gepubliceerd op 01 december 2000
Ministerieel besluit tot oprichting van het Paritair leercomité voor de stoffering en de houtbewerking
14 SEPTEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot oprichting van het Paritair leercomité voor de stoffering en de houtbewerking (1)
De Minister van Werkgelegenheid, Gelet op de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst, inzonderheid op artikel 49, § 3, vervangen bij de wet van 6 mei 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1998 houdende de nadere regelen met betrekking tot de samenstelling en de werkwijze van de paritaire leercomités, het paritair leercomité van de Nationale Arbeidsraad en de paritaire sub-leercomités, inzonderheid op de artikelen 5 en 6;
Gelet op de beslissing van Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking van 16 juni 1999 tot oprichting van een paritair leercomité in zijn schoot, en op zijn voorstel met betrekking tot het aantal leden ervan en het aantal mandaten per vertegenwoordigde organisatie;
Gelet op het voorstel van de in Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking en in zijn Paritair leercomité vertegenwoordigde organisaties, elk wat zijn vertegenwoordigers betreft, Besluit : HOOFDSTUK I. - Aantal leden en verdeling van de mandaten
Artikel 1.Het aantal leden die in het Paritair leercomité voor de stoffering en de houtbewerking de werkgevers en de werknemers vertegenwoordigen, wordt vastgesteld op, enerzijds, 3 gewone en 3 plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en, anderzijds, 3 gewone en 3 plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen.
Art. 2.§ 1. Wat de vertegenwoordiging van de werkgevers betreft, worden de mandaten als volgt verdeeld : - 2 gewone en 2 plaatsvervangende leden die de Belgische Federatie der Ondernemingen van de Houtverwerking ( Febelhout ) vertegenwoordigen; - 1 gewoon lid en 1 plaatsvervangend lid die de Nationale centrale van metaal-, hout- en bouwvakondernemingen vertegenwoordigen. § 2. Wat de vertegenwoordiging van de werknemers betreft, worden de mandaten als volgt verdeeld : - 1 gewoon en 1 plaatsvervangend lid die het Algemeen Belgisch Vakverbond vertegenwoordigen; - 1 gewoon en 1 plaatsvervangende leden die het Algemeen Christelijk Vakverbond vertegenwoordigen; - 1 gewoon lid en 1 plaatsvervangend lid die de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België vertegenwoordigen. HOOFDSTUK II. - Leden
Art. 3.Worden benoemd tot leden van het Paritair leercomité voor de stoffering en de houtbewerking : 1° als vertegenwoordigers van de werkgevers : a) gewone leden : - voor de Belgische Federatie der Ondernemingen van de Houtverwerking (Febelhout) : Mevr.BEKKER, Ria, te 3001 Leuven;
De heer DEWANDELEER, Pascal, te 1853 Grimbergen; - voor de Nationale Centrale van Metaal-, Hout- en Bouwvakondernemingen : De heer RAMAEKERS, Geert, te 3600 Genk; b) plaatsvervangende leden : - voor de Belgische Federatie der Ondernemingen van de Houtverwerking (Febelhout) : N.;
N.; - voor de Nationale Centrale van Metaal-, Hout- en Bouwvakondernemingen : De heer VAN EETVELT, Karel, te 3012 Leuven; 2° als vertegenwoordigers van de werknemers : a) gewone leden : - voor het Algemeen Belgisch Vakverbond : De heer DE WOLF, Ferdy, te 9200 Dendermonde; - voor het Algemeen Christelijk Vakverbond : De heer VANTHOURENHOUT, Stefaan, te 8920 Langemark - Poelkapelle; - voor de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België : De heer DE GROOTE, Luc, te 9770 Kruishoutem; b) plaatsvervangende leden : - voor het Algemeen Belgisch Vakverbond : Mevr.JAENEN, Gaby, te 2440 Geel; - voor het Algemeen Christelijk Vakverbond : De heer FRANCEUS, Patrick, te 9500 Geraardsbergen; - voor de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België : De heer ROELANDT, Johan, te 9970 Kaprijke.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1999.
Brussel, 14 september 1999.
Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 19 juli 1983, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1983; Wet van 6 mei 1998, Belgisch Staatsblad van 29 mei 1998;
Koninklijk besluit van 5 juli 1998, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1998.