gepubliceerd op 06 juni 2007
Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie
14 MEI 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie
De Minister van Volksgezondheid, Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, inzonderheid op artikel 35sexies, ingevoegd door de wet van 19 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor de erkenning van geneesherenspecialisten en huisartsen, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 1993, 8 november 1995, 12 maart 1997, 11 april 1999, 15 oktober 2001, 7 januari 2002, 30 september 2002 en 1o augustus 2005, 8 maart 2006 en 11 mei 2007;
Gelet op het advies van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gegeven op 15 juni 2005;
Gelet op het advies 42.648/3 van de Raad van State, gegeven op 24 april 2007, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Onder pediatrische hematologie en oncologie wordt verstaan het geheel van klinische activiteiten betreffende de diagnose en de behandeling van goedaardige ziekten van het bloed, van ziekten van het stollingssysteem, van immuunstoornissen, en van kwaadaardige ziekten van het bloed, van het lymfo-hematopoïetische stelsel en van de organen bij het kind en de adolescent van minder dan 16 jaar. Dit omvat eveneens de klinische aspecten van de transplantatie van hematopoïetische stamcellen en diens medische opvolging, evenals van de transfusie.
Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder « bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie », de bijzondere beroepstitel in de pediatrische hematologie en oncologie, zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde. HOOFDSTUK II. - Criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie
Art. 2.§ 1. Wordt erkend als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie, de geneesheer die : 1° erkend is als geneesheer-specialist in de pediatrie;2° voldoet aan de algemene criteria inzake vorming en erkenning van de geneesheren-specialisten;3° een specifieke opleiding in de pediatrische hematologie en oncologie gevolgd heeft als bedoeld in § 2;4° de algemene specifieke, klinische en technische basiskennis beheerst, die betrekking heeft op de behandeling en op de opvolging van de pediatrische hematologische en oncologische ziekten;5° nauw samenwerkt met andere geneesheren-specialisten, betrokken in de multidisciplinaire benadering van de oncologie;6° zijn kennis in registratie en classificatie van tumoren heeft ontwikkeld;7° gedurende zijn opleiding tenminste één communicatie op een gezaghebbende nationale of internationale wetenschappelijke bijeenkomst of een artikel over een klinisch of wetenschappelijk onderwerp in verband met de hematologie of de oncologie gepubliceerd heeft in een referentietijdschrift met leescomité. § 2. De specifieke opleiding in de pediatrische hematologie en oncologie omvat een voltijdse stage van ten minste twee jaar in één of meerdere erkende stagediensten zoals bedoeld in artikel 5, onder leiding van een erkende stagemeester zoals bedoeld in artikel 4, waarvan maximum één jaar vervuld kan worden tijdens de hogere opleiding in de pediatrie.
Indien bepaalde aspecten van het domein van de pediatrische hematologie en oncologie niet voldoende worden ingeoefend in bedoelde dienst(en), zal de kandidaat-geneesheer-specialist in akkoord met zijn stagemeester, zijn opleiding kunnen vervolledigen in dat domein of in deze domeinen door stages van drie maand in andere erkende gespecialiseerde diensten of afdelingen, zonder dat dat het totaal van deze stages de termijn van zes maand mag overschrijden.
Art. 3.Om erkend te blijven, moet de geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie : 1. houder blijven van de bijzondere beroepstitel in de pediatrie;2. de hematologie en oncologie beoefenen voor het geheel van zijn beroepsactiviteiten, in het kader van de pediatrie;3. het bewijs leveren dat hij zijn kennis en zijn bevoegdheid onderhoudt en ontwikkelt om zodoende de geneeskundige zorg in de pediatrische hematologie en oncologie conform de actuele gegevens van de wetenschap en de vigerende kwaliteitscriteria te kunnen verstrekken.Hiertoe dient hij een permanente opleiding te volgen gelijk aan de helft van het minimum vereist in het kader van de accreditering en erkend door het paritair comité van de pediatrie als behorende tot de hematologie en oncologie; 4. zijn medische activiteit onderwerpen aan peer review en evaluatie door een groep experts aangesteld door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen. HOOFDSTUK III. - Criteria voor de erkenning van stagemeesters.
