau van bemiddeling. Hij stelt de agenda op, nodigt de leden uit, opent en sluit de vergaderingen, leidt de werkzaamheden en zorgt voor het goede verloop van de besprekingen.

Hij kan de vergaderingen van werkgroepen voorzitten of bijwonen.

Art. 3.De voorzitter ondertekent alle documenten van de Commissie of hij kan de secretaris hiervoor geheel of gedeeltelijk machtigen.

Art. 4.Bij verhindering wordt de voorzitter vervangen door de ondervoorzitter. Indien ook deze laatste verhinderd is, zit het oudste aanwezige lid de vergadering voor. 2. Het dagelijks bestuur Art.5. Het dagelijks bestuur is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en de adjunct-secretaris.

Art. 6.Het dagelijks bestuur regelt de werkzaamheden van de commissie.

Art. 7.Het dagelijks bestuur onderzoekt de ontvankelijkheid van de dossiers die aan de Commissie worden voorgelegd.

Art. 8.Het dagelijks bestuur bepaalt de volgorde van behandeling van de dossiers die desgevallend door de commissie kan worden gewijzigd. 3. De plenaire vergadering Art.9. In het kader van de aan de Commissie toegekende opdrachten tot studie van de vraagstukken van de betrekkingen tussen ziekenhuizen en ziekenhuisgeneesheren en het beraadslagen over alle maatregelen die van aard zijn deze betrekkingen te bevorderen zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 47, heeft de plenaire vergadering in het bijzonder als opdracht : a) het uitwerken en sluiten van collectieve overeenkomsten die de betrekkingen tussen ziekenhuizen en geneesheren regelen zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, a), van het koninklijk besluit nr.47; b) het uitbrengen van advies over alle aangelegenheden die aan de Commissie worden voorgelegd op grond van wettelijke of reglementaire bepalingen op het verzoek van de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, b), van het koninklijk besluit nr.47; c) het uitbrengen van advies over alle uitvoeringsbesluiten van Titel IV en de artikelen 7 en 9 van de wet op de ziekenhuizen, zoals bedoeld in artikel 145 van dezelfde wet;d) het voorstellen van bemiddelaars aan de Minister van Volksgezondheid op basis waarvan laatstgenoemde een lijst van bemiddelaars vaststelt, zoals bedoeld in artikel 127, § 2, derde lid, van de wet op de ziekenhuizen, die kunnen worden aangeduid indien beheerder en medische raad geen akkoord kunnen bereiken omtrent een aangelegenheid waarvoor de adviesprocedure omschreven in artikel 127, § 1, van dezelfde wet geldt;e) het uitwerken van modellen van algemene regeling, zoals bedoeld in artikel 128, § 4, derde lid, van de wet op de ziekenhuizen, waarnaar de ziekenhuizen zich kunnen richten bij het uitwerken van hun algemene regeling in uitvoering van artikel 130 van dezelfde wet;f) het verlenen van toestemming aan samenwerkende ziekenhuizen om over te gaan tot de verkiezing van één enkele medische raad, zoals bedoeld in artikel 5, § 6, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1987.

Art. 10.Met het oog op het vervullen van haar opdracht kan de plenaire vergadering : 1° beroep doen op deskundigen;2° tijdelijke of permanente werkgroepen oprichten zoals bedoeld in artikel 12, § 2, belast met een welomschreven opdracht 4.Het bestendig bureau van bemiddeling

