gepubliceerd op 29 juni 1999
Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie
14 JUNI 1999. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie
De Minister van Justitie, Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie;
Gelet op het gemotiveerd advies van 3 mei 1999 van het Hoog Overlegcomité, sector III-Justitie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 1999;
Gelet op het gezamelijk akkoord van de Minister van Begroting en de Minister van Ambtenarenzaken van 23 april 1999;
Gelet op het akkoord van de Ministerraad van 21 mei 1999, Besluit :
Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie worden onderverdeeld als volgt : - 2 van de 6 betrekkingen van regionaal directeur (Dienst Justitiehuizen) worden bezoldigd in de weddeschaal 13B; - 17 van de 48 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 101 en met ingang van 1 september 1999 168 van de 673 betrekkingen van eerstaanwezend justitieassistent worden bezoldigd in de weddeschaal 28F; - 1 van de 6 betrekkingen van eerstaanwezend directiesecretaris en directiesecretaris kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28B; - 7 van de 28 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22B; - 2 en met ingang van 1 september 1999 3 van de 26 betrekkingen van onthaalbeambte worden bezoldigd in de weddeschaal 30I; - 7 van de 26 betrekkingen van onthaalbeambte worden bezoldigd in de weddeschaal 30H; - 5 en met ingang van 1 september 1999 6 van de 26 betrekkingen van onthaalbeambte worden bezoldigd in de weddeschaal 30F.
Art. 2.In 2 betrekkingen van regionaal directeur bezoldigd in de weddeschaal 13B, 6 betrekkingen van adjunct-adviseur bezoldigd in de weddeschaal 10C, 30 betrekkingen van eerstaanwezend justitieassistent bezoldigd in de weddeschaal 28F en 2 betrekkingen van bestuurschef bezoldigd in de weddeschaal 22B, opgericht ter vervanging van arbeidsposten van contractuelen en opgenomen in artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie, kan slechts worden voorzien bij de afvloeiing van de betrokken contractuelen.
Art. 3.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.
Art. 4.Het ministerieel besluit van 18 maart 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie.
Brussel, 14 juni 1999.
T. VAN PARYS