Art. 4.§ 1. Wie wenst erkend te worden als stagemeester in de pediatrische hematologie en oncologie moet : 1. beantwoorden aan de algemene criteria voor de stagemeesters;2. voltijds, met name ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit, in zijn dienst werkzaam zijn en het grootste deel van zijn tijd besteden aan klinische, poliklinische en technische activiteiten in de pediatrische hematologie en oncologie;3. erkend zijn als geneesheer-specialist in de pediatrie en sedert tenminste acht jaar houder zijn van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie;4. beschikken over ten minste 1 voltijdse medewerker (ten minste acht tiende van de normale beroepsactiviteit), die sedert ten minste 5 jaar erkend is als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie, en die blijk geeft van een wetenschappelijke activiteit;5. beschikken over een voldoende aantal voltijdse gekwalificeerde verpleegkundigen;6. in dezelfde inrichting beschikken over een polikliniek en over een dienst voor daghospitalisatie. § 2. De stagemeester kan instaan voor de opleiding van kandidaten naar rata van maximum 1 kandidaat per 500 ziekenhuis- en dagziekenhuisopnames van pediatrische hematologische en oncologische gevallen per jaar. § 3. De stagemeester moet de kandidaat-specialisten die hij opleidt, toelaten deel te nemen aan andere gespecialiseerde werkzaamheden van de kindergeneeskunde in dezelfde inrichting. HOOFDSTUK IV. - Criteria voor de erkenning van stagediensten
Art. 5.§ 1. Om als stagedienst in de pediatrische hematologie en oncologie te worden erkend, moet de dienst : 1. alle gebieden van de pediatrische hematologie en oncologie omvatten zonder voorafgaande selectie van de gevallen;2. beschikken over een aangepaste structuur met specifiek aan pediatrische hematologie en oncologie toegewezen bedden.Deze bedden moeten zich bevinden in een ziekenhuis dat beschikt over geneesheren-specialisten in de heelkunde, de röntchendiagnose, de anesthesiologie-reanimatie, de intesieve zorgen, de pathologische anatomie, de radiotherapie-oncologie, die elk een bijzondere ervaring hebben in de pediatrische hematologie en oncologie, alsook over de diensten klinische biologie en nucleaire geneeskunde en een functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg ». De palliatieve zorgen, evenals de pijnbehandeling moeten permanent verzekerd zijn in het ziekenhuis, evenals in de woonplaats door middel van een liaisonteam. Er moeten een functionele contacten bestaan met een transfusiecentrum, een centrum voor menselijke erfelijkheid en een laboratorium dat analyses van moleculaire biologie verricht. De stagedienst moet beroep kunnen doen op een team dat in de behandeling van infecties gespecialiseerd is, alsook op het comité voor ziekenhuishygiëne, dat eigen is aan het betreffende ziekenhuis; 3. het register en de medische dossiers van de patiënten bewaren en bijhouden;bovendien moeten de voormelde dossiers gerangschikt kunnen worden per diagnose; 4. een dagziekenhuis voor pediatrische hematologie en oncologie omvatten;5. instaan voor de permanente opleiding en ten minste om de maand stafvergaderingen voor het aan de stagedienst verbonden medische en verpleegkundige personeel organiseren;6. intern zijn activiteit evalueren, eventueel volgens de modaliteiten die door de Minister, tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, worden opgelegd;7. zich aan regelmatige externe peer review en evaluatie onderwerpen door een groep experts in de pediatrische hematologie en oncologie, aangesteld door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen
Art. 6.§ 1.In afwijking tot artikel 2, § 1, 3°, kan als geneesheer-specialist houder van de bijzondere beroepsbekwaamheid in de pediatrische hematologie en oncologie erkend worden, de geneesheer-specialist die algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam in deze discipline en die het bewijs levert dat hij op de datum van inwerkingtreding van dit besluit sedert ten minste vier jaar na zijn erkenning als geneesheer-specialist, de pediatrische hematologie en oncologie als hoofdactiviteit en met voldoende kennis uitoefent. Hij dient de aanvraag daartoe binnen de twee jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit in.
Het bewijs dat hij algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam, kan onder meer geleverd worden door persoonlijke publicaties, zijn deelname aan nationale en internationale congressen, aan wetenschappelijke vergaderingen in verband met pediatrische hematologie en oncologie, aan een profiel van de prestaties die typisch zijn voor de pediatrische hematologie en oncologie en tenminste door het feit dat hij gedurende vier opeenvolgende jaren een voortgezette opleiding in de hematologie en oncologie heeft genoten.
Wordt beschouwd als het bewijs van een een voortgezette vorming in de hematologie en oncologie, het feit een voortgezette opleiding te hebben gevolgd in materies die worden erkend als behorend tot de hematologie en de oncologie, en dit gedurende een aantal uren dat tenminste gelijk is aan de helft van het aantal uren voortgezette opleiding vereist voor de accreditering van geneesheren-specialisten. § 2. In afwijking tot artikel 2, § 1, 3°, kan een periode van voltijdse activiteit in de pediatrische hematologie en oncologie als kandidaat-specialist of als geneesheer-specialist, aangevat vóór de inwerkingtreding van dit besluit en die desgevallend hierna verder loopt, als opleiding gevalideerd worden voor zover de aanvraag werd ingediend binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
De in het eerste lid bedoelde termijn mag niet langer bedragen dan twee jaar. § 3. De anciënniteit van de stagemeester en zijn medewerkers zoals bedoeld in artikel 4 zal slechts vereist worden na respectievelijk acht en vijf jaar vanaf de inwekringtreding van dit besluit.
Brussel, 14 mei 2007.
R. DEMOTTE