Art. 11.§ 1. De commissie richt in haar midden een bestendig bureau van bemiddeling op in toepassing van artikel2, tweede lid, c), van het koninklijk besluit nr. 47. Dit bestendig bureau van bemiddeling is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitter, 4 leden aangeduid door de bank van de geneesheren en 4 leden aangeduid door de bank van de beheerders. Tenminste de helft van de leden van het bestendig bureau van bemiddeling zijn leden van de Commissie. § 2. Het in § 1 bedoelde bestendig bureau van bemiddeling heeft tot taak : 1° het voorkomen of bijleggen van elk geschil dat op algemeen of plaatselijk vlak zou kunnen rijzen of gerezen is tussen ziekenhuisgeneesheren en ziekenhuizen zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, c), van het koninklijk besluit nr.47; 2° het nemen van passende initiatieven en stelling omtrent meningsverschillen tussen beheerder en voorzitter van de medische raad in verband met de besluiten van de vergadering van ziekenhuisgeneesheren met betrekking tot de bezwaarschriften ingediend tegen de door de beheerder opgestelde lijst van stemgerechtigde ziekenhuisgeneesheren in het kader van de verkiezing van de medische raad zoals bedoeld in artikel 3, § 3, zesde lid, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1987;3° het nemen van passende initiatieven in dossiers waar, na onderzoek door het secretariaat en na onderzoek door een werkgroep ad hoc, twijfels blijven over de conformiteit met de wet van de wijze waarop een ziekenhuis gevolg geeft aan de bepalingen van Titel IV van de wet op de ziekenhuizen of waar een meningsverschil tussen beheerder en medische raad blijft bestaan omtrent de toepassing van deze bepalingen, zoals bedoeld in artikel 146, § 2, tweede lid van dezelfde wet. § 3. Het bestendig bureau van bemiddeling beslist op welke wijze het zijn bemiddelingsopdracht zal vervullen. Het kan één of meer van zijn leden belasten met een welbepaalde opdracht in het kader van de behandeling van een dossier. Deze leden houden het bestendig bureau van bemiddeling regelmatig op de hoogte van het verloop van hun werkzaamheden.

De adviezen en de resultaten van het bemiddelend optreden van het bestendig bureau van bemiddeling worden op een gestructureerde wijze ter kennis gebracht van de plenaire vergadering.

Bij de uitvoering van de bemiddelingsopdracht heeft het bestendig bureau van bemiddeling aandacht voor mogelijke belangen van derden die bij het dossier betrokken zijn of kunnen betrokken zijn. 5. De Werkgroepen Art.12. § 1. Er wordt een werkgroep ad hoc opgericht die, indien na onderzoek door het secretariaat van de documenten door de beheerder overgemaakt in toepassing van Titel IV van de wet op de ziekenhuizen twijfel blijft bestaan omtrent het al dan niet conform zijn ervan met de wet of waarin een meningsverschil tussen beheerder en medische raad blijft bestaan omtrent de toepassing van de wet, het probleem tracht op te lossen in toepassing van artikel 146, § 2, eerste lid, van dezelfde wet. § 2. Onverminderd de oprichting van de in § 1, bedoelde werkgroep ad hoc, kan de plenaire vergadering permanente en tijdelijke werkgroepen oprichten. De beslissing tot oprichting vermeldt de opdracht en de samenstelling van de werkgroep evenals de naam van de voorzitter.

Art. 13.De leden van een werkgroep worden aangeduid tussen de effectieve en/of plaatsvervangende leden van de commissie.

Art. 14.De plenaire vergadering kan bij de oprichting van een werkgroep beslissen om beroep te doen op deskundigen.

Art. 15.De voorzitter van een werkgroep deelt periodiek aan de plenaire vergadering de stand van zaken van de werkzaamheden van zijn werkgroep mee. 6. Het secretariaat Art.16. Het secretariaat bestaat uit de secretaris en de adjunct-secretaris.

Art. 17.Het secretariaat kan voor zijn administratieve begeleiding en werking beroep doen op personeelsleden van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, aangewezen door de Directeur-Generaal van het Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen.

Art. 18.Het secretariaat zorgt voor het opstellen van de notulen van de plenaire vergadering, het dagelijks bestuur, het bestendig bureau van bemiddeling en de werkgroepen. Het stelt de beslissingen, de adviezen en de briefwisseling van de Commissie op.

In het bijzonder onderzoekt het secretariaat de documenten die de beheerder in toepassing van artikel 146 van de wet op de ziekenhuizen, overmaakt en die een weergave bevatten van de wijze waarop het ziekenhuis aan Titel IV van dezelfde wet voldoet.

Art. 19.De leden van het secretariaat en de aangewezen personeelsleden mogen alle vergaderingen van de werkgroepen bijwonen.

III. Werking 1. Indienen van dossiers en ontvankelijkheid Art.20. Adviesaanvragen, geschillen, verzoeken, mededelingen of documenten gericht aan de Commissie, moeten worden opgestuurd naar volgend adres : Nationale Paritaire Commissie geneesheren-ziekenhuizen, T.a.v. de voorzitter, Rijksadministratief Centrum, Vesaliusgebouw, bureau 550, Oratoriënberg 20, bus 3, 1010 Brussel.

