gepubliceerd op 07 mei 1999
Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen
18 MAART 1999. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen
De Minister van Justitie, Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen;
Gelet op het gemotiveerd advies van 20 november 1998 van het Hoog Overlegcomité, sector III-Justitie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 oktober 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 25 januari 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken van 25 januari 1999, Besluit :
Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen worden onderverdeeld als volgt : Administratief personeel : - 21 van de 42 betrekkingen van eerstaanwezend directeur worden bezoldigd in de weddeschaal 13A; - 1 van de 2 betrekkingen van geneesheer-antropoloog-directeur kan worden bezoldigd in de weddeschaal 13E; - 2 van de 8 betrekkingen van psycholoog-directeur worden bezoldigd in de weddeschaal 13B; - 1 van de 2 betrekkingen van adviseur wordt bezoldigd in de weddeschaal 13B; - 20 van de 58 betrekkingen van directeur worden bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 3 van de 6 betrekkingen van geneesheer-antropoloog worden bezoldigd in de weddeschaal 10E; - 2 van de 6 betrekkingen van geneesheer-antropoloog worden bezoldigd in de weddeschaal 10F; - 1 van de 2 betrekkingen van apotheker wordt bezoldigd in de weddeschaal 10E; - 1 van de 2 betrekkingen van apotheker wordt bezoldigd in de weddeschaal 10F; - 16 van de 46 betrekkingen van psycholoog worden bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 3 van de 8 betrekkingen van sociaal arbeidsinspecteur worden bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 9 van de 27 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 2 van de 6 betrekkingen van industrieel ingenieur worden bezoldigd in de weddeschaal 10C; - 19 van de 126 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus en van paramedicus worden bezoldigd in de weddeschaal 28F; - 9 van de 58 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent en van maatschappelijk assistent worden bezoldigd in de weddeschaal 28F; - 7 van de 49 betrekkingen van eerstaanwezend boekhouder en van boekhouder worden bezoldigd in weddeschaal 28D; - 19 van de 74 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22B; - 43 van de 124 betrekkingen van penitentiair assistent worden bezoldigd in de hoogste weddeschaal; - 16 van de 54 betrekkingen van technisch assistent worden bezoldigd in de hoogste weddeschaal; - 2273 van de 3637 betrekkingen van penitentiair beambte worden bezoldigd in de hoogste weddeschaal; - 12 van de 61 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30F; - 16 van de 61 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30H; - 5 van de 61 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30I. In 1 betrekking van geneesheer-antropoloog bezoldigd in de weddeschaal 10F, 2 betrekkingen van geneesheer-antropoloog bezoldigd in de weddeschaal 10E, 4 betrekkingen van psycholoog bezoldigd in de weddeschaal 10C, 3 betrekkingen van sociaal arbeidsinspecteur bezoldigd in de weddeschaal 10C, 6 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus bezoldigd in de weddeschaal 28F, 2 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent bezoldigd in de weddeschaal 28F en 256 betrekkingen van penitentiair beambte bezoldigd in de hoogste weddeschaal, opgericht ter vervanging van arbeidsposten van contractuelen en opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, kan slechts worden voorzien bij de afvloeiing van de betrokken contractuelen.
Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.
Art. 3.Het ministerieel besluit van 10 juli 1998 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 11 juni 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 27 juli 1998, wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 16 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen.
Brussel, 18 maart 1999.
T. VAN PARYS