Art. 21.§ 1. De adviesvragen, geschillen, verzoeken, mededelingen of documenten worden geregistreerd en het dagelijks bestuur onderzoekt er de ontvankelijkheid van. § 2. De volgende specifieke ontvankelijkheidsvereisten zijn van toepassing : 1° een verzoek tot het voorkomen of bijleggen van een geschil tussen ziekenhuizen en ziekenhuisgeneesheren zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, c) , van het koninklijk besluit nr.47, moet bij de commissie worden ingediend door één van de bij het geschil betrokken partijen en bevat een uiteenzetting van het geschil; 2° een verzoek tot het nemen van passende initiatieven omtrent meningsverschillen over de lijst van stemgerechtigde ziekenhuisgeneesheren in het kader van de verkiezingen van de medische raad zoals bedoeld in artikel 3, § 3, zesde lid, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1987, moet ingediend worden door de beheerder van het betrokken ziekenhuis binnen de 14 dagen volgend op de besluiten van de algemene vergadering en bevat een uiteenzetting van het geschil;3° de mededeling van de wijze waarop het ziekenhuis voldoet aan de bepalingen van Titel IV van de wet op de ziekenhuizen zoals bedoeld in artikel 146 van dezelfde wet, gebeurt door de beheerder van het ziekenhuis.De beheerder voegt de opmerkingen van de medische raad toe indien beheerder en medische raad van mening verschillen over de mededeling; 4° het verzoek tot verkiezing van één medische raad door samenwerkende ziekenhuizen, zoals bedoeld in artikel 5, § 6, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1987, moet worden geformuleerd als een gemeenschappelijk en eensluidende verzoek van de beheerders en de algemene vergadering van ziekenhuisgeneesheren van de samenwerkende ziekenhuizen. § 3. De aangelegenheden welke bepaald zijn bij artikel 2, tweede lid, b), van het koninklijk besluit nr. 47, de dossiers bedoeld in artikel 146, § 2, van de wet op de ziekenhuizen, en de punten waarvan de behandeling door een organisatie vertegenwoordigd in de schoot van de commissie schriftelijk worden aangevraagd en die vergezeld zijn van een toelichtende nota, zijn ambtshalve ontvankelijk. § 4. Indien het dossier als niet ontvankelijk wordt bestempeld, wordt de gemotiveerde beslissing van het dagelijks bestuur ter kennis gebracht van de plenaire vergadering.

De voorzitter bezorgt de ontvankelijke dossiers aan de organen van de Commissie die zich uitspreken over hun bevoegdheid.

Indien een orgaan van de Commissie zich onbevoegd verklaart, wordt deze gemotiveerde verklaring ter kennis gebracht van de voorzitter, de leden en aan de indiener van het dossier. 2. Oproeping Art.22. De effectieve en de plaatsvervangende leden van de plenaire vergadering, de leden van het bestendig bureau van bemiddeling, de leden van de werkgroepen en eventuele deskundigen worden door middel van een uitnodiging tot de vergaderingen opgeroepen.

Art. 23.De uitnodiging met in bijlage de nodige documenten vermeldt de plaats, de datum, het uur en de agenda van de vergadering en wordt uiterlijk acht dagen voor de vergadering aan de leden toegezonden. 3. Aanwezigheidsquorum Art.24. § 1. Om uitvoering te geven aan artikel 9, a), moet voldaan zijn aan de bepalingen van artikel 7 van voornoemd koninklijk besluit. § 2. Om uitvoering te geven aan de opdrachten bedoeld in artikel 9, b) tot en met f), moet tenminste de helft van de leden van elke bank aanwezig zijn.

Indien dit quorum niet wordt bereikt, worden de leden opnieuw opgeroepen binnen de dertig dagen of, in geval van hoogdringendheid, binnen een termijn door de voorzitter te bepalen. Voor de punten die opnieuw op de agenda worden geplaatst is geen quorum vereist. § 3. Om uitvoering te geven aan zijn opdrachten moeten in het bestendig bureau van bemiddeling tenminste de helft van de leden van elke bank aanwezig zijn. Indien dit quorum niet wordt bereikt, worden de leden opnieuw opgeroepen binnen de dertig dagen, of, in geval van hoogdringendheid, binnen een termijn door de voorzitter te bepalen.

Voor de punten die opnieuw op de agenda van deze vergadering worden geplaatst is geen quorum vereist. § 4. Voor de vergaderingen van de werkgroepen is geen aanwezigheidsquorum vereist. 4. Stemming Art.25. § 1. Alleen de effectieve, of desgevallend de plaatsvervangende, leden van de plenaire vergadering en het bestendig bureau van bemiddeling zijn stemgerechtigd. De voorzitter, de ondervoorzitter, de leden van het secretariaat, de deskundigen en de raadgevers nemen niet deel aan de stemming. § 2. In de plenaire vergadering is het effectieve lid, of bij zijn afwezigheid het plaatsvervangend lid, stemgerechtigd. § 3. Inzake artikel 11, § 2, 1°, formuleert het bestendig bureau van bemiddeling voorstellen bij consensus. Bij het ontbreken van een consensus verwijst het bestendig bureau van bemiddeling het geschil naar de plenaire vergadering.

Inzake artikel 11, § 2, 2° en 3°, neemt het bestendig bureau van bemiddeling passende initiatieven met een meerderheid van zowel de leden van de bank van de geneesheren als de leden van de bank van de beheerders.

Art. 26.Het personeelslid belast met het secretariaat telt op het ogenblik van de stemming het aantal stemgerechtigde leden. Dit aantal wordt in de notulen opgenomen.

Art. 27.De stemming geschiedt door handopsteken. Op verzoek van één of meerdere leden dient men over te gaan tot een geheime stemming.

Art. 28.De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid der stemgerechtigde aanwezige leden van iedere bank, onthoudingen niet meegerekend.

Art. 29.Stemmen bij volmacht is niet toegelaten.

Art. 30.Bij staking van stemmen wordt het dossier opnieuw geagendeerd op een volgende vergadering. Bij een nieuwe staking van stemmen is het voorwerp van de stemming verworpen.

Art. 31.Bij het voorwerp van de stemming wordt de uitslag van de stemming gevoegd. In voorkomend geval kan een minderheidsnota aan het voorwerp van de stemming worden toegevoegd. 5. Notulering Art.32. De notulen worden door het secretariaat in het Nederlands en het Frans opgesteld.

De notulen bevatten de lijst met de namen van de aanwezige leden, de goedkeuring van de notulen van vorige vergadering met aanduiding van de eventuele aan te brengen wijzingen, een verslag over de bespreking en discussies met opgave van de besluiten waartoe ze geleid hebben, het aantal aanwezige en stemgerechtigde leden op het ogenblik van de stemming en het resultaat van de stemmingen die hebben plaats gevonden.

Voor de dossiers die het bestendig bureau van bemiddeling behandelt in toepassing van artikel 11, § 2, 1°, bevatten de notulen van het bestendig bureau van bemiddeling een uiteenzetting van het probleem, de conclusies en de voorstellen.

Art. 33.Het ontwerp van notulen wordt samen met de uitnodiging voor de volgende vergadering aan de leden van het betreffende orgaan opgestuurd.

Art. 34.De notulen dienen in de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.

Indien binnen een redelijke termijn geen volgende vergadering wordt vastgesteld of in dringende gevallen kan een schriftelijke goedkeuring van de notulen, binnen een termijn door de voorzitter vast te stellen, gebeuren. 6. Adviezen en voorstellen Art.35. Een advies of een voorstel vermeld op en gevoegd bij de agenda bedoeld in artikel 23, wordt ter zitting goedgekeurd.

In afwijking van het eerste lid kan een advies of een voorstel dat niet is vermeld op de agenda van de zitting en/of dat daaraan niet als document is toegevoegd bij hoogdringendheid en mits akkoord van de bank van de geneesheren en de bank van de beheerders, ter zitting worden goedgekeurd. 7. Geheimhouding en discretie Art.36. De leden van de commissie, de raadgevers, de deskundigen en de personen die tijdens de bespreking worden geraadpleegd zijn ten overstaan van niet betrokken derden gehouden tot geheimhouding van de beraadslagingen en stemuitslagen. Wat betreft de identificeerbare gegevens van personen en ziekenhuizen rust op hen ten overstaan van deze personen een discritieplicht. 8. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid Art.37. De leden van de Commissie die rechtstreeks betrokken zijn bij een dossier dat bij de Commissie wordt ingediend, onthouden zich van de stemming. 8. Regeling der werkzaamheden Art.38. De vergaderingen van de commissie worden gehouden op de plaats, dag en uur vermeld op de uitnodiging. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden vinden de plenaire vergaderingen en de vergaderingen van het bestendig bureau van bemiddeling plaats op vooraf vastgelegde dagen.

Art. 39.Het dagelijks bestuur vergadert telkens de voorzitter het nodig acht.

Art. 40.De werkgroepen regelen in overleg tussen de voorzitter van de werkgroep en het dagelijks bestuur hun werkzaamheden.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 september 2004.

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^